Geen half werk
Mattheüs 7:13
„Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort en breed is de weg die tot het verderf leidt, en velen zijn er die door dezelve ingaan.”
Om deze zaligheid te bewerken, werd de Heere Jezus mens. En in gedaante gevonden als een mens werd Hij gehoorzaam tot de dood, ja de dood van het kruis. Als er een andere weg tot verlossing mogelijk was geweest, zou de bittere beker aan Hem zijn voorbijgegaan. Het ligt in de rede dat de Geliefde van de hemel niet zou zijn gestorven om ons zalig te maken als het mogelijk was geweest ons voor een lagere prijs te bevrijden. Oneindige genade bracht het grote Offer. Oneindige Liefde onderwierp Zich om onzentwil aan de dood. Hoe kunnen wij ons voorstellen dat er een andere weg kan zijn dan die God heeft gebaand voor zo’n prijs en die Hij in de Heilige Schrift zo eenvoudig en zo dringend heeft bekendgemaakt? Het is beslist waar dat „de zaligheid niet in een Ander is, want er is ook onder de hemel geen andere Naam, Die onder de mensen gegeven is, door Welke wij moeten zalig worden.”
Te veronderstellen dat de Heere Jezus de mensen maar half heeft gered, en dat er enig werk van henzelf nodig is, is goddeloos. Wat is er van ons dat aan Zijn bloed en gerechtigheid kan worden toegevoegd? „Al onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed.” Kunnen deze worden aangebracht op het kostbare weefsel van Zijn goddelijke gerechtigheid? Het is een belediging voor de Zaligmaker.
Charles Haddon Spurgeon,
predikant te Londen
(”Rond de enge poort”, 1889)