De campagne ”Meer rood op straat” heeft de sociaal-democraten bij de nationale parlementsverkiezingen van januari vorig jaar bepaald geen windeieren gelegd. Met het oog op de Europese parlementsverkiezingen van 10 juni gaan de PvdA’ers daarom weer massaal de straat op om met mensen in gesprek te gaan en kiezers te winnen. Ze bezochten al plaatsen als Enschede, Zoetermeer en Amsterdam. Veel andere steden en dorpen staan nog op de agenda.

Donderdag had PvdA-lijsttrekker voor de Europese verkiezingen M. van den Berg een bijeenkomst op het 18 septemberplein in Eindhoven op zijn programma staan. Aanvangstijd is twee uur ’s middags. Rond die tijd drentelen er nog maar vier sociaal-democraten rond, in afwachting van hun leider. Hij laat op zich wachten, zoals het een belangrijk persoon betaamt.

Het geduld van de slenterende stroom winkelend publiek en de vrijwilligers wordt na een ruim kwartier beloond. Daar is hij, Van den Berg. Wit haar en zwarte wenkbrauwen. Zijn rijzige gestalte, gestoken in een lange, grijze jas en getooid met een rode sjaal, ziet niemand snel over het hoofd.

De 58-jarige PvdA-lijsttrekker laat er na zijn aankomst geen gras over groeien. Hij spreekt direct een meisje aan dat met haar moeder inkopen doet. Ze mag voor het eerst gaan stemmen. Op wie weet ze nog niet. Wat ze wil worden, weet ze wel: kapster. Maar wat Europa daarmee te maken heeft, ziet ze niet. Van den Berg, zelf net naar de kapper geweest, legt haar uit dat Europa bijvoorbeeld het BTW-tarief voor die branche regelt.

Terwijl hij verder loopt, probeert de sociaal-democraat zo veel mogelijk folders van zijn partij aan de man te brengen. De lijsttrekker wordt niet moe te herhalen: „10 juni, Europese verkiezingen, stem PvdA.” Niet iedereen wil het papiertje aannemen. „Ik ga toch geen PvdA stemmen”, roept een oudere vrouw hem toe. Van den Berg blijft beleefd: „Ieder zijn keus.”

Een aangesproken jongeman verwijt de PvdA’er zo vaak onzichtbaar te zijn. „Pas een paar weken voor de verkiezingen hoor je wat van jullie.” Van den Berg legt uit dat partijen juist dan de ruimte in de media krijgen om zich te presenteren. Maar ook tussendoor is hij in het land, op werkbezoek.

Een jong stel, hij uit Eindhoven en zij uit Canada, praat met Van den Berg over studeren in het buitenland. Of hij op de PvdA’er zal stemmen, betwijfelt de jongeman. „Ik stem denk ik VVD. Maar ik sta open voor andere partijen.” Dat Van den Berg de straat op gaat om kiezers te winnen, vindt hij „persoonlijk wel oké.” Een vrouw van middelbare leeftijd reageert nuchter. „Hij zal wel moeten, hè?” Ze gaat op hem stemmen. Dat doet ze altijd op de PvdA.

De delegatie PvdA’ers is inmiddels verdubbeld. Behalve Van den Berg is er bijvoorbeeld Tweede-Kamerlid Van Dam. Hij komt uit Eindhoven. Verder plaatselijke vrijwilligers en mensen van het Amsterdamse partijbureau. Ze haasten zich tegen drieën naar VluchtelingenWerk Eindhoven, voor een kort bezoek. Voor Van den Berg bekend werk. Hij was directeur van ontwikkelingsorganisatie Novib. Zijn leeftijd, hij loopt tegen de zestig, is geen enkel bezwaar om nog eens vijf jaar in het Europees Parlement te gaan zitten, vertelt hij onderweg. „Ik ben nog maar net begonnen. Er zit pas één termijn op. Denken aan stoppen is voorlopig nog niet aan de orde.”

Dit is het tweede deel van een serie artikelen over de campagne voor de Europese verkiezingen.

De PvdA is tegen een conservatief Europa, „waar de sociale zekerheid wordt afgebroken.” Maar wat wil de partij dan wel? - „Een sterk en sociaal Europa. Een Europa dat mensen perspectief biedt. De PvdA wil alles op alles zetten om mensen aan het werk te helpen en te houden.”
- „Hervorming van het Groei en Stabiliteitspact om daadwerkelijk economische groei te bevorderen. Een rigide bezuinigingsbeleid, zoals het kabinet Balkenende voert, is contraproductief.”
- „Een onafhankelijke buitenlandse politieke koers van Europa. De EU is géén schoothondje van Amerika. De Unie moet met één mond spreken. Dat is nodig in de strijd tegen het terrorisme, maar ook om gezamenlijk de strijd aan te gaan tegen onveiligheid, armoede en verdrukking.”