Woonlasten stijgen minder dan rijksbelastingen
Belastingbetalers in de grote gemeenten betalen in 2002 zo’n 5,1 procent meer dan vorig jaar aan onroerende-zaakbelastingen (ozb), rioolrecht en reinigingsheffing. Gemeentelijke belastingen stijgen daarmee veel minder snel dan rijksbelastingen, waar de burger dit jaar bijna 10 procent meer aan kwijt is. Amsterdam is het goedkoopst, Heerlen het duurst. Dit blijkt uit cijfers van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG).
Gemeentelijke belastingopbrengsten nemen dit jaar in totaal met 6,2 procent toe. Dat is een stuk minder dan de groei van de inkomsten via rijksbelastingen, die 9 procent is. Alle Nederlandse gemeenten bij elkaar opgeteld incasseren 3 procent van de totaal 182 miljard belastingen en premies voor dit jaar, berekende de universiteit.
De cijfers zijn verzameld in het zogeheten Belastingoverzicht Grote Gemeenten 2002, dat in opdracht van het Belastingoverleg Grote Gemeenten is uitgevoerd door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo) van de RUG. Coelo onderzocht 34 grote gemeenten, waarin een derde van de Nederlanders woont.
Ozb-tarieven in grote gemeenten stijgen minder snel dan de inflatie. Het gemiddelde tarief voor woningen neemt met 3,1 procent toe en dat voor andersoortige gebouwen, voornamelijk bedrijfspanden, met 4,1 procent. Amsterdam heeft opvallend genoeg de laagste tarieven, Leeuwarden de hoogste. Den Haag verlaagde de woning- en andere tarieven met ongeveer 3,5 procent.
Het gemiddelde tarief voor rioolrecht, een heffing die niet alle gemeenten hebben, gaat met 6,1 procent omhoog. Het gemiddelde tarief van de reinigingsheffing wordt 6,2 procent hoger. De verschillen tussen de verschillende gemeenten blijven nog altijd fors. „Leiden heeft geen reinigingsheffing, terwijl men in Heerlen 290 euro betaalt, meldt het Coelo.
Gemeentelijke woonlasten voor meerpersoonshuishoudens lopen dit jaar met 5,1 procent op tot gemiddeld 569 euro. Woonlasten zijn met 490 euro het laagst in Amsterdam en het hoogst in Heerlen met 695 euro. De grootste toename, 12 procent, wordt verwacht in Sittard-Geleen. Inwoners van Hilversum betalen 2 procent minder dan vorig jaar.
De woonlasten verschillen veel minder dan tarieven voor de afzonderlijke belastingen. Dit is een gevolg van het feit dat gemeenten met een hoog tarief voor de ene belasting vaak lagere tarieven hanteren voor een andere belasting. Verder maken gemeentelijke woonlasten maar een betrekkelijk klein deel uit van de totale woonlasten voor huishoudens.
Groeiende belastingopbrengsten betekenen overigens niet dat ook de lasten voor afzonderlijke burgers of bedrijven stijgen, benadrukken de onderzoekers. „In de eerste plaats moet rekening worden gehouden met inflatie, in 2001 4,5 procent, en verder zijn er elk jaar weer meer huishoudens dan een jaar eerder.