Hoe katholiek zijn gereformeerde christenen?
Zondag aan zondag belijden reformatorische christenen een algemene kerk te geloven. Maar wat is katholiciteit voor een gereformeerd mens? Prof. dr. W. van Vlastuin ging op zoek naar het antwoord. „Bij elke scheuring van de kerk verlies je iets van de volheid van het geloof.”
Met zijn jongste boek snijdt prof. W. van Vlastuin een even actueel als spannend thema aan: de betekenis van het begrip katholiciteit in gereformeerd perspectief. De hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam en rector van het Hersteld Hervormd Seminarium pleit onder meer voor terugkeer naar het woord katholiek in de Apostolische Geloofsbelijdenis. Algemeen is hem veel te vlak. Dat past bij een vakbond of een ouderdomswet, niet bij Gods kerk. Ten onrechte lieten protestanten zich door de kerk van Rome een kostbaar begrip ontnemen. Vanaf gereformeerde kansels dient op zondagmiddag te klinken: „Ik geloof de heilige katholieke kerk.”
Waardoor bent u door dit onderwerp gegrepen?
„Ik ben opgegroeid in een oud gereformeerde gemeente, voor mij als kind dé kerk. Veel klasgenoten op de middelbare school behoorden tot de Gereformeerde Gemeenten. Regelmatig gingen ze naar jeugdbijeenkomsten en bondsdagen. Enerzijds was ik een beetje jaloers op hen, anderzijds vond ik hen licht. Zo ontstond mijn eerste reflectie op de kerk. Langzamerhand ontdekte ik dat oud gereformeerd zijn alles te maken heeft met ds. Ledeboer en ds. Boone, die beiden een grote betrokkenheid op de Nederlandse Hervormde Kerk hielden. Vanuit het verlangen naar eenheid en de weg van God in de geschiedenis van Nederland.”
Hoe hebt u het Samen-op-Wegproces beleefd?
„Het slot daarvan heeft me heel veel aanvechting en twijfels bezorgd, door de verdeeldheid die in hervormd-gereformeerde kring ontstond. Het liefst was ik meegegaan de Protestantse Kerk in. Alle argumenten die daarvoor werden aangedragen heb ik eerlijk gewogen, maar naar mijn overtuiging waren ze niet deugdzaam. Dat is de verstandelijke verantwoording.
Daaronder ligt de laag die te maken heeft met je hart en de weg van God in je leven. De jaren tussen 1996 en 2004 heb ik als crisisjaren ervaren. Het thema katholiciteit werd toen voor mij heel existentieel. Ik kon niet mee naar de Protestantse Kerk omdat ik het geen katholiek proces vond. Er was sprake van een bewuste verwijdering van de orthodoxie en men ondernam een eenmansactie, zonder andere kerken uit de gereformeerde traditie. Vergelijkbaar met het recente onkatholieke besluit van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt om de vrouw in het ambt te aanvaarden, zonder rekening te houden met de internationale gereformeerde wereld en de geschiedenis van 2000 jaar kerk. Elke denominatie heeft het in zich om een eigen weg te gaan. We hebben allemaal onze eigen synodes en specialismen in de leer, om ons daarmee te profileren.”
Ligt hier niet het gelijk van Rome?
„De eenheid van de Rooms-Katholieke Kerk houdt ons inderdaad een spiegel voor. We zijn zo modern dat we niet eens meer lijden onder de verscheurdheid.”
U opent uw boek met de visie van belangrijke representanten van de Vroege Kerk op katholiciteit. Wat viel u vooral op?
„Dat de kerk voor hen echt het lichaam van Christus is. Dat kun je je niet concreet genoeg voorstellen. Men dacht vanuit de zichtbare kerk en vanuit het geheel. Eén hoofd met een ongedeeld lichaam. Als de kerk werkelijk het lichaam van Christus is, kan er maar één kerk zijn. Die twee zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Christus is present in het lichaam. Cyprianus benadrukt daarnaast dat de kerk de tempel van de Heilige Geest is. In de kerk ben je dus in aanwezigheid van de Geest.”
Augustinus sprak over de onzichtbare kerk. Ging daarmee een wissel om?
„Dat zou ik niet graag beweren. Ook hij bleef denken vanuit de zichtbare kerk, al legde hij wel andere accenten. Zo stelt hij dat er schapen buiten de kerk zijn en wolven binnen de kerk. Het laatste heeft men zich altijd gerealiseerd, het eerste was nieuw. Cyprianus zei met grote stelligheid: er is geen heil buiten de kerk.”
Deel 2 van uw boek behandelt het denken over katholiciteit in de gereformeerde traditie. Wat is de belangrijkste verschuiving?
„De Reformatie is een beweging die samenhing met de opkomst van de moderniteit in de late middeleeuwen. Daardoor kwam het individu veel meer centraal te staan. Een van de gevolgen is dat de kerk in toenemende mate wordt bezien vanuit de gelovige of wedergeboren mens, en niet vanuit het geheel. In het Apostolicum komt na de belijdenis van het geloof in de Heilige Geest eerst het belijden van de kerk, pas daarna de vergeving van de zonden. De vergeving staat in het kader van de kerk, niet andersom. Toch wordt in veel gereformeerde dogmatieken eerst gesproken over het heil; de kerk is min of meer een aanhangsel. Dat is symptomatisch.”
Wat verstaat u zelf onder katholiciteit?
„Het begrip gaat terug op „heelheid” of „volheid.” Zo versta ik het ook. Een katholieke christen denkt vanuit het geheel. Dat heeft een universele dimensie –de wereldwijde kerk van alle eeuwen– en een kwalitatieve dimensie: de heelheid van het geloof, de orthodoxie. Bij elke scheuring van de kerk verlies je iets van de volheid van het geloof. In mijn boek gebruik ik het beeld van een bloem waar alle blaadjes uit getrokken zijn. Dat is de situatie van vandaag. We zien losse blaadjes in de vorm van denominaties. Die hebben iets te maken met de bloem, maar ze zijn het niet meer. Je kunt de blaadjes bij elkaar leggen, maar daarmee heb je de bloem niet terug. Het geheel is meer dan de som van de delen.”
Denkt u bij katholiciteit primair aan de zichtbare of aan de onzichtbare kerk?
„Ik wil denken vanuit de zichtbare kerk. We mogen de onzichtbare kerk daar nooit van losmaken. Wat dat betreft is mijn uitgangspunt dat van de Vroege Kerk.”
Daarna is er in het kerkelijk denken alleen maar verlies geboekt?
„Eigenlijk wel. Calvijn en Bullinger zijn de meest katholieke van de reformatoren. Ook de puritein James Ussher dacht nog sterk katholiek. Je ziet echter ook heel onkatholieke benaderingen opkomen. Ik heb grote waardering voor John Owen, maar met zijn kerkelijk standpunt heb ik niets. Owen kan prima leven met de verdeeldheid en bevordert die zelfs, door alle nadruk te leggen op de onzichtbare kerk.”
Bestaat er wel zoiets als gereformeerd katholicisme, of is dat net als rooms-katholicisme ten diepste een tegenstelling in zichzelf (contradictio in terminis)?
„Voor mij is gereformeerd niets anders dan katholiek. De Schotse prediker John Duncan zei: „Ik ben eerst christen, daarna katholiek, dan calvinist, dan een voorstander van de kinderdoop en ten slotte voorstander van een presbyteriale kerkregering. Die volgorde kan ik niet omdraaien.” Dat is een houding die meer beoefend zou mogen worden, maar het zwakke van deze benadering is de suggestie dat het gereformeerde een verbijzondering van het katholieke is. Dat is nu juist niet katholiek. De Reformatie wilde het katholieke geloof en de katholieke kerk reformeren.”
Volgens Guido de Brès zijn de ware en de valse kerk eenvoudig van elkaar te onderscheiden. Is dat zo?
„Het onderzoek dat ik deed, bracht mij ook tot het inzicht dat de Reformatie vooral een herontdekking van de kerk als lichaam van Christus was. Daarom was de figuur van de paus als hoofd van de kerk onverdraaglijk voor de reformatoren. Zodoende kon De Brès zo duidelijk zijn over de valse kerk. Zijn belijden rekent niet met onze versplintering. Daardoor zijn we het zicht op katholiciteit verloren. We hebben het over de blaadjes, niet over de bloem. Afgezien van de vraag of de blaadjes nog leven.”
Waar liggen voor u de grenzen van de katholiciteit?
„Het is beter om bij het centrum van de katholiciteit te beginnen. De grenzen zijn niet zo gemakkelijk aan te geven. In Washington zat ik eens in een taxi bij een chauffeur die Jehova’s getuige was, maar volgens mij kende die man de kracht van het bloed van Christus. Op de meest rare plaatsen kun je ware christenen ontmoeten.”
Voor de Reformatie vielen de doopsgezinden buiten de katholieke kerk.
„Omdat ze zichzelf daarbuiten plaatsten, door onderdelen van de katholieke leer, zoals de kinderdoop, uitvindingen van de duivel te noemen. Later kwam daar verandering in en nam de wederzijdse herkenning toe. Ik zou baptisten niet graag buiten de katholieke kerk plaatsen.”
Hoe beoordeelt u nationale kerken?
„Je ontkomt niet aan een nationale vorm van de kerk, maar die mag nooit nationalistisch worden en zich daarmee isoleren van de wereldwijde kerk. Ook daarin kunnen we veel leren van de reformatoren. Die waren internationaal georiënteerd. De Hervormde Kerk van Nederland beleed een gestalte van de katholieke kerk van Christus te zijn. Dat is de juiste houding.”
Is katholiciteit verenigbaar met het accentueren van eigen theologische accenten?
„Mijns inziens niet. In ons kerkelijk leven zit heel veel reactietheologie. In het verzet tegen bepaalde theologische tendensen slaan we door naar het andere uiterste en verdwijnt evenzeer het Bijbelse evenwicht. Met elke reactie verlies je iets van de katholiciteit, de volheid. We zijn geroepen een katholieke boodschap te brengen. Geen waarheden uit een subtraditie waarmee we het gelijk van onze eigen denominatie willen bewijzen, maar datgene wat overal waar is. In Nederland, Nigeria, Rusland… We moeten niet sociologisch maar theologisch over de kerk denken. Dan zeggen we niet langer dat we van Calvijn, van Kuyper of van Comrie zijn, maar beseffen we dat ze alle drie tot de kerk behoren. En dat we van alle drie kunnen leren. Ireneus zegt: Er is één waarheid, zoals er één zon is. Dat vind ik een geweldig beeld.
Onze grondhouding is vaak dat wij over de waarheid beschikken. Vervolgens kijken we om ons heen of er nog mensen zijn bij wie we geestelijke herkenning ervaren. Zo maak je jezelf tot uitgangspunt. Heel wezenlijk is voor mij wat Paulus zegt in Efeze 3:19. We hebben al de heiligen nodig om iets te verstaan van de lengte, de breedte, de hoogte en de diepte van de liefde van Christus. Dat is anti-exclusief: een denken vanuit het geheel en vanuit Christus. Het benadrukken van het eigene van de denominatie waartoe we behoren is in z’n ultieme vorm het kenmerk van een sekte.”
Hoe beoordeelt u het gebed: „Brengt U nog eens bij elkaar wat bij elkaar hoort”?
„Dat is een prachtig gebed, mits het uit echte verlegenheid wordt geboren. Daar ben ik niet helemaal gerust op. Ik vrees dat we vaak onze agenda aan God voorleggen, omdat we allang weten wie er bij ons horen. Dan bidden we of de mensen die nu verkeerd zitten bij ons verbandje mogen komen. Katholiek denken maakt je juist mild naar anderen en kritisch naar jezelf. Het geeft de bereidheid om van anderen te leren.”
Wordt met het genoemde gebed niet onze schuld en roeping tot Gods schuld en roeping gemaakt?
„Dat kan een valkuil zijn; tegelijk ben ik huiverig voor onze maakbaarheid. We kunnen wel de blaadjes uit een bloem trekken, maar zijn niet in staat er weer een bloem van te maken. Daarvoor is een wonder van God nodig, al neemt dat onze roeping niet weg. Het is net als met de zondeval: wij kunnen het wel bederven maar niet goedmaken. Het verstaan van onze verantwoordelijkheid is in de eerste plaats het verstaan van onze schuld.”
„We zullen moeten erkennen dat we de kerk als lichaam van Christus kwijt zijn”, stelt u in uw boek. Dat is nogal een uitspraak.
„Ja, we zien wel denominaties, maar zien wij de kerk als lichaam van Christus? Door mijn onderzoek ben ik me nog meer bewust geworden van de gebrokenheid en mijn verlegenheid met die situatie. Aan de andere kant beleef ik nu bij het betreden van de kerkzaal op zondag bewuster dat ik in het lichaam van Christus en in de tegenwoordigheid van Hem treed. En dat het dáár moet gebeuren. De ontmoeting met God is er in de eerste plaats in de kerk, en pas in de tweede plaats in de binnenkamer. Deze volgorde is onomkeerbaar. In de kerk zijn we op de heiligste plaats in de wereld; de brandende braambos.”
Heeft uw eigen kerkverband na 2004 aan katholiciteit gewonnen of ingeboet?
„Zoals gezegd was de vorming van de Protestantse Kerk in Nederland mijns inziens geen katholiek proces, maar de Hersteld Hervormde Kerk loopt het gevaar in reactie hierop ook in termen van een denominatie te gaan denken. Dat illustreert de misère waarin we met elkaar verkeren.”
”Katholiek vandaag”, prof. dr. W. van Vlastuin; uitg. De Banier, Apeldoorn, 2017; ISBN 9789402902594; 340 blz.; € 17,95.
Lees ook in Digibron:
Katholiek protestant - interview met dr. W. van Vlastuin (Reformatorisch Dagblad, 21-05-2015)