Opinie

Column: Onze refomeiden

Slecht nieuws voor Van der Valk. De afgelopen decennia heeft de gereformeerde gezindte vrijwel alle vergaderlocaties van deze hotelketen bezet gehouden. Talloze bijeenkomsten zijn er georganiseerd over de vraag hoe te staan als christen in een seculiere samenleving. Dat is nu voorbij. Een aantal meiden van het reformatorische Hoornbeeck College heeft het antwoord op deze vraag gevonden. Het is door twee seculiere managementgoeroes op schrift gesteld, op nauwelijks twee A4’tjes.

mr. D. J. H. van Dijk
28 June 2017 08:19Gewijzigd op 16 November 2020 10:54
beeld Novum, Bart Maat
beeld Novum, Bart Maat

Bram Wattel en Remco Iedema schreven onlangs een boekje met ruim honderd managementcolumns. Het beschrijft allerlei kantoorsituaties en de soms gevoelige verhouding met het management. Eén column springt er echter uit, onder de titel ”Reformatorische meisjes”. Deze column gaat over een aantal studentes van het Hoornbeeck College die stage lopen in een stadse volkswijk. Deze jonge meiden „staan op gezette tijden stil bij Gods Woord en proberen naar dit Woord te leven.” De auteurs kijken hun ogen uit, omdat deze dames een waarde belichamen die weinig meer wordt gewaardeerd in onze maatschappij: dienstbaarheid.

Deze studentes begeven zich in een wereld van andersdenkenden, met andere overtuigingen en met grote problemen. Ze hanteren voor zichzelf uitgesproken christelijke waarden en normen, maar gaan met respect, onbevangenheid en belangstelling het contact met andere mensen aan. De auteurs beschrijven zonder enige terughoudendheid hoe weldadig dit overkomt in een cynische wereld. Deze meiden zouden vanuit hun overtuiging zo gemakkelijk een oordeel kunnen vellen over hun seculiere omgeving, maar dat doen zij volstrekt niet. „Er was openheid, onbevangenheid, belangstelling, vertrouwen en verwelkoming.”

De laatste zin van de column bleef lang bij mij haken: „Als meiden van 17 dat kunnen, dan moeten jullie en ik dat toch ook kunnen?” Wat een getuigenis! Deze meiden van zeventien gaan ons voor. Terwijl wij als ouderen in onze besloten vergaderlocaties zitten te emmeren over de Herziene Statenvertaling, over de exegese van artikel 36, over kerkelijke twisten van decennia geleden of over de vraag of je wel of niet Tim Keller en C. S. Lewis mag lezen, geven deze studentes gewoon gestalte aan hun roeping in een seculiere omgeving.

Zij zien beter in dan wij dat het vandaag de dag niet gaat om bespiegeling en beschouwing, maar om beoefening. Die luxe van beschouwing en overdenking was iets dat wij ons in de vorige eeuw meenden te kunnen permitteren. Wij zijn te lang, laf en gemakzuchtig, blijven steken in deze modus van bezinning. Beneveld door de champagne die de wereld ons heeft voorgezet. Blind voor de ernst en dreiging van een agressieve, seculiere tijd. „Niet een iegelijk die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet de wil van Mijn Vader, Die in de hemelen is” (Matt. 7:21).

De dames van het Hoornbeeck hebben waarschijnlijk nooit een apologetisch werk bestudeerd en misschien nooit iets gelezen van C. S. Lewis of Chesterton. Getuigen is voor hen geen werkwoord. Je doet niet christelijk, maar je bént christen en je bént het zout der aarde. Zij beleven eenvoudig en zonder opsmuk hun geloof en handelen daarnaar op de plek waar zij gesteld zijn. Juist die ongekunstelde eenvoud trekt in onze spektakelsamenleving zomaar alle aandacht. In ieder geval méér dan alle boekjes die hierover in eigen kring zijn verschenen. Deze meiden realiseren zich wel dat het uitkomen voor de naam van Jezus weerstand kan oproepen. Zij voelen echter niet de behoefte om daaraan direct een zwartgallig symposium te wijden. Vanuit het Evangelie weten zij dat hun niets vreemds overkomt.

Het lezen van dit artikel vormt een enorme bemoediging. Zolang dit soort gebeurtenissen zich voordoet, is er nog verwachting voor het christelijk geloof in ons land. Hopelijk zien jongeren dit ook zelf in en raken zij niet verlamd door ons gesomber over de toekomst van de gereformeerde gezindte. Deze jongeren staan in een eeuwenoude traditie, en die valt niet zomaar om. Daar staat God Zelf voor in.

Beste meiden van het Hoornbeeck College, vanuit de SGP-fractie in de Eerste Kamer zeg ik jullie hartelijk dank voor het aanstekelijke voorbeeld dat jullie ons hebben gegeven. Wij kunnen veel van jullie leren. Wij bidden met verwachting voor jullie en voor alle andere christelijke jongeren. Hopelijk hebben jullie ook nog een beetje verwachting voor ons. Het snijdt mij door het hart dat wij jullie zo weinig hebben nagelaten waarop jullie fier kunnen zijn.

Mr. D. J. H. van Dijk is lid van de Eerste Kamer voor de SGP. Reageren? rubriekforum@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer