Analyse: Wereldleiders vooral gedreven door eigenbelang
China en Rusland hebben samen gewaarschuwd om de ontwikkeling van het nucleaire programma van Noord-Korea niet als excuus te gebruiken om het Amerikaanse raketafweersysteem al in werking te stellen. Dat systeem heeft de VS in Zuid-Korea gestationeerd om het land te beschermen tegen eventuele aanvallen vanuit het noorden. Of Trump naar deze oproep luistert is lang niet zeker.
Tegelijk hebben Moskou en Beijing Noord-Korea opgeroepen zich te houden aan resoluties van de VN waarin het land verboden wordt raketproeven te doen. Of Pyongyang zich daar iets aan gelegen laat liggen, is maar zeer de vraag. Tot nu toe gaat Noord-Korea vooral zijn eigen gang.
Het is niet het enige risicovolle thema in de internationale politiek. Er is meer. De aanslagen van moslimfundamentalisten hebben deze week een en andermaal opnieuw slachtoffers geëist. Groot-Brittannië en Egypte treuren om hun doden. Ondanks de verhoogde waakzaamheid van veiligheids- en politiediensten beseft iedereen dat de terroristen zomaar weer kunnen toeslaan. Het gevoel van veiligheid staat sterk onder druk. Op den duur zullen dergelijke aanslagen ook het vertrouwen in de open westerse democratie schaden. Dat is precies wat terroristen willen bereiken.
Daarnaast zijn er ook langer lopende spanningen. De oorlog in Syrië kan zomaar exploderen tot een immens, bovenregionaal conflict. Niet alleen om die oorlog, maar ook om andere redenen staat de relatie tussen Moskou en Washington zwaar onder druk. Verder wordt Turkije onder Erdogan voor de NAVO een steeds groter probleem. De verhouding tussen Amerika en Europa is weliswaar nog heel redelijk, maar was in het verleden duidelijk hartelijker. En vergeet ook niet de spanningen in het Verre Oosten waar China steeds nadrukkelijker eilanden in de internationale wateren claimt.
Nu is het een misvatting te denken dat er in het verleden geen internationale spanningen bestonden. Die waren er wel degelijk. Ouderen zullen zich de crises rond Korea (1953), Hongarije (1956), Cuba (1962) en Tsjecho-Slowakije (1968) herinneren. Vergeet ook de voortdurende conflictsituatie rond Israël niet waarvan sinds 1948 bijna continu sprake was. Beweren dat het vroeger allemaal beter is een wiegeliedje waarvan het deuntje geen slaap meer opwekt, doch alleen ergernis en verveling. Spanningen waren er altijd.
Toch is er verschil. Tot aan het eind van de Koude Oorlog was de wereld redelijk stabiel. De grote machtsblokken hielden elkaar in evenwicht. De wereldleiders lieten zich in het algemeen niet verleiden tot ondoordachte reacties. Er werd soms wel harde taal gesproken, maar meestal werd de stabiliteit van de wereldvrede niet geschaad. Dat is nu anders.
Behalve dat terroristen onvoorspelbaar zijn, zijn er ook politieke leiders die vooral of uitsluitend hun persoonlijk of nationaal belang laten prevaleren. Sommigen regeren niet met het hoofd, maar laten zich leiden door hun gevoel. Dat is bedriegend is voor de wereldvrede. Dat maakt de situatie gevaarlijker dan voorheen.