ChristenUnie mag Joodse staat niet verzaken
De vrees is gerechtvaardigd dat informateur Zalm de ChristenUnie al onder druk heeft gezet om zich wat betreft het Israëldossier pragmatisch op te stellen, in ruil voor het opgeven van kroonjuwelen door D66, stelt Wim Kortenoeven.
D66-leider Pechtold zei op 14 augustus optimistisch te zijn over een goede afloop van de kabinetsformatie. Daarmee doelde hij voornamelijk op het bereiken van overeenstemming met de ChristenUnie, want met die volstrekte tegenpool van D66 zijn zoals bekend de hardste noten te kraken.
Een dag later meldde het Algemeen Dagblad dat de onderhandelingspartners overeenstemming zouden hebben bereikt over wellicht de allerhardste van die noten: euthanasie en hulp bij zelfdoding. Daarmee zou de CU háár kroonjuwelen hebben veiliggesteld en D66 er enkele hebben ingeleverd.
Ook op het gebied van defensie, ontwikkelingshulp, zorg, onderwijs, immigratie- en asielzaken en sociaaleconomisch beleid zullen D66 en CU het denkelijk onderling en met VVD en CDA wel eens kunnen worden. Niet alleen omdat het om overbrugbare verschillen gaat, maar ook omdat de verschillende standpunten op die dossiers niet uit steen zijn gehouwen. En als „omwille van het nationale belang” gesloten compromissen bij de achterban toch niet goed zouden vallen of anderszins tot ongewenste gevolgen zouden leiden, dan kan een partij later altijd nog naar de oude koers terugkeren.
Onoverbrugbaar
Zo’n benadering is uiteraard niet mogelijk bij onderwerpen die aan religieuze uitgangspunten zijn vastgeklonken en thema’s waarbij compromissen een onomkeerbare ideologische en programmatische afbreuk zouden veroorzaken.
Vanaf het eerste moment dat een coalitie met daarin de ideologisch atheïstische D66 en de ideologisch godgetrouwe CU in beeld kwam, is gewezen op de fundamentele onoverbrugbaarheid van bepaalde uitgangspunten. Zo is het onbestaanbaar dat de CU zou instemmen met het D66-programma dat de moord op ongeborenen en de zelfmoord van hen die hun leven voltooid achten (verder) wil gaan bevorderen en zelfs van overheidswege wil gaan faciliteren. Met het doen van concessies op die voor de CU-achterban ononderhandelbare kwesties zou de partij zélf ideologische zelfmoord plegen. Dat gevaar lijkt gelukkig van de baan te zijn. Maar het gaat hier óók om kroonjuwelen van D66 en het lijkt niet aannemelijk dat men die heeft ingeleverd zonder daarvoor een hoge politieke prijs te vragen.
Joodse staat
Wie het programma van de CU leest, ontwaart daarin nog een aan religieuze punten vastgeklonken onderwerp: Israël. Van oudsher heeft de CU op Bijbelse gronden de Joodse staat door dik en dun gesteund. En vooral de laatste decennia heeft D66 deze staat fanatiek vijandig bejegend en soms zelfs zijn doodsvijanden gesteund.
De CU-opvattingen over Israël zijn tot nu toe consciëntieus omgezet in politieke actie, met als voorhoedespeler Tweede Kamerlid Voordewind, die het daarbij vooral tegen zijn D66-collega Sjoerdsma moest opnemen.
Ook waar het om Israël gaat, zijn de tegenstellingen tussen CU en D66 absoluut, maar ze worden merkwaardig genoeg in analyses over de kabinetsformatie helemaal buiten beschouwing gelaten. Gezien de belangrijke plaats van Israël in de ideologie van zowel de CU als D66 is het echter ondenkbaar dat de houding van de volgende regering ten opzichte van de Joodse staat niet expliciet in de formatieonderhandelingen aan de orde komt. De vraag moet dus worden gesteld in hoeverre de CU in staat is haar uitgesproken positie op dat punt te handhaven.
Onmogelijke keuze
Voor de VVD is Israël ook belangrijk, maar geen kroonjuweel. De liberalen hebben bovendien laten zien over een buitengewone politieke flexibiliteit te beschikken. Voor het CDA is Israël ook al geen kroonjuweel. De afgelopen jaren heeft de partij zich zelfs meermalen demonstratief tegen de Joodse staat gekeerd en daarbij enthousiast met D66 samengewerkt.
Om bepaalde kroonjuwelen te kunnen behouden, zal de CU evident iets anders moeten inleveren. En daarbij is het hemd al gauw nader dan de rok. De vrees is dus gerechtvaardigd dat informateur Zalm de CU al onder druk heeft gezet om zich wat betreft het Israëldossier pragmatisch op te stellen of haar pro-Israëlisch activisme zelfs geheel op te geven, in ruil voor het opgeven van kroonjuwelen door D66.
Dat zou dan leiden tot een onmogelijke keuze, al helemaal als tussen de vier partijen over een belangrijk deel van de andere onderwerpen, waaronder de hardste noten, al wel overeenstemming zou zijn bereikt, zoals wordt gezegd. Want een serieuze partij als de CU zal denkelijk niet, net als GroenLinks destijds, op het allerlaatste moment vanwege een ideologisch bepaald meningsverschil willen afhaken. Maar zou men omwille van het verkrijgen van regeringsverantwoordelijkheid dan wél Israël durven te verzaken? Of heeft men dat wellicht al gedaan? Het zijn beklemmende vragen.
De auteur, voormalig lid van de Tweede Kamer, is verbonden aan Wingate Public Affairs & Consultancy.