Dat heeft minister Koenders (Buitenlandse Zaken) donderdag geantwoord op Kamervragen van het CDA over de confiscatie van vijftig kerken, kloosters en begraafplaatsen door Turkije.

Het gaat de bewindsman „op dit moment” te ver om te stellen dat er in Turkije sprake is van systematische christenvervolging. „Wel blijven de rechten en positie van christelijke minderheden een zorgpunt.”

Hij belooft dat het kabinet Turkije zal blijven aanspreken op de verplichtingen die het land heeft om minderheden te beschermen.

In dat land is al langere tijd sprake van rechtszaken omtrent de onteigening van Aramese eigendommen in de provincie Mardin, erkent Koenders. Hij weerspreekt dat kerken en kloosters in beslag zijn genomen. „Formeel is er sprake van eigendomsoverdracht naar aanleiding van bestuurlijke herindeling binnen de provincie Mardin.” Het gaat volgens Turkije „niet om confiscatie.”

Het resultaat van die herindeling is evenwel dat „een aantal eigendommen die al meer dan duizend jaar in gebruik zijn bij de Aramese gemeenschap, nu eigendom is geworden van de Turkse staat.”

Over die „zorgelijke kwestie” onderhoudt de ambassade in Turkije nauw contact met de Aramese gemeenschap en organisaties die zich bezighouden met de rechten van minderheden in Turkije, stelt Koenders.