Schommelend begin voor Europese beurzen
De Europese aandelenbeurzen schommelden vrijdagochtend rond de slotstanden van een dag eerder. Beleggers waren vooral in afwachting van het inflatiecijfer van de VS en de kwartaalresultaten van drie grote Amerikaanse banken, die later op de dag naar buiten komen.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde in de ochtendhandel 0,1 procent hoger op 519,86 punten. De MidKap steeg ook 0,1 procent, tot 812,19 punten. De beurzen in Frankfurt en Parijs stegen tot 0,1 procent, Londen ging 0,1 procent omlaag.
Koploper in de AEX was staalproducent ArcelorMittal met een winst van meer dan 1 procent, na een adviesverhoging door ING. Volgens analisten van de bank heeft de markt te weinig oog voor de sterke financiële prestaties van het staalconcern en zit er meer waarde verscholen in het aandeel dan tot uiting komt in de huidige beurskoers.
KPN, DSM, Gemalto en Shell stonden onderaan met minnen van 0,2 procent. Altice won 0,1 procent. Het telecom- en kabelconcern heeft in Portugal een deal gesloten voor de overname van een meerderheidsbelang in Media Capital van het Spaanse mediabedrijf Prisa. De ondernemingswaarde van Media Capital is 440 miljoen euro.
Grootste daler in de MidKap was kunstmestproducent OCI met een verlies van 1 procent. Luchtvaartmaatschappij Air France-KLM voerde de stijgers aan met een plus van 1,6 procent.
Bij de kleinere bedrijven daalde Beter Bed 1,9 procent. Volgens analisten van KBC Securities viel de omzetgroei van de Brabantse beddenverkoper in het tweede kwartaal iets lager uit dan verwacht.
In Londen klom Carillion ruim 8 procent. De geplaagde Britse bouwer heeft HSBC Bank aangesteld als financieel adviseur. Analisten denken dat het bedrijf nieuwe aandelen moet uitgeven om geld op te halen. Carillion zag dit jaar zo’n 70 procent aan beurswaarde verdampen. De bestuursvoorzitter stapte deze week op na een winstwaarschuwing.
Skanska zakte in Stockholm 3,7 procent na een winstalarm. Het Zweedse bouwbedrijf moet flink afschrijven op de waarde van een aantal bouwprojecten in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk.
De euro was 1,1415 dollar waard, tegen 1,1392 dollar een dag eerder. De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte 0,4 procent tot 45,92 dollar. Brentolie werd 0,3 procent goedkoper op 48,29 dollar per vat.