Groen & duurzaamheid

‘Groene rivier’ beveiligt Brabantse hoofdstad en dient natuur

De natuur rond de Brabantse hoofdstad heeft een enorme impuls gekregen en de kans op overstroming van de stad is sterk verminderd. Waar boeren hun giertanks leegreden en mais verbouwden, fladdert nu het pimpernelblauwtje, een vlindertje dat nergens anders in Nederland voorkomt. Met een tweedaags symposium zijn afgelopen week de projecten ”Blues in the Marshes” en ”Hoogwateraanpak ’s-Hertogenbosch” afgesloten.

Theo Haerkens
13 July 2017 15:31Gewijzigd op 16 November 2020 11:01

De voormalige spoorbrug van het zogeheten Halve Zolenlijntje over de Moerputten biedt een fantastisch uitzicht over het moerasgebied even ten westen van ’s-Hertogenbosch. Tussen de kranswieren groeit waterweegbree en watergentiaan zorgt voor gele velden tussen de bloeiende waterlelies. De oude veenputten bij Vlijmen zijn in twintig jaar veranderd in een waardevol natuurgebied. Met succes is hier het pimpernelblauwtje uitgezet. Het vlindertje op het Bijenveld floreert, maar belangrijker nog is dat de natuur in het hele Natura2000-gebied volop ruimte heeft gekregen.

Wateropslag

Het Waterschap Aa en Maas, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, de Vlinderstichting, de provincie en de gemeente Heusden zijn trots dat het Vlijmens Ven, de Moerputten, de Vughtse Gement, de Honderd Morgen en de Bossche Broek zijn samengesmeed tot een ‘groene rivier’, een gordel van 700 hectare nat natuurgebied.

Als in tijden van extreem hoog water de riviertjes de Dommel en de Aa niet meer kunnen lozen op de Maas fungeert dit gebied als wateropslag, zodat de stad niet overstroomt en ook de snelweg A2, levensader tussen Amsterdam en Maastricht, niet meer onder water komt te staan. Zodra in 2020 ook de ecologische tunnel onder de A59 klaar is, kan het water ook via het Engelermeer naar de Maas.

De riviertjes kunnen vier dagen lozen voordat er 50 centimeter water staat in het gebied. Als het peil verder stijgt, lopen ook de Moerputten vol. Dertig dagen zijn er nodig om het water weer te laten afvloeien. Dat zal niet vaker gebeuren dan eens in de 100 tot 150 jaar. „Het kan natuurlijk ook volgend jaar zijn”, waarschuwt Albert Vrielink van het waterschap.

Hier voelen Spaanse ruiter, moeraskartelblad, geelhartje, ronde zonnedauw, blauwe knoop en de grote pimpernel zich thuis. Het pimpernelblauwtje met zijn gecompliceerde voortplantingscyclus is het icoon geworden van dit gebied. „Het is allemaal sneller gegaan dan verwacht”, aldus directeur Teo Wams van Natuurmonumenten, die de samenwerking met waterschap een „gouden huwelijk” noemt.

Natuurontwikkeling

Na het hoogwater van 1995 de Bommelerwaard en het Land van Maas en Waal werden ontruimd, de Bossche Broek stond blank en op de A2 bij Den Bosch werd gesurft– was duidelijk dat er iets moest gebeuren. In dat jaar waren de Vughtse Gement en het Vlijmens Ven aangewezen voor natuurontwikkeling. Geïnspireerd door de Beerse Overlaat, een verlaagd stuk Maasdijk dat in de late middeleeuwen de benedenloop van de rivier ontlastte, werd de behoefte aan veiligheid gekoppeld aan de ontwikkeling van nieuwe natuur. Het project zou 58 miljoen kosten.

Door de aankoop en ruil van boerenland kwam er een enorm gebied bij de Brabantse hoofdstad beschikbaar als waterberging, met volop ruimte voor de natuur. Het gebied blijft nat door kwelwater uit de zuidelijker gelegen zandrug. Ideaal voor vochtig schraalgrasland. Om in het afgegraven en kale gebied opnieuw te beginnen, is niet volstaan met het enten van hooi en dus zaden uit de graslanden verderop. Volgens de nieuwste inzichten zijn op dertig plaatsen plaggen overgebracht. Deze grondtransplantatie, waarbij allerlei organismen werden verhuisd, gaven de ontwikkelingen een flinke impuls.

‘Groene rivier’ beveiligt ’s-Hertogenbosch

en dient de natuur

’s-HERTOGENBOSCH. Het pimpernelblauwtje komt in Nederland alleen voor in het blauwgrasland van de Moerputten in ’s-Hertogenbosch. De Vlinderstichting heeft het in 1990 opnieuw uitgezet, in Polen gevangen vlindertjes werden snel naar ’s-Hertogenbosch gebracht. Ze leven kort en hebben weinig tijd om zich voort te planten. De vlinders zijn voor de voortplanting aangewezen op de grote pimpernel, een plant die uitsluitend groeit in natte hooilanden die vaak worden gemaaid.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer