Nieuwe hoofdredacteur Friesch Dagblad op missie in ontkerkelijkend Friesland
„Ik fyn it geweldich om wer oan ’e slach te gean by it FD.” Hildebrand Bijleveld (51) bleef een Fries, al woonde hij decennia buiten zijn geboorteprovincie. Nu keert hij terug, als nieuwe hoofdredacteur van het Friesch Dagblad.
In de periode dat hij uit Friesland weg was, heeft de ontkerkelijking sterk doorgezet. Des te belangrijker is de taak van een christelijke krant, vindt Bijleveld. „Journalistiek die ingebed is in het christelijk geloof, duidt het nieuws en steunt ouders die hun kinderen in deze samenleving moeten grootbrengen. De korte nieuwtjes brengen we digitaal, en we hopen mensen ermee naar de papieren krant te leiden, want die hebben ze nodig voor de context van het nieuws.”
Bijleveld wil met de lezers in gesprek, via digitale en interactieve platforms die zijn krant het komende halfjaar opzet.
Twee nadelen weet de toekomstige redactiebaas te noemen van de nieuwe wending in zijn loopbaan: „Het Reformatorisch Dagblad moet op zoek naar een opvolger van mijn zoon als een van de bezorgers in Loosdrecht. Zelf laat ik een mooie werkkring los; dat is een pijnpunt.”
Bij Stichting Timon zette Bijleveld de achterliggende anderhalf jaar het begeleid wonen van alleenstaande minderjarige asielzoekers op. „Vanaf nul. We bieden nu een paar honderd kinderen opvang. Daar heb ik veel voor mogen doen. Maar bij Timon begrijpen ze de keuze voor het FD wel: ik ben nu eenmaal journalist, en een geboren en getogen Fries. Mijn hele familie woont in Friesland.”
Lijdende kerk
Zijn loopbaan begon bij schippersblad Schuttevaer. Het FD was zijn tweede werkgever, in de jaren 1987-1989. Daarna was Bijleveld correspondent in Zuid-Amerika voor Trouw en Radio 1. Hij doceerde aan de Evangelische School voor Journalistiek, werkte als verslaggever voor de Persunie en later als politiek redacteur bij de GPD. Daarna was hij een van de gezichten van de Evangelische Omroep op radio en tv, terwijl hij er ook eindredacteur informatieve programma’s was.
De periode als buitengewoon zendingsarbeider van de PKN in Zuid-Sudan (2000-2016), waar Bijleveld leidinggaf aan een krant en onafhankelijke radiostations, noemt hij „enorm vormend” voor het gezin. Hij maakte gevaarlijke situaties mee. „Daar hebben we de lijdende kerk leren kennen, en we hebben nog veel contact met vrienden daar. Het is heel verdrietig hoe het hun vergaat. Een van hen wordt momenteel door de veiligheidsdienst gezocht. Nederlanders beseffen zo weinig hoe dankbaar ze mogen zijn voor de godsdienstvrijheid in ons land; dat wil ik echt uitdragen.”
Het lijntje van zijn buitenlandervaring naar zijn toekomstige werk –vanaf 1 oktober– is niet lang: „Friezen zijn niet dorps, hebben geen blikvernauwing, ze zijn echt betrokken op de wereld om hen heen.”
Bijleveld groeide op in de Christelijke Gereformeerde Kerken; hij kerkt nu in een hervormde PKN-gemeente. „In Friesland gaan we te zijner tijd op zoek naar een gemeente waar we ons met het hele gezin thuis zullen voelen.”
Intussen heeft zijn ruim 10.000 abonnees tellende krant een taak, vindt de nieuwe hoofdredacteur. „Friezen hebben geen neiging tot kerkelijke strijd. Ook in Friesland is bij velen de kerkgang in het slop geraakt, maar velen hebben wel een diepgeworteld besef dat er een God is: zonder God was er geen leven, is er geen leven en zal er ook geen leven zijn.
Het Friesch Dagblad wil ook lezers aanspreken die niet –zoals bij de abonnees van het RD– op voorhand iedere dag vanuit dat besef en geloof leven. Ook met hen wil het FD discussies op gang brengen over geloof en wetenschap, over duurzaamheid en landbouw. In de afgelopen jaren bleek dat die thema’s ook mensen buiten Friesland aanspreken.”
Opgebloeid
Bijleveld zegt graag het gesprek aan te gaan. En dat kan in zijn moerstaal. „Met mijn vrouw spreek ik Fries. Maar in Sudan schakelden we met de kinderen over op het Nederlands, want daar heb je buiten Nederland wel iets meer aan.”
Over de toekomst van het Friesch Dagblad is Bijleveld positief gestemd. „Financieel is er een moeilijke periode geweest. Nu gaat het al verscheidene jaren een stuk beter. De Noordelijke Dagbladcombinatie (NDC), die de krant zomer 2013 overnam, wil er echt in investeren.”