Parlementje spelen in het gemeentehuis
De Eerste Kamer stemt dinsdagavond in met een wetsvoorstel dat de lokale politiek moet verduidelijken en verlevendigen. Anders dan de Tweede-Kamerfracties van SGP en ChristenUnie, stemmen de klein-christelijke senatoren tegen. Woordvoerder Holdijk (SGP): „De regering maakt veel te veel haast. Eerst had de Grondwet herzien moeten worden.”
De Tweede Kamer stemde in september vorig jaar in met het wetsvoorstel van minister De Vries van Binnenlandse Zaken, dat grotendeels gebaseerd is op het advies van de staatscommissie-Elzinga. Alleen de SP wierp een rode tomaat naar de wet. Nu de Eerste Kamer ook akkoord gaat met het voorstel verdwijnt de Gemeentewet van Thorbecke uit 1851 en treedt daags na de verkiezingen van 6 maart de nieuwe wet in werking, de Wet dualisering gemeentebestuur. Thorbeckes huis van het monisme wordt verlaten en de gemeentelijke politiek neemt haar intrek in een nieuw gebouw, het gebouw van het dualisme. Ondanks de nodige interne cursussen kennen vele raadsleden overigens nog niet de weg in dat gebouw, dat volgens de critici ook veel te ruim bemeten is voor het merendeel van de Nederlandse gemeenten. De verhuizing oogt als een revolutie, maar zal in de praktijk vooral een geleidelijke verandering van denkprocessen betekenen.
In de lokale politiek zijn het college van burgemeester en wethouders, de gemeenteraad en ambtenaren in een innige bestuurlijke band verbonden. College en raad vormen samen het bestuur van stad of dorp. Dat wordt nu anders: duidelijker en aantrekkelijker, vinden de voorstanders. De verhouding tussen college en raad moet worden zoals die -idealiter althans- tussen regering en Tweede Kamer is. Dat betekent een andere rolverdeling: een duidelijke scheiding van taken, met een daadkrachtig college aan het hoofd van het gemeentebestuur en een raad die, na de kaders te hebben uitgezet, ferm controleert en daartoe ook de instrumenten krijgt, zoals het recht van enquête, een eigen rekenkamer en een griffier.
De wethouder verliest zijn raadszetel en kan dus niet meer meestemmen over zijn eigen beleid. De gemeentesecretaris gaat exclusief voor het college werken. Voor de nieuwe controle-instrumenten betaalt de raad wel de prijs van het inleveren van bestuurlijke taken. In het kader van de scheiding van taken hoeft de wethouder niet meer uit de raad voort te komen en kan hij in de toekomst ook van buiten worden aangetrokken.
Holdijk, die dinsdag namens ChristenUnie en SGP spreekt, noemt als belangrijkste bezwaar tegen de nieuwe wet dat zij op gespannen voet met de Grondwet staat. In artikel 125 van de Grondwet heet de gemeenteraad nog altijd het hoofd van het gemeentebestuur. Met de nieuwe wet wordt dat het college. Vandaar ook het verschil in stemgedrag met de fracties in de Tweede Kamer. „De Senaat heeft toch vooral de taak om de consistentie van wetgeving met andere wetten, in het bijzonder de Grondwet, kritisch te toetsen.”
Holdijk herinnert eraan dat de Raad van State de nieuwe wet „op z’n minst een uitholling van de Grondwet” heeft genoemd. „De regering weet ook wel dat zij op het randje balanceert, en heeft een vernuftige argumentatie ontwikkeld. Maar de haast heeft het gewonnen van de zorgvuldigheid.”
Holdijk vindt ook dat de nieuwe instrumenten van de gemeenteraad niet opwegen tegen het inleveren van de huidige bestuurlijke bevoegdheden. Bovendien zal de besluitvorming zich meer en meer gaan afspelen in „de beslotenheid van de collegekamer.” SGP en ChristenUnie hadden een differentiatie gewild: een wet voor grote gemeenten en een voor het merendeel van de 500 bestaande gemeenten die minder dan 30.000 tot 50.000 inwoners hebben. „Voor deze gemeenten is dit instrument veel te zwaar. Het leidt alleen maar tot nodeloze rompslomp. Er is daar geen enkele behoefte aan en ook geen draagvlak voor dualistische verhoudingen.”
„Wij delen het blinde optimisme van de regering over de positieve effecten van de wet ook niet”, aldus Holdijk. De gemeentelijke politiek moet duidelijker en levendiger worden. „We staan daar sceptisch tegenover. Er moet een ander soort raadslid komen: de flitsende en eigenzinnige debater, die graag parlementje speelt. Maar wij denken dat er nog wel een generatie overheen zal gaan voordat we dat nieuwe type mogen begroeten.”