Economie

Gerhard Hormann over vakantieplannen

In het voorjaar zie ik altijd een beetje op tegen visites en verjaardagen, omdat steevast de vraag ter tafel komt wat de vakantieplannen zijn.

Gerhard Hormann
2 June 2017 16:27Gewijzigd op 16 November 2020 10:42
beeld ANP, GinoPress
beeld ANP, GinoPress

Het maakt daarbij een groot verschil in welk gezelschap je verkeert, want nog steeds zijn er genoeg mensen die helemaal geen geld hebben om op vakantie te gaan, of dik tevreden zijn met een week op een camping in Overijssel. Ook oogst je steeds vaker begrip als je zegt je vakantiegeld liever te besteden aan een extra aflossing dan aan een stedentrip.

Laatst was ik echter te gast op een verjaardag waar geld blijkbaar geen rol speelde –of in elk geval moest róllen– want ik hoorde zulke exotische landen en locaties voorbijkomen dat ik thuis de atlas erbij moest pakken. In zulk gezelschap val je nogal uit de toon wanneer je moet bekennen dat je voor 375 euro een vakantieappartement hebt gehuurd in het Zwarte Woud, met daarin een stapelbed voor je bijna volwassen kinderen.

Zelf heb ik mijn leven inmiddels zo ingericht dat ik eigenlijk geen behoefte meer heb aan vakantie, en daardoor is ruimte ontstaan voor de nuchtere constatering dat ik in de zomer alleen maar op reis ga om mijn gezinsleden een plezier te doen. Het is een gewoonte, iets wat je doet omdat iedereen het doet en omdat je het altijd zo hebt gedaan. In zo’n constellatie veroorzaakt een vakantie bij voorbaat meer stress en onrust dan thuisblijven, zeker als je merkt dat het steeds vaker dienstdoet als statussymbool.

Ik spreek mensen die naar Myanmar gaan „voordat de toeristen het ontdekt hebben”, om vervolgens te ontdekken dat het al lang een populaire bestemming is geworden (en ook dat het hier om de moderne benaming van Birma gaat). Zo is het in sommige kringen ook al lang niet uitzonderlijk meer om in de meivakantie naar Hongkong te gaan, in plaats van een huisje te huren in Holten en heerlijk door de bosrijke omgeving te fietsen. Terwijl de een vertelt over zijn drieweekse rondreis met een camper door het westen van de Verenigde Staten, bladert de volgende al door reisgidsen over Zuid-Afrika en fantaseert hardop over het spotten van ”the big five”. Blijkbaar tel je pas mee als je met eigen ogen een leeuw, een olifant, een neushoorn, een nijlpaard en een buffel hebt gezien, terwijl je ook een dagje met de kinderen naar de dierentuin kunt.

Nog bonter maakte het echtpaar het dat beide dochters carte blanche had gegeven. Dat wil zeggen dat de tienermeisjes, zonder enige beperking, mochten bepalen waar ze deze zomer als gezin naartoe zouden reizen. Tot grote schrik van de ouders bleken de twee naar het eiland Curaçao te willen (en dus eigenlijk gewoon het liefst op het strand te liggen), terwijl de overwerkte ouders gehoopt hadden dat ze zouden kiezen voor zoiets interessants als China of Zuid-Korea.

Zo bezien heeft de kredietcrisis ons niet nederig gemaakt en met beide benen op de grond gezet, maar staan we juist te trappelen om de planeet te verkennen en de uiterste grenzen van het begrip vakantie op te zoeken. De zomer moet nog beginnen, maar nu al wordt er steen en been geklaagd over de lange wachtrijen op Schiphol.

Dat laat zien dat er bij het maken van vakantieplannen weinig oog is voor het verband tussen vliegreizen en de opwarming van de aarde. In die zin ruïneren we de planeet in ons gretige verlangen naar het opdoen van nieuwe indrukken en het indruk maken op anderen.

De auteur is schrijver en publicist. Reageren? hormann@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer