Buitenland

Israëlische Kay Wilson overleefde dertien messteken van Palestijnse terrorist

Het lijkt een vredig tafereel. Een huis in Arad, in het noordoostelijke deel van de Israëlische Negevwoestijn. Een tuin met bloeiende bloemen. Een vriendelijke hond die kwispelstaartend de bezoekers begroet.

mr. Richard Donk
14 June 2017 18:51Gewijzigd op 16 November 2020 10:47
Zo groot was het mes, beduidt Kay Wilson. De Israëlische werd door een Palestijnse terrorist dertien keer in rug en borst gestoken. Ze overleefde de aanslag, maar draagt nog steeds de lichamelijke en geestelijke littekens met zich mee. beeld RD, Henk Viss
Zo groot was het mes, beduidt Kay Wilson. De Israëlische werd door een Palestijnse terrorist dertien keer in rug en borst gestoken. Ze overleefde de aanslag, maar draagt nog steeds de lichamelijke en geestelijke littekens met zich mee. beeld RD, Henk Viss

Maar in diezelfde tuin zit een ernstig gewonde vrouw. Fysiek, want een Palestijnse terrorist stak met een mes dertien keer op haar in. Maar Kay Wilson draagt vooral de geestelijke littekens mee. „Dit was het begin van de rest van mijn leven. Ik ben morgen waarschijnlijk niets meer waard, maar toch wil ik mijn verhaal vertellen.”

De eerste helft van haar bestaan speelde zich aanvankelijk af in Groot-Brittannië. De Joodse Wilson (52) werd in Londen geboren. „Ik ben dankbaar voor alles wat Engeland mij heeft gegeven. Maar ik wist dat ik daar niet zou blijven. In 1985 ben ik naar Israël geëmigreerd. Toen kwam ik thuis, op de ashopen van Auschwitz.”

„Ik hield zo veel van Israël dat ik toeristengids ben geworden”, vertelt de Britse Jodin. „Al het mooie van het land wilde ik met anderen delen. Ik heb me gespecialiseerd in het gidsen van christenen.”

Zakmes

Dan breekt 18 december 2010 aan. Wilson gaat samen met de christelijke Amerikaanse Kristine Luken een trektocht maken in de buurt van Beit Shemesh. „Plotseling zagen we twee mannen in de struiken, zo’n 20 meter van ons vandaan. Ze waren als Arabieren gekleed. Ik dacht dat ze ons wilden beroven, maar ze vroegen alleen of we wat water hadden. Ik ben naar de auto gelopen en heb uit voorzorg een zakmes meegenomen.”

Als de Joodse gids terugloopt, hoort ze Kristine schreeuwen. De Amerikaanse ligt op de grond; een van de Arabieren houdt een mes op haar keel. Onwillekeurig rent Wilson naar haar vriendin. Voor ze het weet smijt de andere aanvaller haar tegen de grond en slaat ze vol op haar neus. Dan trekt ook hij een groot mes uit zijn jas.

„Ik ruik nog zijn zweet. Ik zie nog de weerspiegeling van de zon op zijn mes. Zó groot was het”, wijst ze. „Kristine riep dat ze Amerikaans staatsburger was. Ik zei dat ik een Britse gids was. Maar het was snel gedaan toen ze mijn Israëlische ID vonden. Gelukkig hebben ze ons niet meteen verkracht en vermoord. Ik heb hem nog wel met mijn zakmes in zijn zij gestoken.”

De minuten daarna zijn slopend. Terwijl de terroristen beide vrouwen met hun mes bedreigen, voeren ze diverse telefoongesprekken in het Arabisch. „Zullen ze ons ontvoeren, vroeg ik me af. Wat moeten we doen? Wegrennen was geen optie, want ze hadden onze schoenen uitgetrokken en onze handen met de veters gebonden.”

Dan worden de vrouwen gescheiden. „Hij dwong me op mijn knieën”, zegt Wilson zacht. „Ik dacht dat ik op het punt stond te worden onthoofd. Ik hoorde Kristine schreeuwen: Jezus, help me. Ik begon het Joodse gebed Shema Israël op te zeggen. Plotseling voelde ik een scherpe pijn in mijn rug. Herhaaldelijk stak hij op me in.”

„Mijn bloed was overal. Ik dacht: daar lig ik nu; 46 jaar oud, en ik word vermoord. De pijn was niet te beschrijven. Ik besloot te doen alsof ik dood was. Op een gegeven moment rolde hij me om. Ik zag hem in mijn borst steken, maar ik knipperde niet met mijn ogen. Hij miste mijn hart op 4 millimeter na.”

Mohammed

Als de terrorist het voor gezien houdt, probeert de zwaargewonde Wilson op te staan. „Als dat niet lukt, ga ik slapen, dacht ik.” Wonder boven wonder slaagt ze erin de ruim 1500 meter bergopwaarts naar de parkeerplaats af te leggen. Met een gebroken schouder, dertien steekwonden en ernstig bloedverlies. Haar vriendin Kristine sterft ter plekke.

Een Israëlische familie die daar aan het barbecueën is, waarschuwt ambulance en politie. Tot op de operatietafel is Wilson bij kennis. „De laatste woorden die ik hoorde waren van de chirurg: Mohammed, geef me het mes.”

Binnen twee dagen worden de daders opgepakt. Hun DNA is op de plaats delict aangetroffen en maakt een snelle arrestatie mogelijk.

Na haar revalidatie breekt het pijnlijke proces van verwerking aan. Te beginnen met de berechting van de daders. „Ik moest hen in de ogen kijken”, zegt Wilson. „Ik was zo geschokt. Hoe kunnen twee mannen, die ooit kleine jongetjes zijn geweest, met een mes op vrouwen insteken? Ik heb me in de rechtszaal gedragen. Maar mijn woede werd steeds groter. Ze toonden geen enkel berouw. Ze zeiden openlijk tegen de rechter dat ze eropuit waren Joden te doden. En Kristine wás niet eens Joods. Ze kregen levenslang, en ik hoop dat ze nooit meer uit de gevangenis komen.”

Na de rechtszaak raakt Wilson steeds verder in de put. „Ik heb mezelf bijna doodgedronken om alles te vergeten. En ik drink ’s avonds nog steeds. Ik verloor vrienden, viel af en kon niet meer slapen. Ik had niet meer de behoefte onder de mensen te zijn. De daders waren in mijn heilige der heiligen doorgedrongen. Dat heeft een litteken achtergelaten dat nooit meer zal helen.”

Vergeving

De scherpste kantjes zijn er inmiddels een beetje af. Kay kan weer lachen. „Je leert van elk moment te genieten – en dat bedoel ik niet als cliché. Elke minuut kan je laatste zijn. We maken ons druk om de stomste dingen. Laat het gaan. Stel prioriteiten.”

Koestert Wilson haat? Ze veert op. „We moeten het kwade haten. Ik haat Arabieren niet; ik heb zó veel Arabische vrienden. Maar ik haat wel wat ze mij hebben aangedaan. En hun leiders. Zij hitsen de mensen op. Palestijnse kinderen worden getraind om elkaar met een mes te lijf te gaan.”

Als het thema vergeving ter sprake komt, wordt Wilson ronduit fel. „Ik heb ervoor gekozen niet te vergeven. Ik voel me beledigd als me dat wordt gevraagd. Jezus Zelf was selectief in het vergeven. Hij zei: Als iemand geen berouw toont, behandel hem dan als een tollenaar. Aan het kruis heeft Christus gezegd: Zij weten niet wat zij doen. Mijn aanvallers wisten héél goed wat ze deden.”

„Zowel in de Hebreeuwse Bijbel als in het Nieuwe Testament speelt gerechtigheid een belangrijke rol”, vervolgt de Israëlische. „Alleen God kan écht vergeven. Maar moge Hij ook dit bloed vergélden. Dat weerhoudt mij ervan zelf wraak te nemen.”

Haar littekens wil Kay Wilson niet laten zien. „Ik wil de lezer niet shockeren.” Maar ze toont wel foto’s. De beelden zijn ook op het computerscherm gruwelijk. „Dit is de persoon die mij heeft neergestoken”, wijst ze. „Dat heeft hij met trots toegegeven. Dit is de plaats waar het is gebeurd. Dit zijn de messen. Zie je hoe groot ze zijn? En dit zijn de met bloed besmeurde kleren die ik aanhad. Ik heb ze nog steeds.” Dan slaat ze haar laptop met een klap dicht. „Het is onmogelijk om dit van je af te zetten”, zucht ze.

Een mes als terreurwapen

Terreurdaden plegen met vrij verkrijgbare middelen zoals auto’s en messen is inmiddels een trend. Dat liet ook de aanslag in Londen van vorige week zien. In Israël is het vrijwel aan de orde van de dag. Kay Wilson ondervond het aan den lijve. „Hij miste mijn hart op 4 millimeter na.”

Nieuwe wapens van terreur

Veiligheidsdiensten over de hele wereld doen hun best om wapens en explosieven uit verkeerde handen te houden. Maar een keukenmes, busje of vrachtwagen is vandaag de dag voldoende om een bloedige aanslag te plegen. Over de nieuwe wapens van terreur.

London Bridge, zaterdagavond 3 juni. Drie terroristen rijden met een bestelbusje in op voetgangers. Daarna stappen ze uit en steken met messen op willekeurige voorbijgangers in. Resultaat: acht doden en tientallen gewonden. De Britse politie schiet alle aanvallers dood.

Berlijn Breitscheidtplatz, 19 december 2016. Een vrachtwagen raast in volle vaart over de kerstmarkt in de Duitse hoofdstad. Er vallen 12 doden en 56 gewonden. Vier dagen later wordt de dader bij een treinstation in Milaan tijdens een politiecontrole doodgeschoten.

Jeruzalem, 2 april 2017. Een Palestijnse tiener steekt twee Israëliërs neer bij de Damascuspoort van de Oude Stad. Bij een poging om de jongen te arresteren, verwondt hij een agent van de grenspolitie met zijn mes. Hij moet zijn daad met de dood bekopen.

De lijst van dit soort aanslagen groeit gestaag. Hoewel er nog steeds bomexplosies en schietpartijen plaatshebben, lijkt dat segment van terrorisme met inlichtingenwerk, detectieapparatuur en het controleren van de wapenhandel nog enigszins beheersbaar.

Het staat echter iedereen vrij een auto, bestelbus of vrachtwagen te besturen. En geen verkoper zal iemand weigeren een keukenmes aan te schaffen. Inmiddels is gebleken dat alledaagse gebruiksvoorwerpen als dodelijke wapens kunnen worden ingezet. Een schroevendraaier is al voldoende om een aanslag te plegen. Daar valt geen wetgeving op los te laten.

En dus moet terreurbestrijding anders worden aangepakt, betoogde de Britse premier Theresa May na de aanslag in Londen van afgelopen zaterdag. Meer aandacht voor preventie. Meer inzicht in dreigende radicalisering. Zodat kan worden voorkomen dat mensen überhaupt op het idee komen om dit soort daden te plegen.

Dat vraagt om een forse inzet van de veiligheidsdiensten. En die geven aan die capaciteit niet te hebben en slechts een deel van potentiële terroristen in de gaten te kunnen houden. Tegelijkertijd zijn er ook vrijheden die westerse samenlevingen koesteren. Een maatschappij vol afluisterapparatuur en verklikkers staat daar haaks op. Het sluitende antwoord op terrorisme is nog niet zo makkelijk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer