Dat zei wethouder D. F. Velten donderdag in reactie op een onderzoek naar de mogelijkheden om de evangelische school in Wierden te vestigen.

De komst van de school kost Wierden zo veel geld dat dit de gemeente aan de rand van de financiële afgrond zou brengen, aldus Velten. Hij stelt dat er jaarlijks 1 miljoen euro gemoeid is met de instandhouding van de school. Daarvan wordt zo’n 600.000 euro niet door de landelijke overheid vergoed. „Zelfs als we de gemeentelijke belastingen maximaal zouden verhogen, zouden we met een fors gat in de begroting blijven zitten.”

Volgens de wethouder wordt het probleem mede veroorzaakt doordat Wierden niet beschikt over een bestaand gebouw waarin de school gevestigd kan worden. Daardoor is alleen de dure optie van nieuwbouw mogelijk. „Het Rijk en de provincie hebben indertijd aangegeven dat de school naar Wierden moet, dus daar moet onzes inziens ook het geld vandaan komen”, aldus Velten. Met de bouw van een nieuwe school is naar schatting zo’n 14 miljoen euro gemoeid.

Hij zegt dat er inmiddels informeel contact geweest is met het ministerie van Onderwijs. Dat heeft echter nog niet geleid tot concrete toezeggingen.

Mocht Wierden geen extra rijksbijdrage krijgen, dan zal het college de gemeenteraad adviseren niet akkoord te gaan met de komst van de school. Volgens Velten kan de aanvraag dan nog tot 2007 vertraagd worden, maar is de gemeente dan alsnog verplicht mee te werken aan de komst van De Passie.

De Passie zou aanvankelijk per 1 augustus vorig jaar starten in Wierden. Het schoolbestuur hoopt nu op een start per 1 september 2005.