Cultuur & boeken

Het ongemakkelijke van de Bijbel

Het lijkt soms wel of de auteur van ”Omdat de Bijbel het zegt” de Schrift reduceert tot een verhalenbundel over God. Inderdaad, God is groter dan Zijn Boek. Maar Hij neemt er geen afstand van. Achter de Bijbel moeten we de levende God zien staan, Die Zich aan ons wil openbaren.

prof. dr. P. H. R. van Houwelingen
21 June 2017 11:04Gewijzigd op 16 November 2020 10:51
beeld Fotolia
beeld Fotolia

Het probleem dat de bekende Amerikaanse Bijbelwetenschapper Peter Enns aan de orde stelt, is niet de Schrift zelf, maar onze verwachtingen ervan. „Ik ben christen en de Bijbel heeft mijn leven gevormd en zal dat ook blijven doen”, schrijft hij in de Nederlandse vertaling van zijn boek ”The Bible Tells Me So” uit 2014. „Ik hou van de Bijbel omdat ik God in Zijn bladzijden ontmoet. Ik onderwijs de Bijbel omdat ik anderen graag help ook God te ontmoeten.”

Sommige christenen doen alsof de Bijbel een geestelijk instructieboek is, een gids die stap voor stap uitlegt hoe je door het geloofsleven moet wandelen, of een boek waarmee je het mysterie van God en de zin van het leven kunt ontrafelen. Zulke onrealistische verwachtingen kan de Bijbel echter niet waarmaken. Het is in veel opzichten een ongemakkelijk boek. We moeten de oneffenheden niet gladstrijken, maar onder ogen zien.

Neem nu de vraag waarom het volk Israël de Kanaänieten moest uitroeien. Zij waren niet immoreler dan andere mensen. Het verschilpunt was het feit dat zij met hun immoraliteit het land bewoonden dat God beloofd had aan Israël te geven. Ook maar iemand van hen in leven laten zou het land besmetten en Israëls toewijding aan God bedreigen. Het uitroeiingsbevel was dus specifiek gericht op de verovering van het Beloofde Land.

Maar heeft God Zelf die opdracht aan Israël gegeven? Enns denkt van niet, want God laat Zijn kinderen het verhaal vertellen. Kinderen zien hun wereld met een beperkte blik. Ze begrijpen de dingen maar half en soms verkeerd. Daarom beschrijft het Oude Testament God in termen van een oud-oosterse stammencultuur. Voor hedendaagse christenen is land veroveren niet volgens het Evangelie. Daarom moeten we de Bijbel op dit punt niet volgen. Dan zou het beeld van God als een stammengod het laatste woord hebben.

Het Evangelie is de lens waardoor wij als hedendaagse gelovigen naar de verhalen van Israël kijken. Enns concludeert: voor ons heeft Jezus het laatste woord, niet de Schrift. Volgens mij is dat een vals dilemma. Juist Jezus respecteerde immers de Schrift als geen ander.

Interpreteren

Al vertellend worden dezelfde gebeurtenissen in de Bijbel verschillend neergezet, vervolgt Enns, soms direct achter elkaar. In het Oude Testament twee verhalen over het koninkrijk Israël; Samuël-Koningen enerzijds en Kronieken anderzijds, en in het Nieuwe Testament vier zelfstandige verhalen over het leven van Jezus. Enns beweert dat de evangelisten verschillende verhalen vertellen, omdat zij waarschijnlijk geen ooggetuigen waren en moesten afgaan op informatie die later nog circuleerde.

Om hun verhaal op te luisteren, creëerden ze sterren die magiërs uit een ver land naar Bethlehem gidsen, zoals Mattheüs, of een engelenkoor dat God prijst in de geboortenacht, zoals Lukas. Maar Mattheüs behoorde tot de twaalf discipelen en Lukas is alles nauwkeurig nagegaan bij degenen die de gebeurtenissen hadden meegemaakt. Terwijl de evangelisten interpreteren, vertellen zij dus wel degelijk (heils)geschiedenis.

Het lijkt erop dat Enns de Schrift reduceert tot een verhalenbundel over God. Daarmee doet hij tekort aan het openbaringskarakter van de Bijbel. Pas helemaal aan het slot van zijn boek komt dit ter sprake. Telkens valt God als het ware onze geschiedenis binnen. Hij zorgt voor verrassingen door Zijn wonderlijk ingrijpen: schepping, uittocht, bevrijding uit de ballingschap, Jezus’ geboorte en Diens opstanding uit de dood. Geen mens had zulke dingen verwacht. We zullen God altijd slechts ten dele kennen, wat ook meer dan genoeg is om ons flink bezig te houden, aldus Enns.

Verstaanskader

Door de Bijbel richt de God van Israël hoogstpersoonlijk het woord tot ons. Betekent dit niet, zo voeg ik eraan toe, dat Hij Zelf in elke tijd van de heilsgeschiedenis een passend ‘eigentijds’ verstaanskader opbouwt, waarbinnen Hij aan mensen duidelijk kan maken Wie Hij is en wat Hij doet?

Dan laat Hij ons twee dingen tegelijk ontdekken. Enerzijds haat Hij het kwaad, anderzijds schiet Hij Zijn volk steeds weer te hulp. Met Zijn Zoon Jezus Christus in het brandpunt. Wij zien God per definitie alleen binnen onze horizon verschijnen. Het bevel om de Kanaänieten uit te roeien, was eenmalig en wordt later niet herhaald. Wel komt de uitroeiing van het kwaad bij het eindgericht in ons blikveld, waarmee de Almachtige ruimte schept voor een nieuwe aarde.

God is groter dan Zijn Boek, maar Hij neemt er geen afstand van. Achter de Bijbel moeten we de levende God zien staan Die zich aan ons wil openbaren.

Het boek van Peter Enns provoceert en roept kritiek op. Toch lijkt het me onverstandig zijn inbreng terzijde te schuiven. Hij weet luchtig te problematiseren, met een vleugje humor (al zal niet iedereen alle grappen tussendoor kunnen waarderen). Hij leert zijn lezers dat de Bijbel niet zo’n gemakkelijk boek is als zij vaak denken. Een minder provocerende manier om daarmee om te gaan biedt de vierdelige serie ”Ongemakkelijke teksten”.

De Schrift hoeft niet krampachtig verdedigd te worden, maar laten we vanuit het Bijbels getuigenis wel vol verwondering blijven ontdekken hoe God door de eeuwen heen mensen heeft aangesproken en vandaag ook ons aanspreekt.

Boekgegevens

”Omdat de Bijbel het zegt. Waarom de Schrift verdedigen ons kan verlammen hem te lezen”, Peter Enns; uitg. Plateau, Barneveld, 2017; ISBN 978 90 580 4119 7; 315 blz.; € 18,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer