Vorige week werd de 62-jarige Canadese pastor vrij plotseling vrijgelaten. Hij was bereid om te sterven als een martelaar. „Toen vertelden ze me dat ik me moest verkleden.” Tien minuten later was hij als vrij man te midden van een Canadese delegatie. Vooraf was hem niets verteld.

Eerder was zijn doodvonnis al omgezet in levenslange dwangarbeid. „Ook dat was Gods genade”, aldus Hyeon Soo Lim. „Die gaf mij een geweldige vrede.”

Zaterdag kwam hij uiteindelijk aan in Canada. Zondag sprak hij over zijn ervaringen in zijn thuisgemeente in Mississauga. Ds. Hyeon Soo Lim is geboren in Zuid-Korea en is in Canada betrokken bij de Light Korean Presbyterian Church. Zijn familienaam is Lim.

Met zijn gevangenschap begonnen de dagen van „overweldigende isolatie”, zo vertelde hij de gemeente. Contact met andere gevangenen had hij niet. Evenmin met bewakers. „Vanaf de eerste dag van mijn detentie tot mijn vrijlating, at ik 2757 maaltijden in mijn eentje. Het was moeilijk te beseffen hoe de complete straf zou eindigen. Maar deze isolatie gaf me het voordeel van de ruimte voor uitgebreide eenzaamheid met God.”

Als hij de kans kreeg, las hij boeken over Noord-Korea. Lim denkt dat hij er „meer dan honderd” heeft bestudeerd. „Zo kreeg ik een dieper inzicht in de 70 jaar geschiedenis dat dit volk heeft gevormd.”

Daarnaast had hij een Bijbel. „Ik ben vijf keer door de hele Bijbel gegaan, zowel in het Engels als het Koreaans. En ik leerde ruim 700 Bijbelteksten uit mijn hoofd. Alle 130 zondagen vierde ik alleen.”

De dwangarbeid was zwaar. In de wintermaanden moest Lim gaten van één kubieke meter graven. „De grond was dan bevroren. De modder was zo hard dat het me twee dagen kostte om daarin te graven. Het was ongelooflijk zwaar. Mijn bovenlijf zweette, terwijl mijn vingers en tenen bevroren waren. Ik werkte ook in een kolenopslag, waar ik bevroren kolen moest stuk slaan.”

In het voorjaar en de zomer werkte hij dagelijks acht uren lang onafgebroken buiten, „in de brandende zon.” Na een jaar van deze zware arbeid kon zijn lichaam het niet langer aan. „Ik heb toen twee maanden in het ziekenhuis doorgebracht. Ik heb daarnaast nog drie keer in het ziekenhuis gelegen voor ernstige aandoeningen.”

Tijdens het werk „bad ik zonder ophouden”, vertelde Lim. „Ik zal er later meer over vertellen.”

Makkelijk waren de 2,5 jaar niet. „Er waren veel moeilijke momenten. Maar de hele tijd gaf God me de kracht om dit te doorstaan. Er waren momenten van ontmoediging, rancune en chagrijn. Maar dat veranderde allemaal snel in moed, vreugde en dankbaarheid. Ik heb geleerd dit volledig te aanvaarden als een vorm van Gods liefde en training om mij sterker te maken. Volgens Gods volmaakte en soevereine planning ben ik vrijgelaten en weer thuisgekomen.” Later voegde hij eraan toen: „Het voelt nog steeds als een droom.”

Lim was zich tijdens die twee jaar en zeven maanden bewust van de „dagelijkse gebeden” van de kerken in Canada, de Verenigde Staten en Zuid-Korea.

In zijn toespraak bedankte Lim de Canadese regering en de Zweedse regering, die zich beide voor zijn vrijlating hadden ingezet. Canada stuurde recent een zware delegatie om hem vrij te krijgen.

Volgens berichten was Lim sinds 1997 actief in de hulpverlening in Noord-Korea. Voor zijn arrestatie zou hij het land meer dan honderd keer hebben bezocht. De Gospel Herald stelt op gezag van de South China Morning Post dat Hyeon Soo Lim betrokken was bij enkele ontwikkelingsprojecten van Jang Song Thaek, de oom van de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong Un. Jang viel echter eind 2013 in ongenade en werd gedood.