De eurogroep keurde de nieuwe uitbetaling goed nadat directeur Christine Lagarde van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) deelname van haar organisatie aan het Griekse steunprogramma had beloofd, onder voorwaarde van toekomstige schuldverlichting voor de Grieken. Het IMF meent dat de schuld onhoudbaar is.

Financiële deelname van het IMF aan het lopende, derde steunprogramma voor Griekenland is altijd een wens van Duitsland en Nederland geweest. In de eerdere twee programma’s zat het IMF er wel bij, in het huidige helpt het fonds alleen met technische zaken. Lagarde overweegt nu een bedrag van 2 miljard dollar (circa 1,8 miljard euro) opzij te zetten, maar dat geld wil het IMF pas uitkeren als Griekenland, de EU en het IMF concreet hebben vastgelegd hoe die schuld moet worden geherstructureerd.

Eurogroepvoorzitter Dijsselbloem zei na afloop dat een belangrijke stap vooruit is gezet. „We gaan nu het laatste jaar van het programma in. We gaan een exitstrategie voorbereiden zodat Griekenland volgend jaar weer op eigen benen kan staan.” Het land moet dan zijn huishoudboekje op orde hebben en genoeg vertrouwen bij de investeerders hebben om tegen normale tarieven op de financiële markten te kunnen lenen.

In het derde steunprogramma, dat in de zomer van 2015 begon en in de tweede helft van 2018 afloopt, is maximaal 86 miljard euro aan gunstige leningen voor Griekenland beschikbaar. Naar verwachting wordt dit bij lange na niet gehaald. Inclusief de donderdag toegezegde 8,5 miljard heeft het land straks 40,2 miljard euro opgenomen.

Lonen

IMF-topvrouw Lagarde mengde zich donderdag ook in de discussie over ruimte voor verhoging van de lonen in Nederland. Volgens haar zijn loonsverhogingen in Nederland –en ook in Duitsland– nu „zeer gepast.” Eerder zagen het Centraal Planbureau en De Nederlandsche Bank daar al ruimte voor.

Bij de presentatie van de jaarlijkse evaluatie van de economische situatie in de eurolanden maande Lagarde landen met begrotingsoverschotten, zoals Nederland, zich extra in te spannen om de investeringen te stimuleren en de inflatie aan te zwengelen. Ook waarschuwde ze voor frustratie bij de middenklasse, die zich afvraagt waar de beloofde loonsverhogingen blijven.