We zijn rond Noord-Korea de escalerende militaire fase ingerold
Als iets het internationale klimaat van deze week samenvat, dan zijn het de twee woorden, uitgesproken door de Amerikaanse president Donald Trump vanaf een golfbaan op zijn vakantieadres: ”fire and fury”, vuur en woede. Al eens eerder klonk er onder een Amerikaanse president –het was ten tijde van George Bush sr.– zulke ferme taal. Wie herinnert zich niet het ”shock and awe” van de Amerikaanse opperbevelhebber Norman Schwarzkopf, toen die in 1990 met deze woorden de aanval op de troepen van Saddam Hussein samenvatte, bedoeld om Koeweit te bevrijden?
Tussen het ”shock and awe” en ”fire and fury” is wel één groot verschil: ”shock and awe” was vrucht van een zorgvuldig uitgedachte militaire strategie, uitgesproken op een moment dat rijp was voor actie. Trumps “”fire and fury” heeft diezelfde militair-escalerende lading, maar wordt uitgesproken door… een president op vakantie.
Trump reageerde met zijn woorden op het nieuws dat Noord-Korea al in het bezit zou zijn van kernkoppen die op intercontinentale raketten kunnen worden gemonteerd. Wat hij letterlijk zei, was dat als Noord-Korea de VS blijven bedreigen, het kan rekenen op „vuur en woede” van Amerikaanse kant. Kennelijk is alleen al het dreigen van Noord-Korea genoeg voor Amerikaanse escalatie.
De president dacht met zijn ferme taal zijn onderdanen gerust te stellen, maar hij bereikte het tegendeel: binnen en buiten Amerika is iedereen in rep en roer omdat een verwoestende nucleaire oorlog ophanden lijkt te zijn.
Nu wordt oorlogstaal doorgaans pas na eindeloos vergaderen en in de meest zorgvuldige bewoordingen door de groten der aarde gebezigd, sinds president Trump aan het roer staat lijken crisisoverleg en het beoordelen van teksten pas achteraf te gebeuren, maar dan is het kwaad al gebeurd.
In werkelijkheid was er geen enkele reden om nu al Schwarzkopf-achtige oorlogstaal te bezigen: de wereld loopt geen gevaar door een ophanden zijnde Noord-Koreaanse aanval.
Dat gevaar is er nu wel, want door Trumps onzorgvuldige taalgebruik is de internationale gemeenschap in een week tijd uit de de-escalerende diplomatieke fase gerold, rechtstreeks die van de éscalerende militaire fase in.
En dat terwijl het probleem Noord-Korea vele lagen en dimensies kent – Kim Jong Uns kernwapenprogramma en Amerika’s kwetsbaarheid voor diens enorme raketten (ICBM’s) zijn er daar twee van. Lagen die afzonderlijk moeten worden afgepeld. De eerste die eraf moet, is het risico op escalatie: een militaire confrontatie heeft immers desastreuze gevolgen. Dat betekent vóór alles: afwisselend praten en dwingen, niet dreigen. In een sfeer van oplopende spanning wordt het onderscheid tussen dreigen en daadwerkelijk aanvallen immers steeds vager, met alle gevolgen van dien.
Door over te stappen van diplomatie naar militaire dreiging houdt president Trump zijn ”America first”-programma wellicht geloofwaardig (Amerikaanse kwetsbaarheid wordt door hem niet geduld), hij bewijst er de wereld geen dienst mee.