Rapport: Midden-Oosten niet langer thuis voor christenen
Sinds het begin van de burgeroorlog in Syrië, in 2011, is naar schatting 50 tot 80 procent van de christelijke bevolking in Irak en Syrië naar het buitenland gevlucht.
Dat blijkt uit een nieuwsbericht van World Watch Monitor dinsdag over een nieuw rapport van de christelijke organisaties Open Doors, Served en Middle East Concern. De komst van Islamitische Staat (IS) was het kantelpunt in een al langer bestaande situatie waarin christenen „hun hoop op een veilige en zekere toekomst totaal kwijt waren.”
Het rapport stelt verder dat er voor christenen die zich elders gevestigd hebben, weinig hoop is op terugkeer. Het Midden-Oosten, zo stellen geïnterviewden, is niet langer een thuis voor christenen.
Het rapport, getiteld ”Inzicht in de recente bewegingen van christenen die Syrië en Irak verlaten”, erkent dat het moeilijk is om harde cijfers te geven. De schatting is dat de totale christelijke bevolking in Irak kromp van „ruim 300.000 in 2014 naar 200.000 tot 250.000 nu.” Volgens eerdere onderzoeken van andere organisaties telde Irak in 2000 nog ongeveer 700.000 christenen.
De christelijke bevolkingsgroep in Syrië, die in 2011 uit 2 miljoen mensen bestond, is „ruwweg gehalveerd”, aldus Open Doors, Served en Middle East Concern.
Christenen vertrekken uit hun land vanwege geweld, de vernietiging van sommige historische christelijke steden in Noord-Irak, het verdwijnen van de christelijke gemeenschap, de hoge inflatie, de grote werkloosheid en het gebrek aan mogelijkheden om onderwijs te volgen.