Ulrich Zwingli als reformatorisch pedagoog
Het is niet zo bekend, maar de Zwitserse reformator Ulrich Zwingli heeft zich duidelijk uitgesproken over de opvoeding. Hij deed dat zelfs als eerste van de reformatoren.
Voor Zwingli hoorde de pedagogiek thuis bij het domein van de kerk. Dat inzicht blijkt in dezelfde jaren ook bij Melanchthon, die veel ondernam ter verbetering van het onderwijs. En ook Calvijn heeft zich beziggehouden met zaken die de opvoeding en het onderwijs raakten.
Op 1 augustus 1523 verscheen bij een drukker in Basel (die anoniem wilde blijven) een boekje van 24 bladzijden van Zwingli onder de Latijnse titel ”Quo pacto ingenui adolescentes formandi sint”. Het trok zo veel belangstelling dat het enkele herdrukken beleefde –nu bij Zwingli’s huisdrukker Froschauer in Zürich– en ook in het Duits werd vertaald. Het kreeg toen de eenvoudige titel ”Lehrbüchlein”. En uiteraard een lange ondertitel: ”Herr Ulrich Zwingli leerbiechlein wie man die Knaben Christlich unterweysen und erziehen soll, mit kurzer anzayge aynes gantzen Christlichen leben”.
Dat de belangstelling voor Zwingli’s pedagogische opvattingen nog altijd aanwezig is, bewijzen uitgaven van dit boekje in 1957 en 1995.
Zwingli droeg het geschrift op aan zijn stiefzoon Gerold Meyer von Knonau, op het moment van verschijnen 14 jaar jong en student in Basel. De jongen had zich als puber niet correct gedragen tijdens een verblijf in een badplaats; hij was in aanraking gekomen met justitie wegens publiek dansen, dronkenschap en vloeken. Wellicht mede door dit boekje van zijn stiefvader beterde hij zijn leven.
Nu moet ik er wel bij zeggen dat Zwingli zich hier niet tot alle jongeren (en hun ouders) richtte, hij beperkte zich tot hen die een vooraanstaande plaats in kerk en samenleving innamen. Toch bevat het boekje wel algemene uitspraken die voor iedere christenjongere van toepassing zijn.
Invloed Erasmus
Zwingli richtte zich in zijn boekje ook tot de raadsheren van Zürich met een concreet school- en pedagogisch programma. Voor de school had hij een grote wens: hij wilde graag dat het regel werd dat men samen dagelijks de Heilige Schrift zou lezen. En dan op deze manier: één uur in het Hebreeuws, één uur in het Grieks en ook één uur in het Latijn. Hier blijkt de invloed van het Bijbels humanisme, met name dat van Erasmus. Voor de docenten had Zwingli een presentje in gedachten: zij dienden een hoger salaris te krijgen.
Het ”Lehrbüchlein” bood echter nog meer: de schrijver wilde een ordelijk leerprogramma, evenwichtig verdeeld over de diverse leerjaren, te vergelijken met het door de broeders des gemenen levens ontworpen leerstofjaarklassensysteem. Voorop plaatste Zwingli de voorwaarde dat de jonge scholier/student werd onderwezen in „de dingen van God.” Daarna volgden de onderwerpen die de jongeman zelf aangingen. En als derde kwam de vraag hoe de jongeling zich tegenover zijn medemensen had te gedragen.
De gereformeerde dogmaticus Herman Bavinck, die in 1880 zijn proefschrift ”De ethiek van Zwingli” verdedigde, stelde over het ”Lehrbüchlein”: „Meer dan eenig ander is dit geschrift geschikt om ons Zwingli’s karakter en zijne verhouding tot de wereld te doen kennen. Christelijke en humanistische levensbeschouwing vormen hier een schoon harmonisch geheel.”
Concreet effect
Bleef het bij mooie theorie? Zeker niet: op 29 september 1523 –binnen twee maanden na de eerste uitgave van het ”Lehrbüchlein”– namen zowel de burgerlijke als de kerkelijke autoriteiten een nieuwe schoolorde aan waarin veel van Zwingli’s ideeën waren verwerkt. Leerprogramma’s en leermethoden werden vernieuwd en bovendien kregen de docenten een hoger salaris.
Als hoogste doel van het onderwijs werd aangewezen „de kennis van de Heilige Schrift.” Als dit in het hele onderricht zou doorwerken, zou men veel vooruitgang bereiken. Om dit alles in goede banen te leiden, werd Zwingli zelf tot schoolopziener aangesteld.
Ook de kloosterschool van de Grossmünster in Zürich veranderde. Al bleef de onderbouw vrijwel gelijk aan hoe het in vroeger tijden was, er werden wel reformatorische lessen gegeven over Bijbelse stof. Maar de bovenbouw werd getransformeerd tot een soort seminarium, als voorbereiding op hoger theologisch onderwijs.
Indirect kreeg Zwingli’s brochure uiteindelijk ook betekenis voor de vernieuwing van het volksonderwijs. Maar daar moesten nog heel wat decennia overheen gaan.
Samenvatting ”Lehrbüchlein”
Het fundament voor een goede christelijke levenshouding wordt gelegd met het onderwijs in het geloof in God en Zijn voorzienigheid. Daarin gaat het om het kennen van de zonden én van de kennis van de weg der verlossing door Christus. Zwingli wordt heel persoonlijk: hij wijst op de wedergeboorte en de geloofsontdekking hoe Christus de Zijnen niet ledig laat gaan, maar hen juist blijmoedig laat zijn in het dagelijks werk.
Daarna spreekt Zwingli zich uit voor het onderwijs in de drie oude talen, waardoor men de Bijbel kan leren lezen. De humanisten zeiden: terug naar de bronnen. Zwingli leidt zijn jongeren naar dé Bron van kennis en wijsheid: het Woord van God. Daardoor zou het innerlijk van de jongeman worden gevormd. Van de drie oude talen vindt Zwingli het Latijn het minst belangrijk; echter wel nuttig.
Hoe moet jij als jongeman je tegenover je medemensen gedragen?
Antwoord: Zoals Christus Zich voor ons heeft overgegeven in de dood en onzer één is geworden, zo moet jij je niet verbeelden er alleen voor jezelf te zijn, maar jij behoort de anderen toe! Streef al jong naar gerechtigheid, trouw en karaktervastheid; dat is goed voor christenheid en vaderland.
Enkele adviezen
„Laat jonge mensen toe bij openbare samenkomsten en feesten, bijvoorbeeld bij een bruiloft. Immers, als de Heere terugkomt, begint een nimmer eindigende bruiloft.”
„Zoek geen donkere plaatsen, waar men laster hoort, maar verkeer in de openheid.”
„Lichaamsoefening is goed; voor Zwitsers is het nuttig zich te oefenen in hardlopen, springen, werpen, worstelen. Maar houd het beperkt, want deze dingen krijgen zo gemakkelijk een ernstig karakter.”
Samenvattend: „Heel ons streven moet erop gericht zijn nuttig te zijn voor onze medemensen. Het is ieders plicht met zijn naaste in waarheid te spreken. Christus is de waarheid. Een mens met een dubbele tong is onbestendig op al zijn wegen.”