Hemelse geboorte
Johannes 3:3
„Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien.”
De mens moet een hemelse geboorte deelachtig zijn. Dat wil zeggen: hij moet door God veranderd en vernieuwd, en door Gods Geest geboren worden, zoals in vers 5 staat.
Zo lezen we (Johannes 1:12, 13): „Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; welke niet uit de bloede, noch uit de wil des vleses, noch uit de wil des mans, maar uit God geboren zijn. Zie ook 1 Johannes 3:9 en 1 Johannes 5:18.
God de Vader, als Rechter aangemerkt, schenkt aan de uitverkoren zondaar, wanneer die tijd daar is, dat de Heere Zijn arm over hem zal ontbloten, om hem te trekken uit het rijk van de satan, waarin hij van nature verkeert, en overbrengen in het rijk van de Zoon van Zijn liefde (Kolossenzen 1:12 ).
Dat gebeurt door de Heilige Geest, opdat de zondaar door Hem levend gemaakt, geheel vernieuwd en geheiligd zou worden. Volgens het recht dat de Heere Jezus, de Zoon van God, verkregen heeft, in het vervullen van de wet en het dragen van de vloek. Dat alles heeft Hij gedaan in de plaats van degenen die Hem van de Vader gegeven waren. Hij heeft het voor hen verdiend, dat ze leven zouden, en dat Hij in hen leven zou, door Zijn Geest. Daarom wordt Hij zo vaak hun „Leven” genoemd: Christus, Die ons leven is (Filippenzen 1:21; Kolossenzen 1:4).
Nicolaas Simons van Leeuwarden, lekentheoloog te Amsterdam
(”De wedergeboren christen”, 1718)