Het hof zal het vonnis mondeling toelichten, uitzonderlijk in een civiele procedure, aldus een woordvoerster. Een groep van dertig nabestaanden reist vanuit Srebrenica per bus naar Den Haag om de uitspraak bij te wonen, bevestigt hun raadsman Marco Gerritsen.

De zaak is aangespannen door ruim 6000 nabestaanden. Deze zogenoemde Moeders van Srebrenica houden de Nederlandse staat aansprakelijk voor de dood van mannen in de weerbare leeftijd, die vergeefs bescherming zochten op de VN-compound van Dutchbat in Srebrenica tegen de Bosnische Serviërs.

De rechtbank Den Haag oordeelde in juli 2014 dat de Staat aansprakelijk is voor de dood van ruim driehonderd mannen die door Dutchbat van de VN-compound werden gestuurd.

Tegen dit vonnis gingen beide partijen destijds in beroep. De nabestaanden deden dat omdat zij menen dat de Staat aansprakelijk is voor een veel grotere groep slachtoffers die geen bescherming kregen. De Staat tekende beroep aan omdat aansprakelijkheid wordt afgewezen.

Volgens Gerritsen, die als advocaat namens de nabestaanden vanaf 2004 betrokken is bij de aansprakelijkheidsstelling waarvoor sinds 2007 een procedure loopt, is het hoog tijd dat de zaak wordt afgedaan. „Dat is ook de wens van de betrokkenen, die steeds ouder worden”, zegt hij. Gerritsen hoopt bij een gunstig vonnis snel overeenstemming te bereiken over een schadevergoeding.

De advocaat verwijst naar eerder getroffen schikkingen tussen de Staat en nabestaanden. Minister van Defensie Jeanine Hennis bood de nabestaanden van drie moslimmannen in 2015 excuses aan. Zij moesten destijds de basis van Dutchbat verlaten, waar ze als tolk en elektricien werkten. De nabestaanden kregen bedragen tussen de 20.000 en 30.000 euro uitgekeerd.

De enclave stond tijdens de burgeroorlog in voormalig Joegoslavië onder bescherming van Nederlandse VN-militairen. Desondanks liep het Bosnisch-Servische leger de enclave onder de voet en vermoordde het daarna meer dan 7000 moslimmannen.