Christus alleen
Psalm 3:9a
„Het heil is des Heeren en Uw zegen is over Uw volk.”
In één zin houdt de Heere aan de mensen voor wat ze moeten geloven. Hij heeft gebeden voor degenen die geloven. Want wanneer gezegd wordt „het heil is des Heeren” wordt het woord tot de mensen gericht. En daarop volgt: „Zijn zegen is over Zijn volk.” Maar de bede richt zich eigenlijk tot God Zelf ten behoeve van het volk waartegen gezegd wordt „het heil is des Heeren.”
Wat zou Hij anders bedoelen dan dit: laat niemand zichzelf beroemen, omdat het des Heeren werk is zondaren van de dood te redden? Want: „Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?” Dan volgt: de genade van God, door Jezus Christus onze Heere. U, echter zegen Uw volk dat van U het heil verwacht.
Ook kan deze Psalm nog op een andere manier op de persoon van Christus worden betrokken. Dat wil zeggen, dat Hij als één geheel spreekt. „Als één geheel”, zeg ik. Ik bedoel: Hij samen met Zijn lichaam, waarvan Hij het Hoofd is, zoals de apostel zegt: U bent het lichaam en de ledematen van Christus; Hij is dus het Hoofd van dit lichaam.
En daarom zegt de Schrift op een andere plaats: Maar dat wij door ons in liefde aan de waarheid vast te houden in alle opzichten zouden groeien in Hem (Efeze 4:15,16).
Aurelius Augustinus, bisschop te Hippo (”Preek over Psalm 3”)