Jarige Christelijke Gereformeerde Kerken zoeken naar eenheid
De Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) bestaan 125 jaar. Maar van een feeststemming is geen sprake. Het thema van de landelijke Kerkendag, vrijdag in Urk, had meer weg van een gebed: ”Breng ons samen”.
Wie het kerkelijk leven in de CGK „een beetje kent, merkt dat we uit elkaar groeien”, zei ds. P. D. J. Buijs, synodepreses van de Christelijke Gereformeerde Kerken, in zijn appelwoord.
De CGK ontstonden in 1892 uit een aantal gemeenten die niet meegingen in de vereniging van de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Nederduits Gereformeerde Kerk. Volgens ds. Buijs ging het toen, en in de Afscheiding van 1834, onder meer om het alleenrecht van de gereformeerde belijdenis en om een onderscheiden prediking. „Staan we nog op hetzelfde fundament? Klinkt er bij ons een prediking waarin onderscheid wordt gemaakt tussen mensen die de Heere kennen en hen die hartvernieuwende genade missen? Als dit niet of onvoldoende gebeurt, verliezen we als CGK ons bestaansrecht.”
Gezien het ledental –zo’n 72.000– stellen de CGK niet heel veel voor, aldus de predikant uit Nunspeet. „Maar dat is niet erg. In de kerk van Christus gaat het niet om grote aantallen. We dienen vast te houden aan het Woord. Het is niet belangrijk of er bij de wederkomst van Christus een CGK bestaat. Wel of we trouw worden bevonden.”
Tegelijk is 125 jaar CGK een reden om dankbaar te zijn. „Hoeveel mensen zouden in die periode in onze kerken de Heere gevonden hebben?”
Heimaand
In kerkgebouw De Ark heeft een discussieforum plaats over „zegen en zorg” in de CGK. „Zou het een zegen zijn als predikanten, uit de volle breedte van de CGK, in alle gemeenten zouden worden uitgenodigd?” vraagt gespreksleider Mark Wallet, journalist bij het Reformatorisch Dagblad.
In de huidige situatie is dat helaas niet mogelijk, zegt ds. J. M. J. Kieviet (Renswoude). „Er zijn kerkenraden die bewust niet alle predikanten toelaten op hun kansel, omdat ze verantwoordelijkheid dragen voor de zielen van hun gemeente. Ik zeg dit met groot verdriet: ik signaleer in onze kerken soms een prediking die geen recht doet aan het wezen van de belijdenis.”
Els van Dijk, directeur van de Evangelische Hogeschool, vindt dat de kerken het zich niet kunnen veroorloven elkaar te veroordelen. „Satan probeert via beeldschermen de nieuwe generatie met leugens te verleiden. Het Evangelie is de enige remedie. Er mogen best verschillen zijn, als we elkaar maar kunnen vinden in het Woord van God.”
Kees van Vianen, directeur van het Landelijk Contact Jeugdwerk (LCJ) binnen de CGK, pleit ervoor „tot op de bodem” het gesprek met elkaar aan te gaan. „En dan niet een uurtje of op een heidag. Trek daar eens een heimaand voor uit.”
Ds. S. P. Roosendaal (Nieuwe Pekela) stelt voor om niet alleen naar de predikant, maar ook naar de gemeente te kijken. „De scheidslijn ligt soms anders. Ik kom in gemeenten die uiterst rechts of links zijn, maar waar je honger en verlangen naar de Heere Jezus proeft. Maar er zijn ook kerken waarin dat anders ligt. De vraag waar het om gaat is: hoe dicht leven we bij de Heere?”
Binnen de CGK vindt regelmatig kanselruil plaats met predikanten uit een ander kerkverband. Hoe ervaren zij dat? Tijdens een predikantenforum onder leiding van oud-synodepreses ds. D. Quant gaan enkele predikanten uit verschillende kerken met elkaar in gesprek over kerkelijke eenheid.
Ds. P. Boonstra, predikant van de gereformeerde kerk vrijgemaakt in Bussum-Huizen, preekt af en toe in de cgk van Huizen. „Ik houd dan gewoon dezelfde preek als in mijn eigen gemeente. Het is spannend hoe die ontvangen wordt, omdat bepaalde woorden anders kunnen vallen. Maar ik krijg positieve reacties. Als je het Woord van God verkondigt, vallen verschillen weg.”
Ds. K. Muller, emeritus predikant in de Nederlands Gereformeerde Kerken, vindt het Evangelie van Christus „te groot voor één kerkverband. Als dit je uitgangspunt is, dan laat je je verrijken met wat je zelf niet in huis hebt. Zonder dit besef blijf je veilig in je eigen kerkgroep zitten en laat je je kietelen door voorgangers die zeggen wat jou bevalt.”
Verwondering
Ds. Quant: „Als de preek altijd goed valt en aangenaam is, kan die je in slaap laten vallen. Heeft het voorgaan van predikanten uit andere kerkverbanden weleens heilzame pijn gegeven?”
Ds. Boonstra: „Een preek moet schuren. Naar twee kanten toe: het Evangelie staat haaks op de moderne maatschappij én op het hart van de mens. Dat geldt voor elke kansel waarop ik sta.”
Ds. W. de Bruin, predikant van de cgk in Zutphen: „Het is het Reformatiejaar. Mij houdt de vraag bezig: is de Reformatie mislukt omdat de kerk zo is versplinterd?”
Volgens ds. A. A. F. van de Weg, predikant van de hersteld hervormde gemeente in Abbenbroek, kan kanselruil leiden tot verwondering. „Je ervaart geestelijke eenheid als je je samen verwondert over de onmetelijke genade van Jezus Christus voor zondaren.”
Actie brengt 5500 euro op
De landelijke actie van de Christelijke Gereformeerde Kerken voor zendingsgemeenten in Nederland heeft in totaal 5555 euro opgebracht. Dat geld is bestemd voor nieuwe kerkelijke initiatieven, zoals in Assen, Bunde, Heerhugowaard en Amsterdam.
De opbrengst van de landelijke actie was fors minder dan tijdens de eerste twee kerkendagen. De eerste actie was voor een kerkelijk centrum in Burundi. Die bracht in 2012 ruim 30.000 euro op. Bij de landelijke actie in 2014, voor het realiseren van waterputten in Haïti, kwam 20.000 euro binnen.