Retrospectief op RAVAGE
Bijna iedereen heeft werk gezien van Clemens Rameckers (1949) en Arnold van Geuns (1949), maar het grote publiek kent deze mannen zelf amper of niet. Toch ontwerpt het stel als duo RAVAGE al veertig jaar mode, designartikelen als vazen en meubels en maakt het kunst, zoals schilderijen. Het kleedde ook duizenden medewerkers van de spoorwegen, de post en de ANWB. Museum Arnhem vond het tijd voor een grote expositie.
Die is vanaf 27 mei te bezoeken in de Gelderse hoofdstad, waar het allemaal begon. Het tweetal zat er op de modeafdeling van de kunstacademie, waar Clemens en Arnold in 1972 afstudeerden.
„Toen al was mode meer dan een jurk voor ze”, aldus medesamenstelster van de expositie Lenn Cox. Ze hadden een tijdje de Mode Galerie in Arnhem, maar „vonden Nederland te droog en te saai en trokken naar Parijs, waar ze de stijl ontwikkelden die ze nu nog hebben. Zelf beschrijven ze die als Mondriaan plus Rietveld met een Latijnse touch, al zeggen ze ook dat ze nog steeds fröbelende kinderen zijn.”
Nog altijd werken de twee in Frankrijk, waar ze een kasteel in Normandië bewonen. Maar ze komen graag naar Arnhem, om er met vrienden en bijvoorbeeld vroegere stagiairs de expositie op te zetten. Hun netwerk is breed. Zo zette het fameuze modeduo Viktor & Rolf de eerste stappen van het werkzame leven bij RAVAGE in Parijs. Het hielp er met het maken van met trendboeken, catalogi waarmee waren- en modehuizen op de hoogte worden gehouden van trends.
RAVAGE maakte er al zo’n zestig, tussen al die andere ontwerpen en kunstwerken door. „Vraag niet wie van de twee wat heeft gemaakt, want dan zeggen ze alleen: daar gaat het niet om”, zegt Cox.
De tentoonstelling omvat ruim honderd ontwerpen en kunstwerken. Ze eindigt in een ‘RAVAGE-kapel’, waar de bezoeker „zintuigelijk” wordt ondergedompeld in het werk. „Clemens en Arnold hopen dat mensen doordrongen raken van de zin van het maken en zelf aan de slag willen.” Het proces is voor RAVAGE het belangrijkste. Als de mannen met iets klaar zijn, vertelt Cox, vinden ze dat zelf niet meer zo interessant. „Dan is er altijd weer die zin om met iets anders te beginnen.”