Absalom en Judas
Psalm 3:1
„Een psalm van David, als hij vlood voor het aangezicht van zijn zoon Absalom.”
Christus is niet voor de duivel geweken, maar de duivel heeft wel bezit genomen van Judas’ hart toen Christus daaruit was weggegaan.
Ik denk dat dit weggaan van David in deze psalm een vlucht genoemd wordt, vanwege de snelheid waarmee het gebeurde. Dit werd namelijk ook door het Woord van de Heere aangegeven, Die zei tegen Judas: „Wat u doet, doe dat haastig.”
Zo gaat het ook in het normale taalgebruik wanneer iets ons niet te binnen wil schieten, zeggen we: „Het ontglipt mij.” En zo zeggen we ook van een zeer geleerd iemand: „Niets ontglipt hem.”
De waarheid ‘vluchtte’ bij de geest van Judas weg, aangezien deze ophield hem te verlichten. De naam Absalom betekent, zoals sommige het uitleggen ”vrede van de Vader”. Dit kan wonderlijk schijnen, zeker in de geschiedenis van de koningen, wanneer Absalom een oorlog tegen zijn vader heeft gevoerd. Zo wonderlijk is dat ook in de geschiedenis van het Nieuwe Testament, omdat Judas –terwijl hij gezien zou kunnen worden als ”vrede van de Vader” (zijn naam betekent Godlover, red.)– juist de verrader van de Heere Jezus is geweest.
Aurelius Augustinus,
bisschop te Hippo
(”Preek over Psalm 3”)