Kerk & religie

Contacten gkv en cgk verlopen nogal eens „moeizaam”

Hoewel er op veel plaatsen in het land sprake is van contacten tussen gereformeerde kerken vrijgemaakt en christelijke gereformeerde kerken, melden nogal wat vrijgemaakte kerken dat deze contacten moeizaam verlopen (op 20 plaatsen), dan wel vastgelopen zijn (op 21 plaatsen).

Kerkredactie
28 May 2004 22:25Gewijzigd op 14 November 2020 01:16

De grootste „knelpunten” blijken te zijn de „toe-eigening van het heil” en de toelating van gasten aan het heilig avondmaal. Ook onderwerpen als visie op de kerk, gemeenteperforatie en schriftgezag liggen gevoelig. „De CGK vindt de GKV „te licht””, zo wordt nogal eens opgemerkt.

Deze en vele gegevens meer zijn te lezen in het eindverslag van een vorig jaar gehouden enquête onder alle gereformeerde kerken vrijgemaakt, dat deputaten kerkelijke eenheid van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) deze week aan alle kerkenraden binnen de GKV hebben gestuurd (zie tabellen).

Deputaten kregen van de generale synode van Zuidhorn (2002) de opdracht om „in goed contact met de plaatselijke kerken en regio’s de kerkelijke eenheid te bevorderen.” Met het oog hierop moesten zij informatie hebben van elke plaatselijke gkv, schrijven zij in hun eindverslag. Om deze informatie te verkrijgen stelden zij een uitvoerige enquête op, met ruim 120 vragen.

Deze werd door 229 van de 272 kerken geretourneerd; een (hoge) respons van 84 procent. De resultaten geven de (inmiddels alweer wat verouderde) situatie weer waarin de GKV zich per 1 maart 2003 ten opzichte van de CGK en de NGK bevonden.

Op 107 plaatsen in het land hebben gereformeerde kerken vrijgemaakt contacten met de lokale christelijke gereformeerde kerk (cgk). In iets minder dan de helft van deze plaatsen (51) is sprake van wederzijdse erkenning als ware kerk. Op 21 plaatsen is sprake van kanselruil, terwijl op 13 plaatsen ook gezamenlijke kerkdiensten worden gehouden.

Van de 50 vrijgemaakte kerken die contacten hebben met een Nederlands gereformeerde kerk (Ngk) is op 9 plaatsen sprake van een wederzijdse erkenning als ware kerk. Op 2 plaatsen (Deventer en Zaandam) is sprake van kanselruil; in Zaandam worden ook gezamenlijke erediensten gehouden (overigens: juist gisteren maakten de gkv en de Ngk van Zaandam bekend dat zij samen een beroep hebben uitgebracht op de vrijgemaakte predikant E. J. van den Bos te Noordbergum).

Van de 50 vrijgemaakte kerken die op lokaal niveau contact hebben met een Ngk, gaven er 11 aan dat deze contacten zijn vastgelopen; 14 dat ze moeizaam verlopen. „In de contacten met de NGK blijken de grootste knelpunten het functioneren van het kerkverband, de Kerkorde, het Akkoord van Kerkelijk Samenleven (AKS) en het ondertekeningsformulier te zijn. Daarna worden de binding aan de belijdenis en de ruimte en de tolerantie in de kerk het meest genoemd. Het onderwerp Vrouw en ambt scoort daarna het hoogst.” Dat slechts enkele vrijgemaakte kerken laatstgenoemd thema als knelpunt melden, heeft wellicht te maken met het feit dat de enquête al in februari/maart vorig jaar is gehouden en het onderwerp juist nu speelt.

Van de 122 plaatsen in Nederland waar zich zowel een gkv als een cgk bevindt, zijn er 61 waar bovendien een Ngk aanwezig is. In 33 van deze plaatsen heeft de cgk plaatselijke contacten met de Ngk; 16 van de 33 vrijgemaakte kerken geven aan dat deze plaatselijke relaties tussen de cgk en de Ngk problemen of vertragingen geven voor de contacten tussen de gkv en de cgk. Op 16 plaatsen is sprake van gezamenlijk overleg tussen gkv, cgk en Ngk.

Door de generale synodes (van Berkel, Leusden en Zuidhorn) vastgestelde regels en handreikingen voor plaatselijke samensprekingen worden maar matig gebruikt, zo komt uit de enquêteresultaten naar voren. Kerkenraden wijzen in dit verband onder meer op het „zigzagbeleid” van de synode (van Zuidhorn). „De regels en handreikingen geven op diverse plaatsen problemen”, concluderen deputaten in hun eindverslag. „Navraag daarover en gesprekken hierover met diverse kerken, waren voor deputaten aanleiding om bij de generale synode een voorstel in te dienen tot wijziging van de regels.”

Het verslag maakt verder melding van „acties” die deputaten willen ondernemen naar aanleiding van de enquêteresultaten. Zo willen zij een aantal „regionale miniconferenties” organiseren met kerken die problemen rapporteren in de contacten met de cgk dan wel de Ngk.

In 2006 willen deputaten een vervolgenquête houden. Zij willen dan onder meer nagaan waarom sommige plaatselijke kerken (nog) geen contacten hebben met de plaatselijke cgk of Ngk en „proberen hierin verandering tot stand te brengen”, navraag doen naar oorzaken van moeizaam verlopende of zelfs vastgelopen plaatselijke contacten en daarna zonodig contact opnemen of met deze kerken in gesprek gaan; vragen naar het functioneren van het nieuwe kader voor plaatselijke contacten en naar de problemen die het werken ermee oplevert in de praktijk; nagaan welke kerken te maken hebben met een plaatselijke samenwerkingsgemeente cgk/Ngk en vragen naar de problemen die dit geeft, en zo nodig met deze kerken gezamenlijk daarover in gesprek gaan. Ten slotte: 27 kerken hebben plaatselijke contacten met een andere kerk dan een cgk of Ngk. „In de enquête van 2006 vragen we naar het doel en de status van deze contacten. Zonodig zullen we daarna met hen contact opnemen of in gesprek gaan.”

De vrijgemaakte synode van Zuidhorn besloot in 2002 verder te gaan met de CGK op de ingeslagen weg naar oecumene via een „federatief groeimodel.” Dit besluit volgde op een in 2001 genomen besluit van de christelijke gereformeerde synode van Leeuwarden/Nunspeet. Deze sprak uit dat het federatief groeimodel een goede vorm is om aan de eenheid tussen de kerken in een proces van geleidelijkheid verder gestalte te geven. Zij drong daarbij echter aan op „niet te snelle uitvoering.” De CGK wachten op dit moment de resultaten af van een onder hun kerken gehouden enquête (vergelijkbaar met de enquête die binnen de GKV is gehouden), aldus ir. K. Mulder, secretaris van het deputaatschap kerkelijke eenheid van de GKV. De enquête, de evaluatie daarvan en de daaraan gekoppelde voorstellen zullen op de christelijke gereformeerde synode van dit najaar aan de orde komen. „We wachten af wat de synode van de CGK gaat besluiten.”

Hoewel de resultaten van de CGK-enquête inmiddels bekend zijn, wil prof. dr. J. W. Maris, voorzitter van het christelijke gereformeerde deputaatschap eenheid van de gereformeerde belijders in Nederland, er nog niets over kwijt. „We volgen wat dat betreft een wat ander traject dan de GKV: we rapporteren aan de synode, voor die tijd komen we er niet mee naar buiten.” Overigens, zegt prof. Maris, „vinden we enquête een wat werelds woord. Wij spreken daarom van een raadpleging. Daarbij hebben we vooral willen peilen hoe de reacties binnen onze kerken zijn op het federatief groeimodel.”

De vrijgemaakte synode van Zuidhorn besloot in 2002 de mogelijkheid van plaatselijke kanselruil en avondmaalsviering tussen vrijgemaakte kerken en Nederlands gereformeerde kerken (waartoe de synode van Leusden, drie jaar daarvoor, de mogelijkheid had geopend) terug te draaien - met betuiging van spijt voor de onvaste koers op dit punt. In Zaandam en Deventer was hiertoe van de kant van de vrijgemaakte classis echter al groen licht gegeven. Deze kerken werden niet gedwongen om op hun gemaakte afspraken terug te komen. Wel werd hun in overweging gegeven „vooralsnog in goed overleg geen verdergaande stappen te zetten”, aldus de ”Revisie Regels van Leusden en Nederlands Gereformeerde Kerken”.

Bij verschillende vrijgemaakte kerken leidde het besluit van Zuidhorn tot ergernis. „Op dit moment bezinnen deputaten kerkelijke eenheid zich opnieuw op de regels”, zegt secretaris Mulder. Zij zullen hierover rapporteren aan de generale synode van 2005.

Op plaatselijk niveau gebeuren inmiddels dingen die „heel mooi” zijn, stelt Mulder. „Dat moeten we landelijk niet afremmen. Wat dat betreft, zit er wel eens een spanning tussen wat er landelijk wordt besloten en wat er plaatselijk gebeurt. Ik denk wel dat we meer oog hebben gekregen voor de waarde van de plaatselijke kerk.”

Op deputatenniveau hebben in de achterliggende tijd „goede gesprekken” plaatsgehad tussen de GKV en de NGK, zegt hij. „Zo is er fundamenteel gediscussieerd over de binding aan de belijdenis, een belangrijk knelpunt. We zijn daarin ook een stuk verder gekomen, al is er van overeenstemming nog geen sprake. We hopen in dat opzicht ook dat de Landelijke Vergadering van Lelystad (de generale synode van de NGK, red.) een stap in de goede richting zal zetten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer