Het is in het landsbelang om de middenklasse zo snel mogelijk tegemoet te komen
Het is een regelmatig terugkerend onderwerp onder economen: de middenklasse die in het Westen al decennialang onder druk staat.
Vóór de huidige crisis werd dat gecamoufleerd doordat mensen steeds nieuwe leningen kon afsluiten om meer te kunnen uitgeven, maar nu dat gordijn is weggevallen, heeft de crisis de aanslag op de middenklasse voluit blootgelegd. De globalisering, die gouden bergen zou brengen, blijkt de middenklasse juist een verslechtering te hebben opgeleverd. De kritische geluiden over immigratie en open grenzen, een gebrek aan vertrouwen in politici, steeds verder afkalvende steun voor Europese samenwerking, het zijn allemaal uitingen van het besef dat de voordelen van globalisering vooral bij anderen terecht zijn gekomen.
Onlangs verscheen een studie daarover van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). De conclusie luidt dat er in Nederland gelukkig geen sprake is van een middenklasse die krimpt, in verval raakt en uitgehold wordt. Wie het rapport leest, zal echter snel zien dat die conclusie erg merkwaardig is.
De onderbouwing voor de genoemde conclusie luidt namelijk als volgt: middengroepen weten in meerderheid hun positie te handhaven en sociale achteruitgang te voorkomen. Dat doen zij door harder te werken in meer onzekere omstandigheden. Zij hebben vaker twee inkomens nodig, moeten rekening houden met de flexibiliteit en tijdelijkheid van werk, dienen werk en zorgtaken te combineren en meer zelfredzaamheid aan de dag te leggen om risico’s het hoofd te bieden. Dit alles gaat gepaard met toenemende gevoelens van onzekerheid. Ook is er het gevoel dat de overheid te weinig doet voor het midden.
Met andere woorden: om op dezelfde plek te blijven staan, moet de middenklasse steeds harder lopen. Ze moet steeds meer andere taken doen en mensen uit die groep lopen continu het gevaar hun baan te verliezen. Daar komt nog eens bij dat, volgens de WRR, leren niet loont voor de middenklasse. Voor zover de middenklasse nog aan het werk is, staat het inkomen onder druk door aanhoudende inflatie, die vaak harder stijgt dan het inkomen. Hoe wereldvreemd moet je dan niet zijn, in wat voor ivoren toren moet je dan leven om toch te concluderen dat er eigenlijk niets aan de hand is met de Nederlandse middenklasse?
Uit mijn eigen onderzoek, onder meer voor mijn boek ”Geldmoord”, dat ook over die aanslag op de middenklasse gaat, blijkt dat inflatie een belangrijke reden is voor de stagnatie van die groep in de afgelopen decennia. Inflatie is de ergste vijand van de middenklasse, zo u wilt. Dat o zo belangrijke onderwerp, inflatie ofwel geldontwaarding, komt echter in het hele WRR-rapport niet één keer voor! Het is alsof je over religie spreekt zonder de naam van God ook maar één keer te laten vallen.
Na het lezen van het WRR-rapport kan ik helaas niet anders dan concluderen dat het een flutrapport is. Belangrijke zaken rond de vraag hoe de middenklasse er voor staat, komen niet aan bod en de conclusies en onderbouwingen spreken zichzelf tegen. Het is verspilling van de tijd en het vele geld dat het rapport gekost heeft. Geld dat, ironisch genoeg, voor een belangrijk deel uit de zakken van diezelfde middenklasse is gekomen, want de WRR wordt gefinancierd uit belastingopbrengsten.
Het is bijzonder jammer dat het WRR-rapport in de prullenbak kan. Hoe het met de middenklasse gaat, is namelijk zeer belangrijk voor elk land. Een sterke, gezonde en groeiende middenklasse staat garant voor economische, politieke en maatschappelijke stabiliteit; de middenklasse is als het ware de lijm die een maatschappij bij elkaar houdt. Een aanslag op de middenklasse zet dan ook de deur open voor instabiliteit op die gebieden. Die instabiliteit zien we heel duidelijk in Nederland en het is daarom in het landsbelang zo snel mogelijk op te treden om de middenklasse te helpen.
Dit WRR-rapport had het startschot daarvoor kunnen zijn, maar het is helaas een gemiste kans. Wellicht had het geholpen als de onderzoekers zelf uit de middenklasse afkomstig waren geweest en geen professoren waren die tig keer modaal verdienen, bijbaantjes hebben en bijdragen aan allerlei rapporten van talloze overheidsadviesraden. Nog een nutteloos rapport erbij. De middenklasse trakteert, die rent nog wel wat harder. Daar is ze inmiddels bedreven in.
De auteur is monetair econoom en publicist.