Buitenland

Voor premier May worden verkiezingen spannender dan gedacht

De Britse premier Theresa May dacht in april dat verkiezingen zouden helpen om haar Conservatieve Partij sterker te maken. Een dag voor de stemming lijkt dat echter tegen te vallen.

7 June 2017 18:14Gewijzigd op 16 November 2020 10:43
beeld AFP
beeld AFP

Alle seinen stonden op groen. May had na haar aantreden vorig jaar zomer de uitstraling gekregen van een moederfiguur als Merkel, bij wie velen zich veilig voelen.

Ook de tegenpartij hielp daarbij mee. Labour heeft sinds anderhalf jaar in Jeremy Corbyn een leider die alle moderniseringen wil terugdraaien en terug wil naar een ouderwetse socialistische koers. De oppositie zakte met de dag verder weg in de peilingen.

Ook het brexiteffect speelde May in de kaart. Corbyn had zich steeds opgesteld als halfzachte voorstander van het EU-lidmaatschap. Echt enthousiast was hij nooit geweest over de Europese Unie, want die had alleen het kapitalisme versterkt. Terwijl aan de andere kant ook de Britse EU-voorstanders zich leken te verzoenen met het aanstaande vertrek uit Europa. Het onderwerp bleek niet zo splijtend als gevreesd.

Het leek er zelfs op dat de Conservatieven (eindelijk) aan populariteit wonnen in Schotland. Traditioneel wordt dat vertegenwoordigd door Labour, maar dat werd daar in 2015 verjaagd door de Schotse Nationale Partij (SNP). Er was echter een kans dat zelfs 12 van de 59 districten Conservatief zouden stemmen.

En toen besloot premier May verkiezingen uit te schrijven om de beloofde winst te verzilveren.

De positie van de Conservatieve Partij is momenteel ook niet sterk. In het Lagerhuis van 650 zetels hebben de ”Tories” er 330; dat is net over de helft. Dit resultaat was in 2015 een grote meevaller, want de peilingen voorspelden dat de partij niet aan die helft zou komen, maar voor een regeringspartij is dit niet sterk. Tony Blair ging met zijn Labourpartij ver over de 400 zetels. De Conservatieven spraken aanvankelijk ook van een meerderheid van honderd zetels. Dat zou een geweldige steun betekenen bij de onderhandelingen met Brussel.

Voorzover peilingen iets beloven, zit zo’n overweldigende meerderheid er donderdag niet in. Labourleider Corbyn lijkt verrassend populair onder vooral jonge kiezers tussen de 18 en de 24 jaar. Toen de verkiezingen in april werden aangekondigd, stond zijn partij in de peilingen net boven de 25 procent. Dat was ver onder het (zwakke) resultaat van 30 procent in 2015. Die stand bevestigde het beeld dat Corbyn de partij kapotmaakte. Maar inmiddels is Labour gestegen tot rond de 37 procent.

De Conservatieven blijven de grootste. Maar het verschil had 15 of 20 procent moeten zijn, en niet 6 of zo. Want dat zou die hele stembusgang overbodig maken. May was immers staatsrechtelijk niet verplicht verkiezingen uit te schrijven. Ze had nog tot mei 2020 kunnen regeren met het mandaat uit 2015.

Door het Britse districtenstelsel moeten peilingen trouwens wel met meer korreltjes zout worden genomen dan bij andere stelsels. In Groot-Brittannië gaat het niet om een stemmenpercentage, maar draait het erom dat een kandidaat zijn district wint. De UK Independence Party haalde in 2015 ruim 12 procent van de stemmen, maar kreeg slechts één zetel. Terwijl de SNP met 4,7 procent 56 zetels scoorde.

De terreuraanslagen van de afgelopen weken maken het beeld nog onzekerder. Premier May had hiervan kunnen profiteren, ware het niet dat zij kwetsbaar werd toen bleek dat juist zij als minister op de politie had bezuinigd. Anderzijds is het moeilijk voor te stellen dat juist Labour onder Corbyn groeit op het thema ”law and order”. Al die slagen om de arm zorgen ervoor dat het voor premier May de komende dagen heel spannend wordt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer