Opinie

Blijmoedige vrijgevigheid heeft ook positieve gevolgen voor de gever

Er is een duidelijk verband tussen vrijgevigheid en geluk. Dat blijkt uit een onderzoek dat uitgevoerd is aan de universiteit van Zürich in Zwitserland. Onderzoekers gaven daar aan vijftig mensen iedere week 25 Zwitserse frank. Een deel van de personen in de groep mocht het geld gebruiken voor zichzelf, een ander deel moest het geld weggeven aan anderen.

Hoofdredactioneel commentaar
12 August 2017 08:59Gewijzigd op 16 November 2020 11:13
beeld iStock
beeld iStock

Uit neurologisch onderzoek van de personen bleek vervolgens dat zij die het geld besteed hadden aan anderen gelukkiger waren dan de personen die het geld hadden gebruikt voor zichzelf. Dat konden de wetenschappers zien aan de activiteit in bepaalde delen van de hersenen. En zo is het verband tussen vrijgevigheid en een goed gevoel volgens de Zwitserse onderzoekers wetenschappelijk bewezen.

Dat iemand die wat voor een ander overheeft daar meestal blij van wordt, was ook zonder dit ‘bewijs’ al bekend. Geven en delen verhogen het welbevinden.

Reeds lang voor Zwitserse onderzoekers het bewijs vonden voor het verband tussen geven en geluk, citeerde Paulus al woorden van de Heere Jezus die hier alles mee te maken hebben: „Het is zaliger te geven dan te ontvangen” (Handelingen 20:35). Het is een citaat van Jezus dat we overigens niet in de Bijbel vinden.

Paulus schrijft in zijn brief aan de gemeente van Korinthe trouwens nog iets over het verband tussen geven en blijmoedigheid. „God heeft de blijmoedige gever lief”, schrijft hij in 2 Korinthe 9. Er is verband tussen geven en blijmoedigheid, zo wil hij duidelijk maken.

Maar wie goed leest, merkt dat Paulus de ontdekking van de Zwitserse neurologen precies omdraait. Hij zegt niet dat de gever door het geven blij wordt, maar dat God de blijmoedige gever liefheeft. Vrijwillig geven dus, niet omdat het moet.

Het geven van aandacht, tijd, energie en financiële middelen aan de naaste die dat nodig heeft, hoort onlosmakelijk bij het christen-zijn. Een christen geeft zonder dat daarvoor een beloning wordt verwacht. Dat die beloning er nu volgens de wetenschap wel is doordat het geven een goed en gelukkig gevoel geeft, is mooi, maar mag nooit de reden zijn voor het geven.

Blijmoedige vrijgevigheid heeft dus tal van gevolgen. Degene die iets krijgt, is daarmee geholpen. Degene die geeft, voelt zich daar beter bij. En het belangrijkste: God heeft de blijmoedige gever lief.

Als Paulus in 2 Korinthe schrijft over de blijmoedige gever zegt hij trouwens één Bijbeltekst eerder nog iets heel belangrijks. Niet over de gever, maar over de gift. „En dit zeg ik: Die spaarzamelijk zaait, zal ook spaarzamelijk maaien; en die in zegeningen zaait, zal ook in zegeningen maaien.”

Oftewel: een boer die weinig zaad in de akker zaait, hoeft van de oogst geen al te hoge verwachtingen te hebben. Met geven is het niet anders, aldus Paulus. Wie in zegeningen –ruimhartig– zaait, zal ook in zegeningen maaien.

Genoeg Bijbelse redenen dus voor christenen om royaal te geven. Daarvoor hebben ze het Zwitserse onderzoek niet nodig.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer