Misschien helpt een watermistinstallatie tegen stalbranden
Anne van Rossum, specialist brandpreventie bij DLV Advies, heeft vakantie. Zijn hele vakantie wordt hij al gebeld met vragen over stalbranden. Die hij gewoon beantwoordt, want „er moeten echt dingen beter.”
Eind juli was er de stalbrand in het Gelderse Erichem waar ongeveer 20.000 varkens bij omkwamen. Deze week brandde een stal met zo’n 10.000 varkens (mits je biggetjes meetelt) af in het Twentse Agelo. Eerder dit jaar waren er al zeker zeven grote stalbranden, waarbij in totaal tienduizenden varkens sneuvelden, en vandaag verbrandde een stal met 40.000 kippen in Swifterbant, Flevoland. Tot nu toe kwamen al meer dieren om bij stalbranden dan in heel 2016, meldt Wakker Dier, die de cijfers zo nauwkeurig mogelijk bijhoudt.
Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV), de belangenbehartiger waarvoor de Nederlandse Vakbond Varkenshouders en LTO Varkenshouderij hun krachten bundelden, pleitte maandag voor een onafhankelijk en grondig onderzoek naar de oorzaak van de branden.
Ha, wat is dat nu, zeggen actiegroepen zoals Burning Souls sarcastisch: „Een charmeoffensief van de sector?” Anne HIlhorst van Wakker Dier vroeg zich maandag bij Dit is de dag af hoelang er nog dingen onderzocht moeten worden en waar intussen de sprinklers blijven.
De kans blijkt echter groot dat sprinklers niet werken: ze worden in de stallen aangetast door stof en roest. Een watermistinstallatie zou wél een optie kunnen zijn, aldus Anne van Rossum van DLV Advies. „Maar daarmee is nog onvoldoende getest in de praktijk.” Van Rossum is betrokken bij veel bouwplannen van de agrarische sector en adviseert veehouders hoe zij bestaande stallen brandveiliger kunnen maken.
Prioriteit
Van Rossum (53) is het met de POV eens dat gedegen onderzoek nodig is, zodat helder wordt of kosten van aanpassingen „in verhouding staan tot het beoogde effect.” Tegelijk vindt hij dat brandpreventie in stallen de afgelopen jaren meer prioriteit had mogen krijgen. Waarbij hij niet pleit voor extra regelgeving vanuit de overheid – het lijkt hem het beste als de maatregelen uit de sector zelf komen. En uiteindelijk moet de consument bereid zijn om meer geld te betalen voor zijn hamlapjes, want veiligheid kost geld. Dat laatste is een spannend punt, want de kostprijs ligt voor Nederlandse varkensboeren hoger dan elders in Europa, omdat Nederland al koploper is op het gebied van allerlei voorschriften.
De POV wil een onafhankelijk onderzoek. Wat is er tot nu toe bekend over de oorzaken van stalbranden?
„De drie belangrijkste oorzaken van brand zijn kortsluiting, brandgevaarlijke werkzaamheden en zelfontbranding: dat laatste betekent dat een zelfrijdende machine of trekker spontaan in brand vliegt. De ammoniak in stallen verhoogt het risico op kortsluiting en zelfontbranding. ”
Hoe zinvol is extra onderzoek, vergeleken bij wat tot nu toe bekend is?
„Het laatste onderzoek naar brandoorzaken, voor specifiek de agrarische sector, is al redelijk gedateerd. Bij de professionaliteit hiervan zou je zelfs vraagtekens kunnen zetten, al zijn de cijfers tot op zekere hoogte wel bruikbaar. Het betrof een afstudeerscriptie uit 2010 van twee studenten van AHS Van Hall Larenstein in Leeuwarden. Een vervolg daarop kwam bij Wageningen University & Research vandaan, een instituut dat veel weet van dieren, maar geen specifieke brandveiligheids- en bouwkundige expertise in huis heeft.
Er is nog een wereld te winnen aan kennis over de mogelijkheden om tegen behapbare kosten stallen brandveiliger te maken. Brandveiligheid is nogal complex. Die bestaat uit verschillende onderdelen: hoe voorkom je dat brand ontstaat –en daar doet bouwregelgeving feitelijk weinig aan–, hoe voorkom je dat brand zich uitbreidt, hoe zorg je dat een beginnende brand kan worden geblust, en hoe kun je vee bij brand evacueren.”
Hoe zit het met de brandveiligheid in bestaande stallen?
„Sinds het Actieplan Stalbranden 2012-2016 is het Bouwbesluit aangepast, waardoor nieuwe stallen sinds 2014 aan veel strengere eisen moeten voldoen. Zo moet isolatiemateriaal brandklasse B hebben, en een technische ruimte moet zestig minuten brandwerend worden afgescheiden van de rest van de stal.
Bij bestaande stallen is het moeilijk om echt grote stappen te zetten zonder dat dit handenvol geld kost. De bestaande isolatie eruit slopen en de brandveiliger variant monteren, is vaak onbegonnen werk.
Al die aandacht voor brandveiligheid in bestaande gebouwen heeft intussen wel effect gehad, de laatste jaren. Zo zijn verzekeringsmaatschappijen strenger geworden voordat ze een bedrijf accepteren.
Veehouders zijn zich bewuster geworden van risico’s. Tegelijk zijn ze druk met de dagelijkse gang van zaken op het bedrijf – en daar hoort brand niet bij. Soms moeten mensen hard met hun neus op de feiten worden gedrukt om extra actie te ondernemen.”
Het valt op dat vooral varkens en kippen in grote aantallen verbranden.
„Rundvee- en geitenstallen zijn veelal open stallen. Ze bestaan uit vrijwel alleen staal en beton; de gebouwen zijn hoog, het is er koel. Ik ken een voorbeeld van een stal waar in een hoek brand uitbrak, maar die werd geblust en geen dier raakte gewond. Hooguit gaf een koe de volgende dag minder melk. Daar komt bij dat je koeien, zeker als ze weidegang gewend zijn, gemakkelijker de wei in kunt krijgen dan varkens of pluimvee.
Varkensstallen zijn –met hun verschillende afdelingen– minder overzichtelijk, en bevatten veel grotere dieraantallen. Het is er warm. Een ventilatiekanaal strekt zich uit over de hele stal, naar de luchtwasser; isolatiemateriaal is brandbaarder en de tussenwanden zijn nog regelmatig van kunststof. De stal staat bij brand al snel vol met verstikkende rook. Dieren verliezen het bewustzijn.
Dat veehouders dezer dagen worden afgeschilderd als criminelen of nog erger, vind ik echt niet kunnen. In het verkeer komen jaarlijks honderden mensen om, en dat lijkt een maatschappelijk geaccepteerd risico waar we niet zo hysterisch over doen. Wat ik bedoel: in dit land vervalt een discussie zo gemakkelijk tot oneliners en gemakkelijke oplossingen.
Ik denk dat er echt een stevige evaluatie van het actieplan moet komen en dat er vervolgens naar een heel gericht maatregelenpakket voor de verbetering van bestaande stallen moet worden gestreefd. In die zin kan het vreselijke nieuws van de laatste tijd wel wat op gang brengen. Als elke veehouder nu de komende weken goed nadenkt over de vraag: hoe kan ík de risico’s op mijn bedrijf in kaart brengen en de brandveiligheid vergroten? Dat zou winst zijn voor alle betrokkenen.”
Keurmerken helpen
Consumenten die willen weten of er achter het vlees in de supermarkt een visie op brandveiligheid in de stal zat, kunnen letten op keurmerken. Voor bijvoorbeeld het Beter Leven-keurmerk van de Dierenbescherming werden dit jaar de eisen op het gebied van ammoniakuitstoot, brandveiligheid, fijnstof en klimaat aangescherpt. Op beterleven.dierenbescherming.nl staat duidelijk uitgelegd wat de sterren betekenen voor leghennen, vleeskuikens, varkens, vleesrunderen en vleeskalveren.