Gemeenten eisen reparatie bijstandstekorten
Gemeenten eisen van het zittende kabinet alsnog 270 miljoen euro compensatie voor de tekorten die zij hebben op de bijstandsuitkeringen. In een motie legden zij in overgrote meerderheid woensdag op een vergadering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in Goes die claim vast.
De gemeenten zeggen dat het huidige kabinet de inschattingen voor de bijstandsuitkeringen veel te rooskleurig heeft gemaakt, onder meer door de toestroom van erkende vluchtelingen (statushouders) niet goed te begroten. Er zijn uitvoeringstaken aan de gemeenten overgedragen, maar de financiering daarvan schiet tekort.
De Rotterdamse wethouder Maarten Struijvenberg zegt dat alleen zijn stad al 50 tot 60 miljoen euro toelegt op de bijstandsuitkeringen. „De grens is bereikt. Dat gaat ten koste van andere gemeentelijke taken.”
Volgens de VNG moet 90 procent van de gemeenten geld uit eigen middelen bijdragen aan de bijstandsuitkeringen, terwijl er geen enkele invloed is op de hoogte van de uitkeringen of het indammen van de aantallen.
De Amsterdamse wethouder Arjan Vliegenthart stelt dat gemeenten niet tegen bijstandsgerechtigden kunnen zeggen dat het geld op is en hen minder geven dan waar zij recht op hebben. „Het is op zijn zachtst gezegd niet netjes dat het rijk dat wel tegen de gemeenten zegt”, aldus Vliegenthart.
VNG-voorzitter Jan van Zanen, burgemeester van Utrecht, wil met het nieuwe kabinet afspraken maken, maar legt de rekening voorlopig neer bij de demissionaire ploeg. „We doen een oproep aan het demissionaire kabinet, nu de formatie lang op zich laat wachten: los het tekort op de bijstand op. Doe boter bij die vis.”