Moderamen PKN bezoekt aardbevingsgebied
Greet, de vrouw van de koster van de hervormde kerk in Hellum, deed belijdenis in 1982. Hoewel er nog steeds een gemeente samenkomt in het Groningse dorp, was zij de laatste die op die manier haar jawoord gaf.
Het was dinsdag een drukke dag voor het moderamen (dagelijks bestuur) van de synode van de Protestantse Kerk in Nederland. Tijdens zijn bezoek aan Groningen bezocht het kerkbestuur de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) in de stad Groningen, de gemeente Hellum en de stad Appingedam. Twee thema’s streden om de voorrang: kleine gemeenten en de aardbevingsproblematiek.
Op de eerste verdieping van het PThU-gebouw, een pand dat voorheen diverse banken huisvestte, vertellen docenten en studenten na de dagopening over hun onderwijs en onderzoek. Vanaf de wand in de statige zaal kijken hoogleraren uit vervlogen tijden toe. ”Connecting Churches and Cultures” (CCC) is een project waarin onderzoek wordt gedaan naar hoe de kerk zich verhoudt tot de haar omringende culturen. Godsdienstsocioloog dr. Marten van der Meulen leidt het project „met en voor kerken”, waaraan 160 kerkelijke gemeenten –meestal uit het noorden van het land– deelnemen.
Het platform, dat in 2012 werd opgericht, sluit in zijn onderzoek aan bij de vragen waar kerkelijke gemeenten voor staan. Hoe kan een kleine gemeente missionair en diaconaal aanwezig zijn in een dorp, is bijvoorbeeld een van de vragen. Of: hoe kunnen kerken hun geld, dat bijvoorbeeld in landerijen zit, aanwenden om een vitale gemeenschap te vormen? En: hoe kun je kerk zijn als de gemiddelde leeftijd van de kerkgangers boven de zeventig ligt? Al snel na de start van CCC kwam de aardbevingsproblematiek daar nog bij. Hierover krijgt het moderamen vooral tijdens het middagprogramma veel te horen.
Eerst heeft de Australische Ruth Powell nog gelegenheid om te vertellen over haar National Church Life Survey (NCLS), een onderzoeksbureau dat nu al 26 jaar rapporteert over de situatie van meer dan twintig kerkverbanden in Australië. Het bureau heeft een goede reputatie opgebouwd, vertelt ze, en niet alleen de kerken en hun voorgangers, ook de rest van het land neemt de signalen die NCLS uitzendt serieus.
„Heb ons lief”
In een bus gaat het gezelschap aan het eind van de ochtend naar de Walfriduskerk in Hellum, een dorp ten oosten van Groningen met zo’n 600 inwoners. De kerkelijke gemeente is een fusiegemeente en draagt daarom de naam protestantse gemeente de Woldkerken te Schildwolde-Overschild Hellum-Noordbroek.
Bewust kiest de gemeente ervoor om op de verschillende dorpen aanwezig te blijven en in alle vier de kerkgebouwen diensten te beleggen, vertelt de predikant ds. J. Hommes. „Met Kerst proberen we alle kerken open te houden, al lukt dat niet altijd. Twee jaar geleden hadden we hier in de kerk een levende kerststal, met een ezel en wat andere dieren. Dat was een groot succes. Afgelopen Kerst richtten we ons meer op de kinderen tijdens de bijeenkomst. De belangstelling was minder. „Het begint te veel op een kerstnachtdienst te lijken”, was het commentaar.”
Ds. Hommes besluit met een oproep: „Heb ons lief als kleine gemeente.” De predikant merkt te vaak dat de landelijke kerkvergaderingen de noordelijke gemeenten aan hun lot overlaten. „Maar wij lopen hier tegen de grens aan van wat we zelf kunnen.”
Jacobine Gelderloos vertelt over haar promotieonderzoek naar de bijdrage van dorpskerken aan de leefbaarheid van het platteland. Ze hoopt binnenkort op dit onderwerp te promoveren. „De kerk hier in Hellum heeft contacten met het buurthuis en met de school, die helaas binnenkort verdwijnt. Wat als de kerk hier ook niet meer zou zijn? Sluiting zou veel betekenen voor de onderlinge verbondenheid.”
Onveilig
In Appingedam praat het gezelschap verder over de problematiek rond de aardbevingen en de gasboringen door de NAM. Hier schuiven ook gedupeerden aan. Een van hen is Koos IJzerman uit Appingedam. Hij kan zich nog goed de nacht van 9 november 2016 herinneren, de nacht dat Donald Trump gekozen werd tot president van de Verenigde Staten. IJzerman was wakker en zat rond 5.50 uur beneden in de huiskamer. „Ik heb een hondje en dat ging als een malle tekeer. Ik kon haar nergens rustig mee krijgen. Totdat ik ineens een enorme knal hoorde door heel huis.”
De buren van IJzerman waren al vertrokken. IJzerman zelf bleef, maar het water staat hem wel aan de lippen. „Tijdens een inspectie zei iemand van het Centrum Veilig Wonen: „U kunt hier het beste slapen, dat is het veiligst.” Vervolgens gebeurt er niks om de situatie veiliger te maken.”
Sinds „het akkefietje met de hond” is hij „flink van slag. Ik heb een klusbedrijf. Als je de jaarcijfers naast elkaar legt, zie je alles langzaam instorten.”
Wat de kerk voor IJzerman, zelf niet kerkelijk, kan doen? „Van de kerk verwacht ik solidariteit. Trek je mond open. Ga ervoor staan, ga ertussen liggen. Gebruik jullie kanalen om dit onrecht aan de kaak te stellen.”
Ds. K. van den Broeke, voorzitter van de synode, geeft aan weleens gebeden te hebben voor de gedupeerden in Groningen. „Dan bent u verder dan de dominees hier”, zegt een Groninger. „Ik ben lid van de gereformeerde kerk in ’t Zandt, ik heb nooit iemand op de kansel iets over de aardbevingen horen zeggen. Wie van jullie heeft op de Vismarkt gelopen om te demonstreren, toen met Freek de Jonge?” Een derde van de zaal steekt zijn hand op. Tegen de overigen: „Waarom waren jullie er niet? Omdat Freek de Jonge het voortouw nam? We kunnen als christelijke gemeente toch ook onze stem laten horen?”
Ds. Van den Broeke heeft het gevoel dat er een kentering gaande is. „De politiek heeft er tegenwoordig wel meer aandacht voor dan een tijdje geleden.”
In de zaal wordt aarzelend geknikt. „De laatste aardbeving, die in Slochteren twee weken geleden, was wel op het NOS Journaal”, zegt er een. Ds. Van den Broeke: „Blijf jullie verhaal vertellen. Weet dat we voor jullie bidden. En ik hoop dat we met elkaar iets verder komen en dat er meer aan jullie problemen gedaan wordt.”
Platform Kerk en aardbeving
Begin 2014 kwamen enkele voorgangers uit de provincie Groningen tot de conclusie dat de aardbevingen en het proces van schadeherstel veel spanningen veroorzaakten onder bewoners. Zij vroegen zich af hoe kerken de pastorale zorg voor deze mensen het best konden organiseren. De voorgangers kwamen uiteindelijk tot het besluit om het platform Kerk en aardbeving op te richten. Inmiddels zijn hierin zeven kerken vertegenwoordigd: de Protestantse Kerk in Nederland, de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, de Algemene Doopsgezinde Sociëteit, de Rooms-Katholieke Kerk, een baptistengemeente en twee evangelische gemeenten.
In de afgelopen jaren heeft het platform geprobeerd contacten op te bouwen met de provincie, de Groninger Bodem Beweging en milieudefensie. Verder is het platform in november 2016 toegetreden tot het Gasberaad, een overlegorgaan van maatschappelijke organisaties die betrokken zijn bij de problematiek.
Vitale kleine gemeente
Hoe kun je als kleine kerkelijke gemeente vitaal zijn als je je omvang ziet krimpen en als de gemiddelde leeftijd van je leden boven de zeventig ligt? Promovenda Jacobine Gelderloos stelt dat vier factoren hierbij van belang zijn: activiteiten, mensen, kerkgebouwen en evenementen. Ze stelt dat de keuze van een fusiegemeente als de Woldkerken (zie hoofdtekst) om kerk te zijn op elk dorp een van de manieren is. „Kerkgangers uit dit dorp gaan niet naar de kerk in Noordbroek, want daar is het veel te koud. En geloof me, ze hebben een punt: je gaat in Noordbroek naar buiten om op te warmen.”
Als het gaat over mensen: „Ook over grote afstand kan de band met mensen blijven bestaan. Met oudjaar zijn hier in de kerk ook de namen voorgelezen van oud-dorpbewoners die overleden zijn, buiten het dorp in een verzorgingstehuis.”
Een kerkgebouw helpt de zichtbaarheid van een gemeente te vergroten, aldus Gelderloos. „Juist door het kerkgebouw heeft de gemeente contacten met heel het dorp. Bijvoorbeeld over de jaarlijkse rommelmarkt, waarvan de opbrengst verdeeld wordt tussen kerk en dorpshuis.”
Als evenement noemt de promovenda de jaarlijkse 4 meiherdenking die gedeeltelijk in de kerk plaatsvindt. „Ik denk dat de kerk bij uitstek plek en gelegenheid kan bieden aan dergelijke vormen van collectieve bezinning en rituelen, want die momenten zijn nogal schaars in onze samenleving.”