Buitenland

Einde Colombiaanse burgeroorlog na 40 jaar nog niet in zicht

De grootste Colombiaanse rebellenbeweging, de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC), viert deze week haar veertigjarig bestaan. Ondanks moeizame vredesonderhandelingen en vier decennia van burgeroorlog maakt de marxistische beweging zich op voor voortzetting van de strijd.

Margarita Martinez (AP)
26 May 2004 08:13Gewijzigd op 14 November 2020 01:15

„We hebben een ijzeren wil om te vechten en zijn overtuigd van de juistheid van onze zaak en onze uiteindelijke overwinning”, aldus de leiding van de beweging deze week in een verklaring.

De Colombiaanse president Alvaro Uribe kondigde op zijn beurt een intensivering van het offensief aan dat de rebellen tot concessies aan de onderhandelingstafel of het opgeven van hun strijd moet bewegen. „Deze terroristen, deze criminelen, dachten dat ze zouden overwinnen. Maar de aanhoudende aanvallen van leger en politie zullen die arrogantie transformeren in de grimas die hoort bij een bittere nederlaag”, aldus Uribe deze week in een toespraak op de legerbasis van Miraflores, 420 kilometer ten zuidoosten van Bogota, aan de voet van het gebied dat de rebellen als het hunne beschouwen.

De FARC begon veertig jaar geleden onder leiding van Manuel Marulanda haar strijd tegen de Colombiaanse regering. Ondanks verwoede pogingen hem aan te houden is de inmiddels 74-jarige FARC-leider nog steeds op vrije voeten, de miljoenen dollars die op zijn hoofd zijn gezet ten spijt. Door de jaren heen heeft de regering hem diverse keren doodverklaard, maar telkens dook hij weer op. Marulanda zegt nog steeds dezelfde idealen te hebben: de regering ten val brengen en een links regime vestigen.

Volgens velen vertoont de FARC van nu weinig gelijkenis meer met de idealistische beweging uit begin jaren ’60 en is de groep verworden tot een grote criminele organisatie die zich hoofdzakelijk bezighoudt met het verdienen van geld in de drugshandel en aan ontvoeringen.

Uit angst voor een communistische revolutie zoals enkele jaren eerder op Cuba, waar Fidel Castro president Batista ten val bracht met niet meer dan een handjevol communistische strijders, begon het Colombiaanse leger in 1964 een fel offensief tegen de net opgerichte FARC. Met veertig strijders trok Marulanda zich terug in de bergen van Zuidwest-Colombia. Tegenwoordig beschikt de FARC over naar schatting 15.000 strijders en beheerst ze, ondanks de forse slagen die het leger de beweging de afgelopen anderhalf jaar wist toe te brengen, nog altijd een behoorlijk stuk van het zuidwesten van Colombia, de ontoegankelijke uitvalsbasis van de rebellen.

De Verenigde Staten verlenen Colombia militaire bijstand in de strijd tegen de FARC en de andere linkse rebellenbeweging, het Nationale Bevrijdingsleger (ELN), onder meer door de levering van helikopters. Ook voorzien de VS het Colombiaanse leger van gedetailleerde satellietopnames van gebieden waar rebellenbases zijn. Maar ook die bijstand heeft de strijd tegen wat president Uribe „een fascistische beweging” noemt nog altijd niet in het voordeel van het leger kunnen doen beslechten.

De grootste fout die de Colombiaanse regering aan het begin van de strijd tegen de FARC heeft gemaakt is volgens een van de commandanten die betrokken waren bij het offensief, de 83-jarige Valencia Tovar, dat slechts is gedacht aan het met wortel en tak uitroeien van de beweging en niet aan ontwikkelingsprojecten in het gebied waar de FARC steun onder de verpauperde bevolking had. „Er had een sociaal-economisch plan moeten worden opgesteld om de regio te ontwikkelen en de bevolking het idee te geven dat er aan haar werd gedacht”, aldus Tovar. „Het falen van de strijd tegen de FARC is geen puur militaire mislukking geweest, maar ook een politieke.”

Volgens analisten kan geen van beide partijen, het regeringsleger of het rebellenleger, de andere op het slagveld de baas worden, ook al beweren beide kampen voortdurend het tegendeel. Het einde van de Colombiaanse burgeroorlog kan alleen aan de onderhandelingstafel bewerkstelligd worden, en daar zijn al jaren geen noemenswaardige vorderingen geboekt.

Beide partijen maken zich op voor voortzetting van het slepende conflict. President Uribe, die twee jaar geleden werd gekozen op de belofte een einde te maken aan de burgeroorlog, heeft nieuwe legeroperaties aangekondigd en verkondigt dat de overwinning nabij is. Een van de commandanten van de FARC slaat even oorlogszuchtige taal uit: „Ons doel is nog altijd hetzelfde, het veroveren van het presidentieel paleis in Bogota.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer