Maagpil biedt uitkomst bij ijzerstapeling
Een medicijn tegen maagklachten blijkt positieve effecten te hebben op mensen die lijden aan ijzerstapelingsziekte. Het gebruik ervan leidt ertoe dat deze patiënten minder aderlatingen hoeven te doen om het ijzergehalte in hun bloed omlaag te krijgen, blijkt donderdag uit onderzoek van het Maastricht UMC+.
Bij een aderlating wordt een halve liter bloed afgetapt. Dat gebeurt enkele keren per jaar voor de rest van hun leven. Aderlatingen zijn ongemakkelijk en ze leiden vaak tot bijwerkingen zoals moeheid en flauwvallen.
IJzerstapeling (hemochromatose) is een een erfelijke aandoening die inhoudt dat het lichaam te veel ijzer opneemt. Dat is schadelijk voor organen zoals lever, hart en alvleesklier. De genetische afwijking komt voor bij ongeveer één op de driehonderd mensen en is daarmee één van de meest voorkomende genetische aandoeningen.
Maastrichtse wetenschappers ontdekten dat bij mensen die een zogeheten protonpompremmer toegediend kregen, nog maar één in plaats van vijf keer per jaar een aderlating nodig was. Het onderzoek duurde een jaar en dertig mensen deden eraan mee. De onderzoekers hopen dat dit medicijn naar een nieuwe therapie leidt.