Oorlog tegen hardnekkige Japanse duizendknoop
De voortwoekerende Japanse duizendknoop kan het effectiefst met chemische middelen worden bestreden. Dat leert een praktijkproef van ruim vier jaar.
Een leuke sierplant, vonden veel tuinliefhebbers ooit van de Japanse duizendknoop. Die status heeft hij al lang niet meer. De duizendknoop is in het wild gaan groeien doordat mensen die hem in de tuin niet meer zo leuk vonden de plant als tuinafval in de natuur dumpten. Daar woekert hij voort en lijkt hij onuitroeibaar.
Zijn naam duizendknoop heeft hij niet voor niets. Uit elke knoop van een stengel of wortel kan een nieuwe plant groeien. Hoe sterker wortel en stengel zijn, hoe hardnekkiger de duizendknoop is. Hij verdringt vrijwel alle andere planten en struiken en groeit zelfs door muren en asfalt heen. Op veel plaatsen is de duizendknoop een plaag geworden. Losse stengeldelen en fragmenten van wortelstokken groeien op een nieuwe plek gewoon verder.
De Stichting Probos in Wageningen coördineert sinds 2013 een praktijkproef waarbij 32 terreinbeheerders zijn betrokken, waaronder Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, waterschappen, gemeenten en de provincie Gelderland. Op zo’n 120 proeflocaties verspreid over Nederland worden bestrijdingsmethoden tegen de Japanse duizendknoop getest.
„De duizendknoop is heel moeilijk te overwinnen als je geen chemische middelen inzet”, concludeert Probos-onderzoeker Jan Oldenburger na vier jaar. „Veel beheerders zouden het liefst maaien. Dat is echter heel arbeidsintensief. Je moet dat eens in de twee weken doen en dat is dus duur. Het idee erachter is dat je de plant dan op den duur uitput. De duizendknoop is zo sterk dat daarvoor wel een lange adem nodig is. Uiteindelijk heeft het effect, maar vaak blijven er toch plekjes over waar je niet goed bij kunt. Doordat het langs waterranden lastig maaien is, groeit de duizendknoop daar vaak nog goed.”
Roundup
De plant stengel voor stengel inspuiten met glyfosaat, beter bekend onder de productnaam Roundup, geeft volgens Oldenburger het beste resultaat. „Als je snel van de duizendknoop af wilt op plekken waar hij echt een probleem vormt, is dat een goede aanpak. Het beste kun je aan het eind van het groeiseizoen injecteren. De plant is dan bezig zijn voedingsstoffen terug te trekken, hij neemt het glyfosaat dan mee de wortels in. Je hebt zo meer zekerheid dat de plant doodgaat.”
Bladbehandeling met glyfosaat heeft niet de voorkeur van Oldenburger. „Dan wordt ook veel rondom de duizendknoop geraakt en je krijgt er een soort dwerggroei voor terug. Bonsai-duizendknoop noemen wij het, met twintig kleine stengels in plaats van enkele dikke. Als het glyfosaat is uitgewerkt, zal de duizendknoop gewoon teruggroeien.”
Dure grap
Er zijn twee alternatieven, aldus Oldenburger. „Je zou een terrein waar de duizendknoop groeit kunnen afgraven, maar dat is een dure grap. Als er ook bomen of andere objecten staan, is deze methode bovendien moeilijk te realiseren.
Datzelfde geldt voor afdekken met doek. Rond bomen en andere obstakels zal de plant nog wel groeien, onder het doek niet meer of in elk geval veel minder doordat hij geen zonlicht meer krijgt. Of ‘slaapt’ de duizendknoop alleen maar en zijn de wortels nog voldoende intact, zodat de plant weer gaat woekeren als het doek wordt opgetild?
Die vraag is nog onvoldoende beantwoord. Het doek moet ook stevig zijn, zodat er geen scherpe scheuten doorheen groeien, wat het eerste jaar wel gebeurde. We leggen er nu een laag grond overheen, waardoor de plant het doek niet onder spanning kan zetten. Het vraagt geduld. Je moet het doek lange tijd laten liggen.”
Ultima
Wisselende resultaten zijn er bij bladbehandeling met het ecologische bestrijdingsmiddel Ultima. Op sommige proeflocaties is de groeikracht van de duizendknoop bedwongen, elders echter niet.
Hier en daar heeft Probos een ‘duizendknoopveld’ laten begrazen door schapen. „Ook iets voor de lange adem. Het maakt weinig verschil met maaien. Schapen zijn bovendien selectief. Ze gaan pas duizendknoop eten als ze niets anders lekkers meer tegenkomen, of ze vreten alleen het blad en een beperkt deel van de stengels. Dan kunnen de bonte Bentheimer landvarkens, die in mijn woonplaats Renkum worden ingezet, effectiever zijn. Die woelen de bodem om en werken ook de wortels omhoog. Na drie jaar zie je daar de aantallen duizendknoop afnemen.”
Grond afvoeren
Bestrijden is één, voorkomen dat de duizendknoop zich verspreidt is niet minder belangrijk, zegt Oldenburger. „Anders blijft het dweilen met de kraan open. Grond waarin de duizendknoop groeit, moet zorgvuldig worden afgevoerd en verwerkt, om te voorkomen dat de plant elders zijn slag kan slaan.
Ook grondbedrijven verspreiden de duizendknoop. Op bijna alle nieuwe geluidswallen zie je hem. Als een aannemer grond met resten van de duizendknoop gebruikt, staat de geluidswal al snel vol met de planten.”
‘Duizendknoopbrigade’ in Renkum
In de Gelderse gemeente Renkum gaat een ‘duizend_knoopbrigade’ van vrijwilligers handmatig en zonder gif de strijd met de woekerplant aan. Deze maand zijn de eerste twee dagen dat ze aan de slag gaan.
Initiatiefnemer Henny Tax uit Doorwerth: „Als je er maar snel genoeg bij bent, kun je het verschil maken. Samen met mijn vrouw graaf ik duizendknoopwortels uit, ik zie resultaat. Je moet wel een doorzetter zijn. Grote stengels van enkele meters hoog weghalen, zorgt voor een bevredigend resultaat. Je wint het voor je gevoel echt van de woekerende planten.
Twee weken lang zie je ze niet meer, maar later komen er telkens toch weer stengeltjes boven de grond doordat je bij het graven niet alle wortelstukjes hebt kunnen verwijderen. Om de paar weken moet je opnieuw stengels plukken. De duizendknoop uitputten en terugdringen gaat langzaam.”
„Wanneer de vrijwilligers echt fanatiek zijn, is de duizendknoop zeker op bepaalde plekken weg te krijgen”, reageert onderzoeker Jan Oldenburger. „In de praktijkproef van Probos is deze methode niet meegenomen. Als terreinbeheerders in uren zouden gaan rekenen… Bovendien moeten er wel heel veel vrijwilligers zijn.”