„Naleving kinderrechten in Nederland moet beter”
Nederland moet zich inspannen om het VN-Kinderrechtenverdrag beter na te leven.
Dat stelt de in Amsterdam gevestigde organisatie KidsRights, in 2003 opgericht door oud-Kinderombudsman Marc Dullaerts.
KidsRights baseert zich op de internationale ranglijst voor kinderrechten die de organisatie sinds 2014 samenstelt. Op de maandag gepresenteerde ranglijst over 2017 is Nederland gezakt van de dertiende naar de vijftiende plaats, onder landen als Thailand, Tunesië en Slovenië.
De ranglijst toetst de naleving van kinderrechten door per land te kijken hoe het recht op leven, zorg, onderwijs en bescherming wettelijk is geborgd. KidsRights baseert zich verder op rapportages van het VN-Kinderrechtencomité.
Een slechte beoordeling door het VN-Kinderrechtencomité zorgde ervoor dat Nederland vorig jaar op de ranglijst zakte van de tweede naar de dertiende plek. Het comité viel toen over de overheveling van de jeugdzorg en het armoedebeleid van het Rijk naar gemeenten. De toegang tot de jeugdzorg zou daardoor per gemeente kunnen verschillen.
Het VN-rapport stelde verder vast dat een groot aantal Nederlandse kinderen in armoede leefde en dat kinderen in gezinnen met minimuminkomens in 2016 door nieuwe bezuinigingen werden geraakt.
KidsRights bevestigt dat aan de nieuwste ranglijst geen nieuwe omvangrijke dataset over de Nederlandse prestaties ten grondslag ligt. Ter verklaring voor de daling van plek 13 naar plek 15 voert de organisatie aan dat het armoedebeleid in Nederland, de toegankelijkheid en de kwaliteit van de jeugdzorg afgaande op de beschikbare cijfers nog flink zouden kunnen verbeteren. „Nu het Nederland economisch weer voor de wind gaat, moeten kwetsbare kinderen daar als eersten van profiteren”, aldus Dullaert vanochtend.
Nadat Nederland vorig jaar naar de dertiende plek was gezakt, vroeg D66 staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid) om opheldering. Volgens Van Rijn telde KidsRights maatregelen die het kabinet had genomen om de koopkracht voor werkenden met een laag inkomen te verbeteren niet mee, en intensiveringen van het armoede en schuldenbeleid evenmin.
Van Rijn hekelde verder de manier waarop de ranglijst wordt samengesteld. KidsRights vergelijkt de scores van landen niet onderling, maar kijkt slechts per land naar verbeteringen of verslechteringen. „Dit betekent dat landen die hoger staan in de ranglijst niet per se meer investeren in kinderrechten dan Nederland, maar bijvoorbeeld ten opzichte van hun financiële draagkracht wel worden geprezen voor hun inzet”, aldus Van Rijn. De ranglijst gaf volgens hem „een vertekend beeld van de werkelijkheid.”