Branchevervaging, daar moet Texelse mkb’er voor waken
„De vele auto’s in de zomer, daar moet de gemeente snel iets aan doen.” Sandor Mantje (46), eigenaar van Mantje Mode in hartje Den Burg, hoeft niet lang na te denken over het nadeel van Texel. Verder is de ondernemer best tevreden.
De winkel van Mantje biedt kleding en schoeisel, onder meer gericht op het weer van het eiland. „Schoenen moeten hier tegen een spatje zeewater kunnen. En een jas moet winddicht zijn”, zegt de ondernemer terwijl hij de trap op loopt naar de kantine. Hier en daar liggen dikke scheepskabels, de boeg van een schip siert de eerste verdieping.
Volgens Mantje zijn de Texelaars bevoorrecht ten opzichte van andere Waddenbewoners. „We hebben hier alles binnen handbereik. Met de elektrische fiets ben je in een halfuur overal waar je wezen wilt. En is je auto kapot, dan staat de wegenwacht er binnen tien minuten.”
Mantje heeft overigens meer met fietsen dan met auto’s. Want die zijn er volgens hem te veel in de zomer. Daarmee komt de duurzaamheid van het eiland in gevaar. „Terwijl jongeren juist bewust met dit onderwerp bezig zijn.”
Identiteit
De ondernemer is ook bestuurslid van de winkeliersvereniging die waakt over de identiteit van het mkb in Den Burg. „Het grootste gevaar is branchevervaging. Naar de klant toe moet je duidelijk zijn in wat je doet. Daarom zijn grote supermarkten die álles willen verkopen ons een doorn in het oog.” De vereniging wist enkele maanden geleden nog de bouw van een nieuwe Albert Heijn met een oppervlakte van 2000 vierkante meter tegen te houden.
Werkgelegenheid is er binnen het mkb op Texel genoeg, aldus Mantje. En personeel is er over het algemeen ook goed te krijgen. Zelf heeft Mantje in zijn winkel slechts één persoon van het vasteland in dienst. De rest is eilander.
Wel maakt Mantje zich zorgen over de opleidingen op het eiland. „Een technische school is er niet meer. Dat vind ik een tekortkoming. Als je straks een verbouwing wilt doen aan de winkel moet je al snel aannemers van de vaste wal halen. We moeten oppassen dat dit soort werk op termijn alleen nog maar gedaan wordt door Poolse en Hongaarse bouwvakkers.”
Vakantiestemming
In de winkelstraat is het halverwege de maand mei nog rustig. In de zomer is dat wel anders. Duizenden mensen slenteren deze maanden door de soms nauwe straatjes van Den Burg. Vaak kooplustig, omdat ze in vakantiestemming zijn. Dat merkt Mantje ook. „Daarom hebben we veel werk gemaakt van onze winkel. Maar het allerbelangrijkste is het personeel. Klanten willen „goedemorgen” horen als ze binnenkomen. Onze mensen bepalen voor een groot deel of een klant wel of niet koopt. Contact is belangrijk, daarom heb ik weinig met een webshop.”
Maar ook contact met het product is voor Mantje van belang. „Ik ga regelmatig naar grote leveranciers om producten te voelen en te ruiken. Ondernemen doe je met je hart en hoofd, niet met een rekenmachine.”
Detailhandel moet het hebben van toerist
Het aantal banen in de groot- en detailhandel op Texel ligt al jaren stabiel rond de 1250. Daarmee is het na de horeca de grootste banenmotor van het eiland. Ook de hoeveelheid vestingen van groothandels en detaillisten is al lang van hetzelfde niveau: rond de 300.
Texel lijkt minder last te hebben van winkelleegstand dan andere delen van het land. Voor heel Nederland gold in 2016 een percentage van ruim 10, terwijl op het eiland 4,3 procent van de panden niet gebruikt werd. Toch kwamen ook hier de afgelopen jaren in korte tijd meer panden leeg te staan, want in 2013 lag het percentage nog op 1,7.
Ongeveer 70 procent van de detailhandelsomzet komt van toeristen. Ze besteden per jaar zo’n 200 miljoen euro in winkels, exclusief uitgaven in de horeca. De detailhandel op het eiland realiseert in het tweede en derde kwartaal 65 procent van de totale jaaromzet.
zomerserie Economisch Texel
In deze achtdelige serie neemt het RD de economie van het eiland Texel onder de loep. De redactie portretteert bedrijven in verschillende sectoren. Vandaag deel 7: midden- en kleinbedrijf.