Verdwenen lijn Neede-Hellendoorn stemt Rijssenaar Slagman weemoedig
De spoorlijn Hellendoorn-Neede waarover de roemruchte Bellotrein reed is in 1935 opgeheven, maar zit nog altijd in het collectieve geheugen van de woonkernen langs het tracé.
Nijverdal had een Spoortheater en heeft een Spoorstraat. In Rijssen is nog altijd het zogenaamde Wachpos op de hoek Gravenstraat/Dannenberg. En de Rijssenaren plagen hun beminde Enterse buren nog altijd graag met de vraag wat in Twente het toppunt van geduld is? In Enter op de trein wachten natuurlijk.
De Enterse Stationsweg herinnert nog aan de verdwenen spoorlijn, bij tuinwerkzaamheden komen er steevast kolen uit de grond en ook het oude stationsgebouw is er nog te zien.
Rijssenaar Jan Slagman (74) is treinliefhebber in hart en nieren, maar maakte de spoorlijn Hellendoorn-Neede niet in functie mee. „We woonden aan de Molendijk. Als kind zat ik na schooltijd op een paaltje bij de overweg waar de lijn Hellendoorn-Neede afboog en richting Enter ging. Daar zat ik te kijken naar de langsrijdende treinen naar Deventer en Almelo. Aanvankelijk kon ik maar niet begrijpen dat de rook de ene keer voor de trein uitging en andere keren naar achteren waaide. Later begreep ik dat het met de windrichting te maken had.”
De fascinatie voor treinen heeft Slagman nog altijd. „Mijn vrouw en ik reizen graag per trein. Het Spoorwegmuseum in Utrecht vinden we prachtig. De kleinkinderen neem ik nog weleens mee met een ritje naar een wat groter station, zoals Zwolle.”
Het gaan en komen van grote treinen vinden de Slagmannen spannend. „Ik liep er een keer met drie kleinkinderen: aan elke hand één en de derde had ik met de riem van de fototoesteltas aan mijn broekriem vastgemaakt.”
Scherpe herinneringen
Alles wat met treinen te maken heeft boeit Slagman, ook de verdwenen spoorlijn Hellendoorn-Neede.
Wel zijn er scherpe herinneringen aan stukken van het tracé in het landschap. „De spoordijk achter Eibergen is nog duidelijk te zien en de rails in Nijverdal zijn nog niet eens zo heel lang geleden verwijderd. En natuurlijk is er ’t wachtpost dat hier in Rijssen aan de Dannenberg staat.”
Slagman heeft de achtergronden van de verdwenen lijn paraat. „Na de Tweede Wereldoorlog kregen de Nederlandse Spoorwegen het vervoersmonopolie, maar voor de oorlog waren er verschillende maatschappijen die lijnen aanlegden. Hellendoorn-Neede werd in 1910 geopend op aandringen van de textielfabrikanten, die graag aansluiting wilden op de lijn Neede-Winterswijk. Daarmee kwam er een verbinding met de kolenmijnen in het Duitse Ruhrgebied. Voor Hellendoorn zou de trein een toeristenstroom op gang moeten brengen.”
De spoorlijn bleek echter niet rendabel te maken. „Het aantal passagiers bleef achter, net als het goederenvervoer. Ook zou er een brug moeten komen over het Twente-Rijnkanaal bij Goor, maar een kosten-batenanalyse wees uit dat dit te duur zou zijn. De brugdam in het kanaal lag er al, maar die werd eruit gehaald en Goor was per schip bereikbaar.”
Betere dienstregeling
Als Overijssels SGP-Statenlid zette Slagman zich in voor een betere dienstregeling voor de kleinere plaatsen op de lijn Deventer-Enschede. Het realiseren van een halfuursregeling voor de kleinere kernen is een van zijn persoonlijke politieke wapenfeiten.
De verdwenen spoorlijn stemt hem wat weemoedig. „Onvoorstelbaar dat er toen stations waren als Nijverdal-Zuid, Goor-West en Station Zuna, waarin nu Autosloperij Ten Dam zit. Bij het huidige NS-station van Rijssen kruiste Hellendoorn-Neede de spoorlijn Deventer-Almelo, en via de huidige Pelmolenweg ging het richting Enter. Maar wat niet rendabel is, wordt onbetaalbaar. Zo verging het deze lijn ook.”
serie Verdwenen spoor
Dit is het eerste deel in een serie over verdwenen spoorlijnen in Nederland.