Het tegen vallend gesteente beschermde voertuig haalt hooi en stro uit de gangen. Buiten wordt dat afgeblust, op een vrachtwagen geladen en naar een hoger gelegen wei gebracht. Daar wordt het smeulende hooi definitief geblust.

Tientallen brandweerlieden en andere hulpverleners zijn ingezet om de klus te klaren. Tijdens het werk blijven mijndeskundigen en brandweermensen de gangen op loszittend gesteente controleren. Het blussen kan enkele dagen in beslag nemen.

Om het zicht in de gangen te verbeteren is een grote ventilator voor een van de ingangen gezet. De weggeblazen rook komt via een andere ingang naar buiten. Daardoor neemt de rookoverlast voor de omgeving wel toe. Mensen moeten ramen en deuren gesloten houden.