Nederlandse leger niet nodig in Afghanistan
Het heeft geen zin Nederlandse militairen naar de Afghaanse provincie Baghlan te sturen.
Dat blijkt uit een brief van de gouverneur van Baghlan, Faqir Mohd, aan de Afghaanse president Hamid Karzai, en uit besprekingen met de Duitse luitenant-kolonel Joachim Spross, hoofd van de civiel militaire samenwerking (CIMIC).
Minister Kamp van Defensie liet enkele weken geleden weten van plan te zijn honderd militairen naar Baghlan te sturen. Nederland zou daar de leiding moeten nemen over een zogeheten provinciaal wederopbouwteam (PRT) en er gaan samenwerken met de Duitsers, die al een PRT in de aangrenzende provincie Kunduz hebben.
Gouverneur Mohd schrijft liever met de Duitsers samen te werken omdat hij hen kent, vertrouwt en tot nu toe goed met hen heeft samengewerkt. Ook overste Spross meent dat het geen zin heeft militairen naar Baghlan te sturen „als alles al is gedaan.”
Het ministerie van Defensie kent de uitspraken van Spross, zei een woordvoerder dinsdagmorgen. Hij wijst er echter op dat minister Kamp van Defensie onlangs over uitzending naar Afghanistan heeft gesproken met de chef van Spross, de Duitse minister van Defensie, Struck. Naar aanleiding van dat gesprek wordt een verkenningsmissie naar de Afghaanse provincie Baghlan gestuurd. De verkenners brengen vervolgens advies uit aan de bewindslieden Kamp en Bot van Buitenlandse Zaken. Die nemen op hun beurt een besluit tot uitzending op basis van dat advies. Wanneer het kabinet daartoe beslist, is nog niet bekend.