OM niet in beroep in verdrinkingszaak Rhenen
Het Openbaar Ministerie (OM) gaat niet in hoger beroep tegen de vrijspraak van de twee leerkrachten in de zaak van het verdronken Syrische schoolmeisje in Rhenen.
Ook vecht het de strafmaat van de drie wel veroordeelde badmeesters niet aan. Verder is het OM niet van plan de schoolleiding te vervolgen voor het ontbrekende toezicht bij het schoolzwemmen, waarover de rechter zich kritisch had uitgelaten.
De badmeesters zelf hebben overigens al wel aangekondigd hun veroordeling aan te vechten. Ze kregen vorige maand van de rechtbank zestig uur taakstraf opgelegd wegens dood door schuld. De aanklager had tegen alle vijf verdachten een werkstraf van 120 uur geëist.
De negenjarige Salam verdronk in 2015 in een zwembad tijdens het vrij zwemmen, nadat haar zwemles was afgelopen. Het kind was hier nog maar kort en verstond geen Nederlands.
Het OM stelt dat het met de vervolging van het vijftal helder wilde krijgen waar de verantwoordelijkheden voor toezicht tijdens het schoolzwemmen liggen. De rechter bepaalde dat de leraren alleen te verwijten is dat zij niet zagen dat het meisje naar het diepe ging, maar dat dit onvoldoende is om dood door schuld te bewijzen. Hoewel het OM vindt dat zij zijn tekortgeschoten om concrete afspraken te maken over het meisje, legt het de kwestie toch niet aan het gerechtshof voor.
De reden hiervoor is dat de zaak al leidde tot nieuwe bewustwording van toezicht bij schoolzwemmen en omdat de twee leraren al lang onder grote spanning staan. Het OM vindt net als de rechter dat de school actiever had moeten communiceren over het schoolzwemmen, maar dat betekent niet dat de leiding strafrechtelijk aansprakelijk is. „Er is geen sprake van verwijtbare schuld aan de dood van het meisje”, stelt het OM.