Binnenland

„Integriteit moet tussen de oren zitten”

Een wethouder die cadeaus aanneemt van een bouwbedrijf, een topambtenaar die een buitenlandse reis maakt op kosten van een leverancier, een medewerker van de gemeente die zijn positie op het stadhuis gebruikt om zijn buren te bevoordelen - het mag allemaal niet. Maar het gebeurt wel. Op het Ien Dales-integriteitsseminar probeerden politici en ambtenaren maandag een stap verder te komen.

Redactie politiek
25 May 2004 11:48Gewijzigd op 14 November 2020 01:15

„De overheid is óf wel, óf niet integer. Een beetje integer kan niet”, zo sprak oud-minister Dales -beter bekend als Ien Dales- in juni 1992 op het congres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Tijdens een maandag in Den Haag gehouden seminar -”Een beetje integer bestaat niet”- ter herdenking van haar tiende sterfdag op 10 januari jongstleden maakten diverse vertegenwoordigers uit het openbaar bestuur en het bedrijfsleven de balans op. Een belangrijk onderwerp, want, zoals Dales al zei: „Met de integriteit van de overheid valt of staat het bestuur; aantasting van de integriteit van de overheid betekent niet minder dan dat de overheid het vertrouwen van de burgers verliest. En zónder dat vertrouwen van de burger is er geen democratie meer.”

Integriteit bij de overheid ontwikkelt zich volgens P. Hoogendoorn, directielid van Deloitte en Touche-accountants, in vijf fasen. Volgens hem bevindt het Nederlandse overheidsapparaat zich in de tweede. „Het begint bij bewustwording. Inmiddels is op diverse plaatsen binnen het overheidsapparaat de vraag opgekomen naar regels voor integriteit. Daar wordt nu op allerlei niveaus aan gewerkt.”

Hoogendoorn, die integriteit vertaalde met „naar eer en geweten”, stelde dat „we vervolgens moeten werken aan het terugdringen van de risico’s en beïnvloeding van het gedrag van de mensen. De laatste fase is dat je het goede gedrag handhaaft.”

Volgens Hoogendoorn, die als voorzitter van de bond van accountants Nivra in de jaren negentig betrokken was bij een onderzoek naar integriteit bij de Nederlandse overheid, zijn regels voor integriteit niet altijd en overal hetzelfde. „Wat in Canada wel mag, kan in Amerika verboden zijn. Dat zorgt voor problemen. In Europa zijn nog vele jaren nodig om de diverse wetten op elkaar af te stemmen.”

„Zorg voor concrete normen”, zo gaf het directielid van Deloitte de op het congres aanwezige ambtenaren als suggestie mee om de integriteit binnen hun organisatie te verbeteren. „Er moet binnen elke organisatie een meldpunt zijn. Laat integriteit een onderwerp zijn van voortdurende zorg. Vermeld het thema in uw jaarverslag.”

Enkele gemeenten hebben inmiddels besloten dat alle ambtenaren een ambtseed moeten afleggen. Minister Remkes van Binnenlandse Zaken beoordeelde dat gisteren positief. Het kan medewerkers bewust maken van hun verantwoordelijkheid. Hij stelde dat alle overheden moeten beschikken over een gedragscode voor integriteit.

„Regels en gedragscodes verleiden een mens om niet langer na te denken”, zo stelde prof. mr. C. R. Niessen, hoogleraar van de Ien Dales-leerstoel. „Dat is funest. Integriteit moet tussen de oren zitten.” Hij pleitte ervoor om bij selectie van managers te letten op onmisbare karaktereigenschappen. „Het gaat niet alleen om vragen als: Wat doet u als u een diner wordt aangeboden? Het gaat erom of iemand gevoelig is voor dit soort verleidingen. De integere manager kan tegen kritiek en is niet autoritair. Onderzoeksbureaus moeten nagaan of de kandidaat bij dit profiel past. Hiervoor zijn inmiddels psychologische testen ontwikkeld.”

Niessen haastte zich overigens er aan toe te voegen dat autoritaire bestuurders niet per definitie gebrek hebben aan integriteit. „Zij lopen wel een verhoogde kans daarop.”

Een kleinere omvang van het overheidsapparaat staat garant voor de integriteit van het openbaar bestuur. Dat is de overtuiging van VVD-leider Van Aartsen, zo bleek in de forumdiscussie tijdens het congres. „Het ambtelijk apparaat is te groot geworden. Er zijn te veel regels. Hoe meer regels, hoe meer overtredingen. Een kleinere overheid kan zijn afspraken beter nakomen.”

S. J. Stuiveling, presidente van de Algemene Rekenkamer, is daar kritisch over: „Het hangt ervan af hoe de kleinere overheid zich gedraagt. Dat weten we nu nog niet. Een deel van de taken gaat naar het bedrijfsleven; dat zal dan een eigen standaard moeten ontwikkelen.”

Tijdens het congres reikten prof. dr. W. Albeda, voorzitter van de selectiecommissie, en minister Remkes de ”Ien Dales integriteitsaward” uit aan mr. J. M. Saleh, van 1990 tot juli 2002 gouverneur van de Nederlandse Antillen. Hij kwam voor deze prijs in aanmerking vanwege zijn „zichtbare onkreukbaarheid in een complexe samenleving.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer