Een belangrijke conclusie uit het rapport is dat tijdens de ramp de overdracht van de gemeentelijke draaiboeken aan hulpverleners van buiten de gemeente niet goed genoeg geregeld was. Daarom pleit Burgman voor een provinciaal rampenplan en een regionale ambtenarenpool van rampenbestrijders.

„Geen enkele gemeente kan een dergelijke ramp alleen aan. Iedereen moet op zo’n moment op de hoogte zijn van alle deelplannen en dezelfde taal spreken. Iedereen moet blind inzetbaar kunnen zijn.” Momenteel hebben de gemeenten in de provincie wel een zelfde rampenplan, maar die wordt op lokaal niveau anders ingevuld.

Met name op het vlak van de voorlichting en communicatie waren meteen na de dijkdoorbraak onduidelijkheden, tekort aan informatie en mankrachten. Dat werd pas opgelost toen de provinciale voorlichterspool werd ingeschakeld. Ook op het gebied van de evacuatie en opvang van de omwonenden ging niet alles meteen soepel. „Er is niks mis met ons evacuatieplan, maar als het je overkomt is het anders”, zei Burgman. „Dan moet je wel genoeg transport- en communicatiemiddelen hebben om de mensen te vervoeren en te bereiken.”

Burgman overhandigde het rapport aan commissaris van de koningin B. Staal, die het rapport als bewijs noemde dat meer samenwerking en het samenvoegen van hulpdiensten in de regio ’keihard nodig’ zijn. Wel pleitt hij ervoor dat bij rampen de verantwoordelijkheid bij het lokale gezag blijft. Deze week presenteert het Bestuur Regio Utrecht (BRU) haar modelplan voor een provinciaal rampenplan.

Overigens is de onderzoekscommissie-Wilnis onder leiding van F. Houben nog bezig aan een onafhankelijk onderzoek naar de rampenbestrijding in Wilnis vorig jaar.