Winstreeks op Wall Street duurt voort
De beurzen in New York zijn dinsdag wederom hoger gesloten. Daarmee gaf Wall Street een vervolg aan de winstreeks die nu al enkele handelsdagen duurt. Beleggers kregen onder meer enkele cijfers over de Amerikaanse industrie en dienstensector te verwerken.
De Dow-Jonesindex eindigde 0,2 procent hoger op 20.937,91 punten. De bredere S&P 500 won ook 0,2 procent, tot 2398,42 punten, en technologiegraadmeter Nasdaq kreeg er 0,1 procent bij op 6138,71 punten.
Net als in Europa had de aanslag in Manchester nauwelijks invloed op de Amerikaanse financiële marken. Dat gold ook ontwikkelingen in Washington, waar de nieuwe Amerikaanse overheidsbegroting werd aangeboden aan het Congres. Dat kwam volgens analisten omdat vrijwel iedereen ervan uitgaat dat Trumps bezuinigingsplannen in de huidige vorm toch niet worden goedgekeurd.
Graangigant Bunge maakte een koerssprong van bijna 17 procent. De internationale grondstoffenhandelaar en mijnbouwer Glencore heeft Bunge benaderd voor een overname. Of het tot een deal komt, is nog niet zeker.
In de Dow bleken vooral de banken Goldman Sachs en JPMorgan in trek. Zij wonnen tot 1,7 procent. Agilent Technologies ging verder bijna 5 procent omhoog. De maker van wetenschappelijke apparatuur is met beter dan verwachte resultaten naar buiten gekomen. Maker van videogames Take-Two, onder meer bekend van Grand Theft Auto, noteerde ruim 5 procent hoger na een kwartaalbericht.
Fiat Chrysler ging daarentegen dik 4 procent onderuit. De Amerikaanse justitie heeft een officiële aanklacht ingediend tegen Fiat, omdat de autobouwer sjoemelsoftware zou hebben geïnstalleerd in circa 104.000 dieselwagens om zo de uitstoot van de voertuigen te verbloemen
Ook was er aandacht voor Apple en PPG Industries. Apple (min 0,1 procent) heeft zijn geschil met het Finse Nokia over patentschendingen bijgelegd. Van verfmaker PPG (plus 0,3 procent) werd bekend dat het bedrijf naar de rechter is gestapt om meer tijd te regelen voor zijn overnamepoging van de Nederlandse branchegenoot AkzoNobel.
De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 0,4 procent tot 51,56 dollar per vat. Brentolie werd 0,4 procent duurder en kostte 54,23 dollar per vat. De euro was 1,1183 dollar waard, tegen 1,1226 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag.