Zendingsmiddag Oene: Het Woord stelt ons onder kritiek
„Wat mag het geloof ons kosten?” Die vraag stelde prof. dr. H. van den Belt uit Woudenberg woensdag tijdens de jaarlijkse zendingsmiddag in Oene.
Drie sprekers namen ieder een aspect van het thema ”500 jaar Reformatie” voor hun rekening: ”sola Scriptura” (alleen het Woord), ”sola fide” (alleen geloof) en ”sola gratia” (alleen genade). De plaatselijke hervormde predikant, ds. E. Mijnheer, verzorgde de opening en sluiting. Hij benoemde een vierde sola: ”solus Christus” (alleen Christus).
Ds. A. Visser, hervormd predikant te Garderen, nam zijn uitgangspunt in Lukas 4:1-13, over de verzoeking van Christus en het antwoord daarop: „Er staat geschreven.”
Ds. Visser waarschuwde tegen het bedrijven van afgoderij met de Schrift door er standpunten voor eigen gebruik uit te halen. „Het gaat om het wonen in het Woord. Daarin laat God Zich vinden door mensen die verloren zijn. Als we God losmaken van de Schrift maken we ons eigen beeld van God.”
Uit de verzoekingen van Jezus blijkt volgens ds. Visser dat de duivel een eigen interpretatie heeft van de Bijbel. „Jezus, die vol was van de Heilige Geest, ging niet in discussie met de duivel. Hij zei: „Er staat geschreven”, en citeerde daarbij uit het Woord.”
Het is volgens de predikant niet zo „dat wij het Woord onder kritiek mogen stellen, maar dat het Woord ons onder kritiek stelt.”
Prof. Van den Belt sprak over de geloofshelden in Hebreeën 11, met als toespitsing vers 2. Hij gaf aan dat God niet alleen getuigde van het geloof van deze mensen, maar dat zij in hun leven ook getuigden van God. „Zij legden een getuigenis af dat hun een betere toekomst wachtte. De Reformatie is niet te verklaren zonder te zien naar de getuigen die er alles voor overhadden.” Daarbij citeerde hij enkele regels uit het Lutherlied: „Delf vrouw en kind’ren ’t graf, neem goed en bloed ons af, het brengt u geen gewin: wij gaan ten hemel in, en erven koninkrijken!”
Prof. Van den Belt: „De vrede van God was deze mensen meer waard dan alle andere dingen van de wereld. Daardoor konden ze martelaar zijn. Door het geloof zagen ze op Jezus Christus. Wat mag het geloof ons kosten?”
Ds. R. P. van Rooijen, hersteld hervormd predikant te Oosterwolde, mediteerde over een aantal teksten uit Efeze 2 waar het gaat over genade. Hij verwees naar Maarten Luther, die zich als monnik afmartelde om tot God te naderen. „Het lukte hem echter niet om God te vinden. Hij deed nooit genoeg. Dat veranderde toen hij leerde dat God uit genade tot hem kwam.”
De predikant trok hier de les uit dat het „niet lukt om onszelf te bekeren en dat ook zondekennis geen voorwaarde is om tot God te komen. Genade is een gave. De Heere werkt een besef van zonde, van boete, van vragen naar bekering, van afsterving van de oude mens en opstanding van de nieuwe mens.”
Zowel de bekering van een mens als de voortgang van het Evangelie is Gods werk, aldus ds. Van Rooijen. Het geeft hem moed voor de toekomst, zei de predikant, omdat hij „weet dat we het niet van mensen moeten verwachten maar van God. Hij gaat door met Zijn werk.”