Journaliste Mindy Belz: Westen negeert exodus christenen uit Midden-Oosten
De exodus van christenen uit het Midden-Oosten gaat maar door en de wereld kijkt passief toe, aldus Mindy Belz. Volgens de Amerikaanse journaliste is er geen politieke wil voor een oplossing. „De Verenigde Naties sturen geld naar alle groepen, behalve naar christelijke kampen.”
Belz was dezer dagen in Nederland. Zij is journaliste van World, een christelijk tijdschrift met meer dan 100.000 abonnees dat een perspectief wil bieden op actuele ontwikkelingen in de wereld. In haar recente boek ”They say that we are Infidels” (”Ze zeggen dat we ongelovigen zijn”) maakt Belz de lezer deelgenoot van schrijnende verhalen van christenen die in het Midden-Oosten te lijden hebben van met name Islamitische Staat (IS).
Verkracht
Zo’n twee keer per jaar komt de journaliste in het Midden-Oosten en bezoekt zij landen als Irak, Jordanië, Syrië en Egypte. In februari was zij nog in Mosul, de op twee na grootste stad in Irak, die nu onder bescherming staat van het Iraakse leger, en zag hoe IS daar heeft huisgehouden. „Overal waar IS is geweest, is alles verwoest en kapot. Ik heb van de mensen in Mosul gehoord dat er gebrek was aan voedsel en medicamenten. Ze leefden in voortdurende angst. Velen hebben zich ruim twee jaar verborgen gehouden uit angst om ontdekt te worden.” De mensen hebben enorme trauma’s opgelopen. „Ik heb een vrouw gesproken die bijna twintig keer verkracht is door verschillende IS-strijders, omdat zij zich niet wilde bekeren tot de islam. Duizenden Jezidi’s zijn nog steeds spoorloos.”
Ook moslims in Mosul hadden te lijden onder IS. „Er was een algeheel gebrek aan vrijheid. Winkels die jarenlang gesloten waren, zijn weer open. Er mocht geen kleding of cosmetica worden verkocht. Vrouwen moesten zich in het zwart kleden met hun boerka en mochten alleen met handschoenen over de straat.”
Voor christenen is het onmogelijk om terug te keren, vertelt Belz. „Christenen moesten bij hun vertrek de eigendomspapieren van hun woningen aan IS geven. Hun bezittingen zijn weggegeven aan Koerden, Arabieren en andere bevolkingsgroepen, maar nooit aan christenen. Velen van hen werden gedwongen om te vertrekken. Het was óf vertrekken of verplichte bekering tot de islam. Er was geen andere keuze.”
Onveilig
Irak geldt nog steeds als onveilig gebied. „Alleen het noorden is veilig vanwege de aanwezigheid van de Koerden, die alles goed onder controle hebben. Bagdad is heroverd op IS, maar tussen deze stad en het noorden is IS nog actief. IS moest tweederde van haar terrein afstaan. Dat is goed nieuws, dankzij het gedisciplineerde leger van Irak dat veel strategisch inzicht heeft. Amerika is echter terughoudend om grondtroepen in te zetten. Het land wil na het laatste ingrijpen in Irak geen oorlog meer, is moe van de oorlog en bang voor verdere escalatie. Het gevolg is wel dat de oorlog niet definitief wordt gewonnen. IS is in staat gebleken om met groot vernuft weerstand te bieden.”
Terugkeer van christenen is hard nodig, stelt Belz. Vooral voor hen die in vluchtelingenkampen verblijven. „Met name voor kinderen is de situatie erg precair. Velen hebben al drie jaar geen onderwijs gehad, waardoor hun toekomst in gevaar komt. Ik begrijp ook wel dat christenen vanwege hun kinderen besluiten om te emigreren. Er heerst een groot gevoel van onveiligheid. In Bagdad worden er gewoon kerkdiensten gehouden, wel bewaakt, maar het kerkbezoek wordt minder omdat mensen bang zijn.”
De journaliste waardeert de opvang van vluchtelingen wereldwijd. „Amerika stelt wat dit betreft erg teleur. Ze zien vluchtelingen als criminelen, maar deze visie is voor een kerk onaanvaardbaar. Toch zijn veel kerken in Amerika in de weer om hun geloofsgenoten te helpen. Dat gebeurt ook bij de kerken in het Midden-Oosten. Je ziet een verbazende veerkracht om geloofsgenoten op te vangen. De strijd tegen IS heeft zelfs kerken dichter bij elkaar gebracht die vroeger naast of tegenover elkaar stonden.”
Dit najaar verschijnt bij uitgeverij De Banier een Nederlandse vertaling van ”They say that we are Infidels”.