Was de vroegere veehouderij zo veel diervriendelijker?
Een middag lang vermaakten wij ons met koeien. Even wat anders na weken vol verbrande varkens, vergaste kippen en bedorven eieren.
Denkend aan Holland zag de dichter Marsman brede rivieren traag door oneindig laagland gaan. Maar wat is Holland zonder klompen, kaas en koeien? Dus bedacht het Gorcums Museum voor deze zomer een loeimooie expositie. Met vier eeuwen koeienkunst werd het thema behoorlijk uitgemolken. De beesten zijn te zien in allerlei soorten en maten. Vervaarlijk ogende oerossen met hippie- of provolook. Knuffels die je dromerig aanstaren. Of je met onderzoekende, filosofische blik begluren. Runderen van toen en nu. Ze hebben ons gevoed, gekleed en gelaafd. Het land geploegd, karren getrokken, als lastdier gefungeerd. In zuidelijke oorden zijn ze publieksvermaak in een spel op leven en dood. Elders worden ze aanbeden en vereerd. In India verklaarden hindoes rundvleeseters de oorlog. De koe staat er symbool voor alle leven. Plagen, pijnigen of doden is een zwaar delict. „Je eet je moeder toch ook niet op?” zei een verbolgen hindoe.
Ik schuifel door naar het volgende schilderstuk en betrap mezelf op een onbedwingbare voorliefde voor nostalgische oliewerken, vooral die uit de Haagse school. Niet alleen dominees kopiëren als het hun uitkomt, ook de schilderswereld. Zo nam Dordtenaar Jacob van Strij (1756-1815) veel over van zijn stadsgenoot Albert Cuyp. En menigeen toont zich schatplichtig aan Paulus Potter, met zijn ‘onsterfelijke’ stier. Aardig om te weten dat Willem Maris verschillende doeken van Théophile de Bock van koeien voorzag en dat De Bock op zijn beurt Mesdag hielp bij het ‘bewolken’ en ‘beduinen’ van diens panorama van Scheveningen.
Hoever staat die beestenboel in het antieke hart van Gorinchem af van het industriële getob van de moderne veehouderij! Van de Knorhof in Erichem met 20.000 varkens! In NRC Handelsblad haalde hoogleraar sociale psychologie Roos Vonk vorige week fors uit naar de boeren. De vergelijking met concentratiekampen was een onsmakelijke losse flodder.
Was de vroegere veehouderij zo veel diervriendelijker? En is een stal met 20 koeien beter dan een van 200? Ethische bezinning blijft nodig, maar geen stemmingmakerij. Het gaat over dierenwelzijn, boereninkomens en een nijpend mestprobleem. Een koe produceert, in de vorm van methaan, jaarlijks net zo veel CO2 als een gemiddelde auto, aldus Natuur en Milieu. Ondertussen groeit het wagen- en motorenpark en gaan we steeds vaker de lucht in. Verontwaardiging over en aanpak van het CO2-probleem zijn wel erg selectief, of hebben we gewoon blinde vlekken?