Brian D. McLaren bepleit fundamentele breuk met twintig eeuwen kerkgeschiedenis
Het traditionele christendom is dood, lang leve het nieuwe christendom. Dat klinkt als een radicale reformatie. Maar een streep door twintig eeuwen kerkgeschiedenis brengt eerder radicale afdwaling.
De titel van ”Een nieuw christendom. Tien vragen die het geloof veranderen” van Brian D. McLaren is verwarrend, want eigenlijk staat McLaren voor een fundamentele verandering van het christelijk geloof. De auteur is een bekend woordvoerder van de zogenoemde ”emerging churches”, een internationale beweging die zoekt naar nieuwe manieren van kerk-zijn.
Op de omslag van de Nederlandse vertaling van ”A New Kind of Christianity” wordt dat nogal navrant afgebeeld. We zien een zwarte doodkist met een wit kruis erop. Aan het kruis ontspringt een groen twijgje. Het traditionele christendom is kennelijk dood en we dienen onze hoop te stellen op een geheel nieuwe vorm van christendom.
Luther
De stelling die McLaren „als eerbetoon aan Maarten Luther” aan de vermaarde 95 stellingen uit 1517 wil toevoegen: Het is tijd voor een nieuwe zoektocht, ingegeven door nieuwe vragen, een zoektocht binnen kerkgenootschappen over heel de wereld, een zoektocht naar nieuwe manieren om te geloven, te leven en te dienen zoals Jezus dat wilde, een zoektocht naar een nieuw christendom.
De traditionele visie waarvan we volgens McLaren afstand moeten nemen, is die van schepping, zondeval, verlorenheid, redding, eeuwig leven of eeuwig oordeel. Deze visie wordt een „moreel niet geloofwaardig model” genoemd dat als zodanig niet in de Bijbel terug te vinden is. En toch gaat het hier om de hoofdlijn van de klassieke christelijke geloofsleer, al zet McLaren die nogal karikaturaal neer.
Afscheid nemen van het ”oude christendom”, zoals de auteur dat voorstelt, betekent niets minder dan een radicale breuk met twintig eeuwen kerkgeschiedenis. Zoals God eenmaal Zijn volk bevrijdde uit het economische en politieke concentratiekamp van de Egyptenaren en de Babyloniërs, zo is nu „misschien het moment gekomen om ook bevrijd te worden uit de conceptuele tirannie van het Grieks-Romeinse denken.”
Die bevrijding betekent eigenlijk dat we een andere God gaan dienen. Niet meer Theos, de Grieks-Romeinse godheid, met zijn „getemde, statische, beheerste volmaaktheid”, maar de Hebreeuwse God Elohim, met zijn „woeste, dynamische, veelkleurige goedheid.” Die tegenstelling herken ik niet als ik het klassieke Credo naast de Schrift leg.
De constructie van McLaren gaat eerder terug op verouderde ideeën over Griekse en Hebreeuwse concepten. Daarbij wordt gesteld dat het vroege christendom vanuit de oorspronkelijke Hebreeuwse frisheid verzandde in Griekse verstarring. Maar dergelijke opvattingen zijn inmiddels allang achterhaald of fundamenteel bijgesteld.
Hoge harmonie
Met de benadering van de auteur hangt ook een eigen visie op de Schrift samen. De Bijbel zou traditioneel gelezen zijn als een wetboek met allemaal vaststaande bepalingen, maar moeten we nu leren zien als een bibliotheek waarin ruimte is voor een veelheid van visies die de voortgaande dialoog stimuleren en geen laatste waarheid willen aanreiken. Openbaring vindt uitsluitend plaats door onderling gesprek.
Volgens mij wordt hier een valse tegenstelling geschapen. De Bijbel is zeker geen wetboek, maar evenmin een leeszaal met allerlei divergerende visies. Eerder een koor waarin de verschillende stemmen samen een hoge harmonie vertolken.
Wie als theoloog zulke vergaande voorstellen doet als McLaren met zijn boek presenteert, moet wel heel goede papieren hebben. Het is mij niet gebleken dat dit het geval is. Integendeel: veel wordt geponeerd en beweerd, weinig wordt onderbouwd.
Vragen
De kracht van het boek zit in de vragen die aan de orde worden gesteld, niet in de antwoorden die op deze vragen worden gegeven. Het zijn vragen waar we niet omheen kunnen en die om een eerbiedige en zorgvuldige zoektocht vragen, zij het binnen de perken van Schrift en belijdenis.
De vragen luiden: Is God gewelddadig? Wie is Jezus en waarom is Hij belangrijk? Wat is het Evangelie? Wat moeten we met de kerk? Kunnen we spreken over seksualiteit zonder er ruzie over te maken? Wat is de juiste toekomstvisie? Hoe moeten volgelingen van Jezus omgaan met andersgelovigen? Hoe kunnen we deze zoektocht vertalen in actie?
Wat de auteur in zijn zoektocht opmerkt, bevat zeker mooie elementen en treffende interpretaties van Bijbelgedeelten. Maar telkens stuit de lezer erop dat niet de Bijbel, zeker niet heel de Bijbel, de hoogste autoriteit is voor McLaren. Dat is veeleer zijn eigen ”grote verhaal” dat hij selectief uit de Bijbel destilleert. Nu is selectiviteit een gevaar voor elke Bijbellezer, maar hier wordt helaas van de nood een deugd gemaakt.
Het boek belooft een radicale reformatie, maar behelst per saldo een radicale deviatie.
Boekgegevens
”Een nieuw christendom. Tien vragen die het geloof veranderen”, Brian D. McLaren; uitg. Plateau, Barneveld, 2017; ISBN 978 90 580 4112 8; 384 blz.; € 19,95.